rekenen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrekənə(n)]
Afbreekpatroon:  re·ke·nen
Vervoegingen:  rekende (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gerekend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) volgens wiskundige regels met cijfers en getallen werken
Voorbeelden:  `hoofdrekenen`,
`Toen ze vier was kon ze al een beetje rekenen.`

2) als prijs vragen voor iets dat je verkoopt of levert
Voorbeeld:  `Ik reken 55 euro per uur.`

3)
Reken maar van yes!  (<stellige bevestiging>)


Synoniemen
aannemen   achten   berekenen   calculeren   cijferen   reken   rekening houden   tellen   uitrekenen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• leven als vrienden en rekenen als vijanden (=vriendelijk met elkaar omgaan uit een soort van formaliteit maar eigenlijk helemaal niet zo op elkaar gesteld zijn)
• buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
Naar de spreekwoorden

5 definities op Encyclo
  • •(wiskundige) sommen maken •in rekening brengen, factureren.
  • sommen maken met getallen vb: zij kan heel snel rekenen naar je toe rekenen [zo rekenen dat je er voordeel van hebt]
  • 1) Vak op school 2) Calculeren 3) Veronderstellen 4) Optellen 5) Les 6) Deel van de wiskunde 7) Delen 8) Beseffen 9) Berekenen 10) Leervak op school 11) Doen blijken 12) Basis schoolvak 13) Basisschoolvak 14) Doen weten 15) Mededelen 16) Gewoon maken 17) Stellen 18) Achten 19) Worteltrekken 20) Identifceren
  • tellen
  • tellen Jaar van herkomst: 1220-1240 (CG I 1, 69 )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met rekenen:
rekenen oprekenen tot

Deze woorden eindigen op rekenen:
aanrekenenafrekenenberekenendoorberekenendoorrekenenhoofdrekeneninrekenennarekenenomrekenenuitrekenenverrekenentoerekenenhandelsrekenenerop rekenen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. rekenen (met as bedekken van het vuur)
  2. rekenen (tellen)


Taaladvies
  1. Wat is correct: rekenschap of ? Zie rekenschap / rekeschap
  2. Wat is juist: `Onze Taal heeft vrienden waarop je kunt rekenen` of `Onze Taal heeft vrienden op wie je kunt rekenen`? Zie Vrienden waarop / op wie je kunt rekenen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van rekenen?
De verleden tijd van rekenen is 'rekende'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gerekend'.
Wat betekent rekenen?
'volgens wiskundige regels met cijfers en getallen werken' en 'als prijs vragen voor iets dat je verkoopt of levert' en ''
Hoe spel je rekenen?
rekenen spel je R E K E N E N
Wat is een ander woord voor rekenen?
Andere woorden voor rekenen zijn aannemen, achten, berekenen, calculeren, cijferen, reken, rekening houden, tellen en uitrekenen.

Op andere websites
Zoek rekenen op Woordenlijst.org
Zoek rekenen op Google
Zoek rekenen op Wikipedia