Synoniemen
bui gril humeur impuls kuur nuk opgewektheid opwelling prikkel

luim als dialectwoord
Gemoedstoestand, frats (Archaïsch)   lijm (Hoeselts)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• vogels van diverse pluimage (=mensen met allerlei diverse achtergronden)
• pluimen in de wind waaien (=iets doen zonder na te denken)
• op je luimen/luipen (=op de loer)
• liever brood in de zak, dan een pluim op de hoed (=van eer kan men niet leven)
• iemand een pluim op zijn hoed steken (=iemand complimenteren)
Toon alle 6 spreekwoorden die luim bevatten

5 definities op Encyclo
  • humeur.
  • 1) Willekeurige lust 2) Snakerij 3) Gemoedsgesteldheid 4) Maan 5) Gemoedstoestand 6) Scherts 7) Bui 8) Vrolijkheid 9) Gril 10) Nuk 11) Boert 12) Eigenzinnigheid 13) Prikkel 14) Kuur 15) Opgewektheid 16) Humeur 17) Opwelling 18) Stuip 19) Rul 20) Impuls 21) Stemming 22) Humor
  • Spreekwoorden: (1914) Op zijn luimen liggen, d.w.z. loeren op iets, op de loer liggen. Vgl. mnl. lumen, achterdochtig aanzien, belagen; Kiliaen: Luymen, incedere capite terram versus prono et observare, insidiare1); Plantijn: Op sijn luymen leggen, estre aux embuches, studere insidiis. In de 16<sup>de&l...
  • stemming; gril (toon de herkomst via de etymologiebank)
  • stemming Jaar van herkomst: 1605 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met luim:
luimig

Deze woorden eindigen op luim:
fluimpluimrookpluimbloeipluimrietpluim

Herkomst volgens etymologiebank.nl
luim (stemming; gril)

Op andere websites
Zoek luim op Woordenlijst.org
Zoek luim op Google
Zoek luim op Wikipedia