hechten

werkw.
Uitspraak:  ['hɛxtə(n)]
Afbreekpatroon:  hech·ten
Vervoegingen:  hechtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehecht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) de randen van een wond met garen of nietjes aan elkaar vastmaken medisch
Voorbeeld:  `een wond hechten`

2) (op of aan iets) stevig vast blijven zitten
Voorbeeld:  `de verf hecht goed op de muur`


Synoniemen
aanhechten   bevestigen   binden   gehecht zijn   houden   lijmen   opplakken   toekennen   vasthechten   vastlijmen   vastmaken   vastnaaien   vastplakken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• je zegel aan iets hechten (=goedkeuring of toestemming ergens aan geven)
• gewicht hechten aan (=belang hechten aan)
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo
  • vast blijven zitten vb: deze verf hecht niet op die ondergrond Synoniemen: houden pakken Tegenstelling: loslaten het vastmaken vb: de dokter hechte de wond je met iemand verbonden voelen vb: ik heb me erg gehecht aan dat kind
  • 1) Toekennen 2) Binden 3) Opplakken 4) Vastplakken 5) Vastdrukken 6) Vastnaaien 7) Samennaaien 8) Vastmaken 9) Vastlijmen 10) Vasthechten 11) Kleven 12) Klinken 13) Vastgrijpen 14) Vastbinden 15) Dichtnaaien 16) Lijmen 17) Geneeskundige behandeling 18) Gehecht zijn 19) Naaien 20) Houden 21) Nieten 22) Rijgen
  • 1> met een visnet ergens achter blijven haken. Zie ook hecht/hacht. 2> reparatie van een visnet, door de gescheurde mazen zoveel mogelijk weg te knippen, te snijden, en de overgebleven delen met een rijgdraad aan elkaar te zetten. [Links: Diverse termen inzake het vistuig .] Bij boeten wordt er gerepareerd, d...
  • bevestigen; (verouderd) gevangen nemen
  • bevestigen Jaar van herkomst: 1220-1240 (CG II 1 Aiol )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met hechten:
hechten aanhechtenis

Deze woorden eindigen op hechten:
aanhechtenvasthechtenaaneenhechten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. hechten (bevestigen)
  2. hechten (sterk hijgen)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hechten?
De verleden tijd van hechten is 'hechtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehecht'.
Wat betekent hechten?
'de randen van een wond met garen of nietjes aan elkaar vastmaken' en '(op of aan iets) stevig vast blijven zitten'
Hoe spel je hechten?
hechten spel je H E C H T E N
Wat is een ander woord voor hechten?
Andere woorden voor hechten zijn aanhechten, bevestigen, binden, gehecht zijn, houden, lijmen, opplakken, toekennen, vasthechten, vastlijmen, vastmaken, vastnaaien en vastplakken.

Op andere websites
Zoek hechten op Woordenlijst.org
Zoek hechten op Google
Zoek hechten op Wikipedia