haperen

werkw.
Uitspraak:  ['hapərə(n)]
Afbreekpatroon:  ha·pe·ren
Vervoegingen:  haperde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehaperd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

even niet goed werken
Voorbeelden:  `De geluidsinstallatie haperde even, maar doet het nu weer.`,
`een haperend gesprek`
Synoniem:  blijven steken


Synoniemen
blijven steken   hakkelen   mankeren   stagneren   stamelen   stokken   stotteren   vastlopen   

4 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 als de twesten niet goed van een scheiden en alzoo sommige draden tegen de tanden van den effenaar stuiken.
  • 1) Stamelen 2) Falen 3) Steken 4) Wringen 5) Ontbreken 6) Leuteren 7) Schelen 8) Stagneren 9) Klungelen 10) Schorten 11) Schiften 12) Vastzitten 13) Stotteren 14) Stoten 15) Niet vooruitgaan 16) Niet vlot werken 17) Niet vlot voort gaan 18) Niet vlot meer functioneren 19) Stokken 20) Haken 21) Hakkelen
  • blijven steken
  • blijven steken Jaar van herkomst: 1351-1400 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met haperen:
haperend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
haperen (blijven steken, in gebreke blijven)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van haperen?
De verleden tijd van haperen is 'haperde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehaperd'.
Wat betekent haperen?
'even niet goed werken'
Hoe spel je haperen?
haperen spel je H A P E R E N
Wat is een ander woord voor haperen?
Andere woorden voor haperen zijn blijven steken, hakkelen, mankeren, stagneren, stamelen, stokken, stotteren en vastlopen.

Op andere websites
Zoek haperen op Woordenlijst.org
Zoek haperen op Google
Zoek haperen op Wikipedia