geschieden

werkw.

Uitspraak:	[xə'sxidə(n)]
Afbreekpatroon:	ge·schie·den
Vervoegingen:	geschiedde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is geschied (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) gebeuren ^formeel

Voorbeelden:

`Het kwaad is al geschied: hij is door het ijs gezakt.`, `De afrekening van de kosten moet tijdig geschieden.`

2) overkómen ^formeel

Synoniem:	gebeuren
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.	(doe een ander niet aan wat je zelf niet zou willen)

gaan   gebeuren   omgaan   overkomen   passeren   plaats hebben   plaatshebben   plaatsvinden   voorkomen   voorvallen   

• • [erga] werkelijkheid worden.
• wat zich afspeelt vb: er is een wonder geschied! wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet [je moet een ander niet aandoen, wat je zelf niet wilt meemaken]
• `Jeukwoord.` Synoniem: gebeuren, doen
• 1) Gaan 2) Plaatshebben 3) Gebeuren 4) Passeren 5) Toegaan 6) Overkomen 7) Voorvallen 8) Voorkomen 9) Wedervaren 10) Omgaan 11) Plaatsvinden
• gebeuren

Toon uitgebreidere definities

• geschiedenis• geschiedenisboek• geschiedenisfilosofie• geschiedenisleraar• geschiedenislerares• geschiedenisles• geschiedenislokaal• geschiedenisonderwijs• geschiedenisstudent

geschieden (gebeuren)

Wat is de verleden tijd van geschieden?

De verleden tijd van geschieden is 'geschiedde'. Het voltooid deelwoord is 'is geschied'.

Wat betekent geschieden?

'gebeuren' en 'overkómen'

Hoe spel je geschieden?

geschieden spel je G E S C H I E D E N

Wat is een ander woord voor geschieden?

Andere woorden voor geschieden zijn gaan, gebeuren, omgaan, overkomen, passeren, plaats hebben, plaatshebben, plaatsvinden, voorkomen en voorvallen.

Zoek geschieden op Woordenlijst.org
Zoek geschieden op Google
Zoek geschieden op Wikipedia