het gebied

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[xəˈbit]
Afbreekpatroon:	ge·bied
Verbuigingen:	gebieden (meerv.)

1) stuk land

Voorbeelden:	`een onderontwikkeld gebied`, `de bezette gebieden`
Synoniem:	streek

2) alles wat bij een bepaald onderwerp hoort

Voorbeeld:	`een naslagwerk op het gebied van archeologie`
Synoniemen:	terrein, domein

bouwterrein   domein   gewest   gord   gordel   gouw   kav   kavel   landstreek   omgeving   oord   perceel   plaats   provincie   rayon   rechtsgebied   regio   ressort   rijksonderdeel   streek   terrein   territorium   zone   

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 concessiegebied. Gebied van een net.
• •deel van het aardoppervlak. •alle dingen die behoren tot een tak van onderwijs, kunst en wetenschap.
• (1) een afgebakend tweedimensionaal vlak, zoals een bepaald stuk grond, een vloeroppervlak, een fysiek marktgebied, etc; (2) een vakgebied of een onderdeel daarvan.
• gedeelte van het land, stuk land vb: het hele gebied stond onder water een achtergebleven gebied [waar alles nog niet zover ontwikkeld is]
• Def.: het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak Toelichting: Een gebied wordt door (denkbeeldige) lijnen begrensd en heeft tot doel het geografisch beschrijfbaar maken van een deel van een terrein.

Toon uitgebreidere definities

• gebieden• gebiedend• gebiedende wijs• gebieder• gebiedsdeel• gebiedsdekkend• gebiedsgebonden• gebiedsgericht• gebiedsplan• gebiedster• gebiedsuitbreiding• gebiedsverbod• gebiedswapen

• afzetgebied• berggebied• grondgebied• hogedrukgebied• lagedrukgebied• leefgebied• natuurgebied• recreatiegebied• rustgebied• strafschopgebied• taalgebied• vakgebied• voetgangersgebied• waddengebied• watersportgebied• zoekgebied• zestienmetergebied• zeekleigebied• zeegebied• zandgebied

gebied (landstreek, regio)

1. Wat is juist: het Caraïbisch gebied of het Caraïbische gebied? Zie het Caraïbisch gebied / het Caraïbische gebied
2. Schrijf je contreien met ei of ij? Zie contreien / contrijen
3. Is dit juist: het te beplanten gebied? Zie het te beplanten gebied

Is het 'de gebied' of 'het gebied'?

Het is 'het gebied', want gebied is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat gebied'.

Wat is het meervoud van gebied?

Het meervoud van gebied is 'gebieden'. Eén gebied, twee gebieden.

Wat betekent gebied?

'stuk land' en 'alles wat bij een bepaald onderwerp hoort'

Hoe spel je gebied?

gebied spel je G E B I E D

Wat is een ander woord voor gebied?

Andere woorden voor gebied zijn bouwterrein, domein, gewest, gord, gordel, gouw, kav, kavel, landstreek, omgeving, oord, perceel, plaats, provincie, rayon, rechtsgebied, regio, ressort, rijksonderdeel, streek, terrein, territorium en zone.

Zoek gebied op Woordenlijst.org
Zoek gebied op Google
Zoek gebied op Wikipedia