insinueren

werkw.
Uitspraak:  [ɪnsiny'werə(n)]
Afbreekpatroon:  in·si·nu·e·ren
Vervoegingen:  insinueerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïnsinueerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) op een niet openlijke manier beschuldigen
Voorbeeld:  `Ik wil niet insinueren dat hij een alcoholist is, maar hij heeft wel erg veel drank in huis.`


Synoniemen
aantijgen   zinspelen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Toespelen 2) Bedekte toespelingen maken 3) Op een bedekte manier beschuldigen 4) Onterecht suggereren 5) Zinspelen 6) Zinspelen op 7) Indirect beschuldigen 8) Verdacht maken 9) Aantijgen
  • bedekt aantijgen Jaar van herkomst: 1847 (KKU )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
insinueren (zinspelingen maken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van insinueren?
De verleden tijd van insinueren is 'insinueerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnsinueerd'.
Wat betekent insinueren?
'(iemand) op een niet openlijke manier beschuldigen'
Hoe spel je insinueren?
insinueren spel je I N S I N U E R E N
Wat is een ander woord voor insinueren?
Andere woorden voor insinueren zijn aantijgen en zinspelen.

Op andere websites
Zoek insinueren op Woordenlijst.org
Zoek insinueren op Google
Zoek insinueren op Wikipedia