fideel

bijv.naamw.

Uitspraak:	[fi'del]
Afbreekpatroon:	fi·deel

als je iemand aangenaam of vriendelijk vindt

Voorbeelden:	`een fidele vent`, `fideel van je om me weer te helpen`
Synoniem:	aardig (1)

blijmoedig   dartel   eerlijk   fleurig   geestig   gemoedelijk   jolig   kleurig   kwiek   levendig   loyaal   lustig   monter   openhartig   opgeruimd   opgetogen   opgewekt   oprecht   rondborstig   sportief   sympathiek   tof   trouwhartig   uitgelaten   vrolijk   wakker   welgemoed   zonnig   

• [Soldatentaal, 1914] familiaar. 'n Fideele baar: een baar die zich vrijheden veroorlooft.
• 1) Tof 2) Onderhoudend 3) Onverbreekbaar 4) Zonnig 5) Vertrouwelijk 6) Degelijk 7) Sportief 8) Lustig 9) Rondborstig 10) Uitgelaten 11) Hartelijk en betrouwbaar 12) Hartelijk 13) Kwiek 14) Joviaal 15) Jolig 16) Jofel 17) Monter 18) Prettig 19) Trouwhartig 20) Trouw uit liefde 21) Levendig 22) Betrouwbaar
• trouwhartig
• trouwhartig Jaar van herkomst: 1637 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

fideel (vertrouwelijk; vrolijk, lustig)

Wat betekent fideel?

'als je iemand aangenaam of vriendelijk vindt'

Hoe spel je fideel?

fideel spel je F I D E E L

Wat is een ander woord voor fideel?

Andere woorden voor fideel zijn blijmoedig, dartel, eerlijk, fleurig, geestig, gemoedelijk, jolig, kleurig, kwiek, levendig, loyaal, lustig, monter, openhartig, opgeruimd, opgetogen, opgewekt, oprecht, rondborstig, sportief, sympathiek, tof, trouwhartig, uitgelaten, vrolijk, wakker, welgemoed en zonnig.

Zoek fideel op Woordenlijst.org
Zoek fideel op Google
Zoek fideel op Wikipedia