stoten

werkw.
Uitspraak:  [ˈstotə(n)]
Afbreekpatroon:  sto·ten
Vervoegingen:  stootte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gestoten (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iets) onbedoeld en hard tegen iets aan laten komen
Voorbeeld:  `je been stoten tegen een stoelpoot`

2) (iets) door een stoot (1) verplaatsen
Voorbeeld:  `een vaasje uit de vensterbank stoten`

Zie ook:  stoot


Synoniemen
botsen   duwen   een por geven   fschijnen   haperen   hobbelen   porren   schokken   schuddend op en neer gaan   stompen   stuiten   

Spreekwoorden en zegswijzen
• van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
• van de troon stoten (=de macht ontnemen)
• met horten en stoten (=langzaamaan, met veel onderbrekingen)
• iemand voor het hoofd stoten (=iemand beledigen of kwetsen)
• het hoofd stoten (=ergens onprettig tegen aan lopen)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo
  • •met een korte snelle beweging (weg)duwen.
  • er hard tegenaan komen vb: ik heb me gestoten aan die stoel het eraf duwen vb: hij stootte de vaas van het tafeltje
  • 1) Haperen 2) Botsen tegen 3) Dokken 4) Schokken 5) Botsen 6) Bonzen 7) Bonken 8) Hobbelen 9) Hard duwen 10) Pijnlijk treffen 11) Totteren 12) Tokken 13) Omhoogtillen 14) Pillen 15) Steken 16) Biljarten 17) Betasten 18) Biljartterm 19) Hevig duwen 20) Beuken 21) Rammen 22) Uitduwen 23) Bruuskeren 24) Zijn aan...
  • 1> onverwacht sterk in de vaart gestuit worden, zoals wanneer men tegen een ondiepte vaart of wanneer men, al dan niet gemeerd liggend, met enige snelheid tegen de oever of kade komt. 2> in het visnet geraken. Wordt ondermeer in de zegenvisserij van zalm gezegd. Ook snokken of lopen genoemd.[Links: Diverse te...
  • een duw geven, schokken
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met stoten:
stoten opstotend

Deze woorden eindigen op stoten:
aanstotenafstotendoorstotenkogelstotenomstotenopstotenuitstotenverstotenwegstotentoestotenterugstoteninstoten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
stoten (een stoot geven)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van stoten?
De verleden tijd van stoten is 'stootte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestoten'.
Wat betekent stoten?
'(iets) onbedoeld en hard tegen iets aan laten komen' en '(iets) door een stoot verplaatsen'
Hoe spel je stoten?
stoten spel je S T O T E N
Wat is een ander woord voor stoten?
Andere woorden voor stoten zijn botsen, duwen, een por geven, fschijnen, haperen, hobbelen, porren, schokken, schuddend op en neer gaan, stompen en stuiten.

Op andere websites
Zoek stoten op Woordenlijst.org
Zoek stoten op Google
Zoek stoten op Wikipedia