I de bij

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bɛi]
Verbuigingen:	bijen (meerv.)

insect dat honing maakt en met zijn angel kan steken

Voorbeelden:

`bijenkorf`, `bijensteek`

II bij

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bɛi]

1) bij bewustzijn

Voorbeeld:

`nog niet bij zijn van de operatie`

2) slim

Voorbeeld:	`Dat kind is behoorlijk bij.`
Synoniem:	pienter

3) op het punt waar je moet zijn

Voorbeeld:

`Na hard werken was ik eindelijk bij.`

III bij

voorzetsel

Uitspraak:

[bɛi]

1) in de buurt/aanwezigheid van

Voorbeelden:

`Scheveningen ligt bij Den Haag.`, `bij het licht van de maan`, `je boeken niet bij je hebben`, `bij een vriendin logeren`

2) toegevoegd aan

Voorbeeld:

`mayonaise bij de frites`

3)

bij zijn mening blijven	(zijn mening niet veranderen)
bij toeval	(toevallig)
bij uitzondering	(heel soms)
een tuin van twintig bij tien meter	(een tuin van twintig meter lengte en tien meter breedte)
bij benadering	(niet precies) Synoniem: ongeveer
bij voorbaat	(van tevoren) Synoniem: op voorhand
bij voorkeur	(als je iets fijner vindt dan iets anders) Synoniem: liever
bij wijze van spreken	(om het zo te zeggen, ongeveer zoiets als) `ze is bij wijze van spreken nooit thuis` Synoniem: figuurlijk gesproken

aan   bij bewustzijn   bij de pinken   circa   dar   dichtbij   erbij   erop   gedurende   honingbij   naast   nabij   ongeveer   plusminus   te   ter   via   zowat   

• zo komt het kalfje weer bij zijn moer (=zo komt wat verloren was weer in orde)
• zo bezig als een bij (=erg druk bezig zijn)
• ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)
• wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
• wie honing wil eten moet lijden dat de bijen hem steken (=wie iets wil bereiken moet daar iets voor over hebben)
Toon alle 119 spreekwoorden die bij bevatten

Hoe kun je met bij een ander begrip versterken?
erop afkomen als bijen op de honing;

• [Soldatentaal, 1914] er bij zijn: gestraft zullen worden wegens eenige overtreding.
• • [insect] benaming voor diverse insecten, in het bijzonder de honingbij "Apis mellifica".
• bij kennis, wakker vb: na de operatie was hij al snel weer bij net zover als de anderen vb: ik ben nog niet bij met m'n huiswerk slim, met een vlug verstand vb: Iris is goed bij
• in de buurt van vb: zet je schoenen maar bij de kachel heb je dat boek bij je? [heb je het meegenomen?]
• insect dat honing maakt en kan steken vb: de bijen zwermen om de korf zij is een bezige bij [is altijd aan het werk]

Toon uitgebreidere definities

• bij de neus nemen• bijaccent• bijas• bijbaan• bijbaantje• bijbal• bijbank• bijbedoeling• bijbehoren• bijbehorend• Bijbel• Bijbelboek• Bijbelgenootschap• Bijbelgetrouw• Bijbelgordel• bijbelhaak• Bijbelkenner• Bijbelkennis• Bijbelkring• Bijbellezen
• Toon alle woorden die beginnen met bij

• aankloppen bij• aanknopen bij• aansluiten bij• betrekken bij• blijven bij• daarbij• dichtbij• erbij• hierbij• horen bij• intrekken bij• nabij• neerleggen bij• passen bij• vervoegen bij• vlakbij• voegen bij• voorbij• waarbij• zweren bij
• Toon alle woorden die eindigen op bij

1. bij (insect)
2. bij (voorzetsel, bijw.)

1. Is bij in bij de twintigduizend kilometer met de betekenis `bijna (twintigduizend kilometer)` correct? Zie Bij de twintigduizend kilometer
2. Is het Ik heb dat boek bij of Ik heb dat boek bij me? Zie Bijhebben / bij zich hebben

Is het 'de bij' of 'het bij'?

Het is 'de bij', want bij is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bij'.

Wat is het meervoud van bij?

Het meervoud van bij is 'bijen'. Eén bij, twee bijen.

Wat betekent bij?

'insect dat honing maakt en met zijn angel kan steken'

Hoe spel je bij?

bij spel je B I J

Wat is een ander woord voor bij?

Andere woorden voor bij zijn aan, bij bewustzijn, bij de pinken, circa, dar, dichtbij, erbij, erop, gedurende, honingbij, naast, nabij, ongeveer, plusminus, te, ter, via en zowat.

Zoek bij op Woordenlijst.org
Zoek bij op Google
Zoek bij op Wikipedia