luieren

werkw.

Uitspraak:	['lœyjərə(n)]
Afbreekpatroon:	lui·e·ren
Verbuigingen:	luierde
Vervoegingen:	heeft geluierd (volt.deelw.)

niets of weinig doen als bewuste activiteit

Voorbeeld:	`lekker liggen luieren in de zon`
Synoniem:	lanterfanten

lanterfanten   lummelen   nietsdoen   niksen   rondhangen   

• •niets uitvoeren, niks doen.
• lekker nietsdoen vb: hij lag te luieren in de zon Tegenstellingen: werken arbeiden
• 1) Lanterfanten 2) Nietsdoen 3) Niet veel uitvoeren 4) Niet veel doen 5) Lediggang 6) Niets doen 7) Niets uitvoeren 8) Duimdraaien 9) Slabakken 10) Dagdieven 11) Vakantiebezigheid 12) Rondhangen 13) Niksen 14) Duimendraaien 15) Lummelen 16) Lijntrekken 17) Omhangen
• lui zijn
• lui zijn; niets uitvoeren

Toon uitgebreidere definities

• ontsluieren

luieren (lui zijn)

1. Waarom noemen we iemand die lui is een luilak? Zie Luilak
2. Waar komt de uitdrukking voor pampus liggen vandaan? Zie Voor pampus liggen
3. Wat is de juiste meervoudsvorm van luierik, is het luieriken of luierikken? Zie luieriken / luierikken

Wat is de verleden tijd van luieren?

Wat betekent luieren?

'niets of weinig doen als bewuste activiteit'

Hoe spel je luieren?

luieren spel je L U I E R E N

Wat is een ander woord voor luieren?

Andere woorden voor luieren zijn lanterfanten, lummelen, nietsdoen, niksen en rondhangen.

Zoek luieren op Woordenlijst.org
Zoek luieren op Google
Zoek luieren op Wikipedia