afreizen
werkw.
1) op reis gaan (naar een bestemming) | Voorbeeld: | `afreizen naar Turkije voor een vakantie` | |
2) reizen door (een gebied) | Voorbeeld: | `heel Nederland afreizen voor de lekkerste haring` | |
| Synoniem: | bereizen |
| stad en land afreizen | (overal naar toe gaan) `stad en land afreizen om popconcerten bij te wonen` |
Synoniemen
aflopen doortrekken heengaan opstappen rondlopen smeren verdwijnen verlaten vertrekken verwijderen weggaan wegreizen wegtrekken 3 definities op Encyclo
- • [erga] een plaats verlaten om aan een reis te beginnen
- op reis gaan vb: in juli zijn we afgereisd naar Italië
- 1) Doortrekken 2) Opstappen 3) Verwijderen 4) Vertrekken 5) Smeren 6) Verlaten 7) Verdwijnen 8) Aflopen 9) Rondlopen 10) Heengaan 11) Uitvaren 12) Weggaan 13) Wegtrekken 14) Wegreizen
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afreizen?
De verleden tijd van afreizen is 'reisde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is afgereisd'.
Wat betekent afreizen?
'op reis gaan (naar een bestemming)' en 'reizen door (een gebied)'
Hoe spel je afreizen?
afreizen spel je A F R E I Z E N
Wat is een ander woord voor afreizen?
Andere woorden voor afreizen zijn aflopen, doortrekken, heengaan, opstappen, rondlopen, smeren, verdwijnen, verlaten, vertrekken, verwijderen, weggaan, wegreizen en wegtrekken.Op andere websites
Zoek
afreizen op Woordenlijst.org
Zoek
afreizen op Google
Zoek
afreizen op Wikipedia