de reis

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[rɛis]
Verbuigingen:	reizen (meerv.)

vrijwillige verplaatsing naar ergens anders dan waar je bent

Voorbeelden:	`een verre reis maken`, `een buitenlandse reis`, `groepsreis`, `zakenreis`, `vakantiereis`
een enkele reis	(alleen een kaartje voor de heenreis, niet de terugreis erbij) Synoniem: enkeltje Antoniem: retourtje

aankomst   dagreis   excursie   expeditie   gang   mars   rit   tocht   toer   tournee   trektocht   trip   uitstapje   vakantie   

• een Keulse reis doen (=heel lang wegblijven)
• de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je reis krachtiger uitdrukken?
ommelandse reis;

• in: Voorbeeld: reis met, reis en reis: gelijk, op gelijke hoogte met (VD II 1) - Voorbeeld: 't Tweede schip (...) was toegesloten, zwart lijk een dodenwagen en heel onttakeld, zonder mast of zeil en zo zwaar geladen dat de romp onder water stak en 't dek boord aan boord, reis met de scheldespiegel s...
• [I] Portugese munt; (Surinaams-Nederlands) ronde metalen speelschijf [II] tocht
• •grote, lange tocht of trip.
• tocht van de ene plaats naar de andere vb: onze reis eindigde in Turkije enkele reis [alleen de heenreis] op reis gaan [je verplaatsen naar een plaats ver weg] een last minute reis [die op het laatste moment geboekt is]
• Let op: Spelling van 1858 eene rekenmunt in Portugal, Bombay en elders. In Portugal gelden de 4 en in Bombay de 5 reis omtrent 1 cent

Toon uitgebreidere definities

• reis- en kredietbrief• reisactiviteit• reisadvies• reisagent• reisagentschap• reisapotheek• reisbagage• reisbench• reisbenodigdheden• reisbestemming• reisbiljet• reisblog• reisblogger• reisboek• reisbranche• reisbureau• reisbus• reischaaf• reischeque• reisdag
• Toon alle woorden die beginnen met reis

• dienstreis• huwelijksreis• treinreis• vliegreis• zakenreis• rondreis• zeilreis• zeezeilreis• zeereis• wereldreis• voetreis• visreis• vakantiereis• uitreis• trouwreis• tijdreis• thuisreis• terugreis• studiereis• stedenreis
• Toon alle woorden die eindigen op reis

1. reis (Braziliaanse en Portugese rekenmunt; speelschijf)
2. reis (gelijk met)
3. reis (tocht)

1. Schrijf je deze combinatie met een eigennaam aan elkaar: New Orleansreis? Zie New Orleansreis / New Orleans-reis
2. Schrijf je deze combinatie met een eigennaam aan elkaar: Sri Lankareis? Zie Sri Lankareis / Sri Lanka-reis
3. Is Nieuw-Zeelandreis correct geschreven? Zie Nieuw-Zeelandreis

Is het 'de reis' of 'het reis'?

Het is 'de reis', want reis is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die reis'.

Wat is het meervoud van reis?

Het meervoud van reis is 'reizen'. Eén reis, twee reizen.

Wat betekent reis?

'vrijwillige verplaatsing naar ergens anders dan waar je bent'

Hoe spel je reis?

reis spel je R E I S

Wat is een ander woord voor reis?

Andere woorden voor reis zijn aankomst, dagreis, excursie, expeditie, gang, mars, rit, tocht, toer, tournee, trektocht, trip, uitstapje en vakantie.

Zoek reis op Woordenlijst.org
Zoek reis op Google
Zoek reis op Wikipedia