Spreekwoorden met `wat je`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wat je`

  1. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  2. stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. (=wacht niet, morgen kan te laat zijn)
  3. vrij buurmans` kind, dan weet je wat je vindt. (=het is verstandig om vast te houden aan wat bekend en vertrouwd is)
  4. wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
  5. weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet (=wees voorzichtig met woorden en je informatie)
  6. zeggen wat je doet en doen wat je zegt (=proactief communiceren en je houden aan toezeggingen)

27 betekenissen bevatten `wat je`

  1. have en goed (verliezen) (=alles wat je hebt (verliezen))
  2. dat is geen geld (=dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt)
  3. de tijd vliet snel gebruik hem wel (=doe wat je moet doen, terwijl je nog kan)
  4. het rijk alleen hebben (=doen en laten wat je wil)
  5. ergens geen kwaad kunnen doen. (=een zeer positieve reputatie hebben ongeacht wat je doet)
  6. te biechte gaan (=gaan vertellen (wat je eigenlijk niet mag vertellen))
  7. de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
  8. geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
  9. iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
  10. iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
  11. de koe trekt de melk op. (=je krijgt niet wat je verwachtte)
  12. je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
  13. de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
  14. kleine potjes hebben grote oren (=je moet uitkijken met wat je zegt als er kinderen bij zijn)
  15. elk schot is geen eendvogel (=niet iedere poging of alles wat je doet is succesvol)
  16. met de mond vol tanden staan (=niet weten wat je moet zeggen / ergens versteld van staan)
  17. getroffen zijn door (=wat je bijzondere gevoelens geeft, geraakt zijn door)
  18. zo gewonnen, zo geronnen (=wat je makkelijk hebt gewonnen, kun je ook makkelijk weer kwijt raken)
  19. wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert (=wat je niet ziet en niet weet heb je ook geen last)
  20. horen zeggen is half gelogen. (=wat je via via hoort is niet altijd waar)
  21. het beste brood ligt voor het venster. (=wat je ziet is niet per se wat je krijgt)
  22. spreek wat waar is, drink wat klaar is, eet wat gaar is. (=wees bescheiden en dankbaar voor wat je hebt)
  23. een kruimeltje is ook brood (=wees gelukkig met wat je hebt)
  24. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  25. met het water voor de dokter komen (=zeggen wat je bedoelt)
  26. het hart op de tong hebben. (=zeggen wat je er van vindt)
  27. van zijn hart geen moordkuil maken (=zijn gevoelens niet opkroppen / vrijuit zeggen wat je niet bevalt / eerlijk zeggen over hoe er over iets gedacht wordt)

50 dialectgezegden bevatten `wat je`

  1. 'n zundagssteek holt gien week (=wat je op zondag maakt houdt het niet lang uit) (Westerkwartiers)
  2. 't Giet ow goed, bi'j al wa-j doet. (=Het gaat je goed, bij alles wat je doet.) (Vechtdals)
  3. ' t Ergste waat dich kan euverkómme is te haoje van emes dae van einen angere hiltj! (=Het ergste wat je kan overkomen is te houden van iemand die van een andere houdt.) (Kinroois)
  4. alle daag e bruuëdje en soondes e mikske (=tevreden zijn met wat je hebt) (Weerts)
  5. allow na (=wat je nu zegt) (Overijses)
  6. Ami (=In de war / niet weten wat je wil) (Amsterdamse straattaal)
  7. as genoeg nog te weineg ès, ès niks nog goed genoeg (=wees tevreden met wat je hebt en jaag niet op dingen die je niet hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. beder 'n luus ien de paan dan hiel'ndaal gien vlees (=wees tevreden met wat je hebt) (Westerkwartiers)
  9. belofte moakt schuld (=wat je belooft, moet je waarmaken) (Westerkwartiers)
  10. bende vorzien van pòte en òre? (=heb je alles wat je nodig hebt?) (Nieuw-vossemeers)
  11. braand dien vingers d'r moar niet aan (=kijk uit wat je doet) (Westerkwartiers)
  12. dae drejtj wi-j 'ne kernêl (=niet weten wat je aan iemand hebt) (Weerts)
  13. Dae sjikste mèt 'n maol êrte dér Bilze aut (=Die doet alles wat je vraagt) (Bilzers)
  14. das vieze kal (=weet je wel wat je daar zegt) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. das zau ën graajs maus (=je weet niet wat je aan die persoon hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. de bès van niemes baeter gediend as van zën eege (=wat je zelf doet is altijd beter) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. de ermoei lüp aoën diërë en vinsters aut (=het is al ellende wat je daar ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. de kons nie alles hübbe opte werd (=wees tevreden met wat je hebt en jaag niet op dingen die je niet hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. de meur!!! (=wat je zegt als je ergens bang van bent) (West-Vlaams)
  20. de mure ebbe wore (=let op met wat je zegt) (Gastels)
  21. de muur'n hemm'n oor'n (=kijk uit wat je hier zegt) (Westerkwartiers)
  22. de pot verwit de kéttel datter zwat ziet (=wat je zegt ben je zelf) (Bilzers)
  23. de verroader slept nooit (=kijk uit waar- en wat je zegt) (Westerkwartiers)
  24. De wilstech nog joenk vürdoen aste al aad bés, mér dan ésset viël te laot (=Wacht niet tot later met wat je nu nog kan doen) (Bilzers)
  25. Die nie wit nie 'n deir (=wat je niet weet hindert u niet) (Harelbeeks)
  26. doa is ging sjpang tusje te kriege (=wat je zegt als iemand druk en gehaast praat) (Sjeeter plat)
  27. Doch en sis watso wolst, do stresst ik chill (=Doe en zeg wat je wilt, Jij stresst ik chill) (Fries)
  28. Doch en sis wost sto wost, do stresst ik chill (=Doe en zeg wat je wilt, Jij stesst ik chill) (Sin tunnis)
  29. doe kins mich nog mieër wiesmake (=ik geloof niets van wat je vertelt) (Heitsers)
  30. doe wuk da God in j'n erte stikt (=Doe wat je te binnen valt) (Veurns)
  31. doeë gon der twelf van èn e dozijn en dattein èn e bèssëlke (=wat je me nu vertelt, betekent ook niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. doo wat ie zegt dan leeg ie nich (=doe wat je zegt dan lieg je niet) (Twents)
  33. Doo wat ow good döch. (=Doe wat je het beste lijkt.) (Aaltens)
  34. dur is hêen zehhen aon! (=hij luistert niet, wat je ook doet!) (Hulsters (NL))
  35. eder ’t zien en de kwaoje niks (=krijgen wat je verdient) (Heitsers)
  36. eder veultj ‘t zien (=wat je zelf hebt, wordt toch vaak het ergste gevonden) (Heitsers)
  37. et én Aoke en Keule heire dondere (=niet weten wat je hoort) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. G'et a grief (=Je hebt alles wat je nodig hebt) (BAmbrugs)
  39. gae mótj uch wieëte te behelpe in eur êrremooj, ânges zeejje neet waert dejje ze hetj (=tevreden zijn met wat je hebt) (Weerts)
  40. gaë zei nie goe zeikers (=wat je denkt te doen is niet verstandig) (Winksels)
  41. gaode gij mar un deur wijer (=ik geloof niets van wat je zegt) (Oudenbosch)
  42. gaotur nou nie om-eene draaie (=zeg wat je wilt zeggen) (Oudenbosch)
  43. ge kekt mar (=je kan altijd nog zien wat je doet) (Bosch)
  44. ge kentjt nie aul emmen, een dikke vrou en veel plosj in au bedde (=Wees blij met wat je hebt) (Ninoofs)
  45. ge keu't steekn woardaë wiwt (=je kan ervan denken wat je wil) (Kaprijks)
  46. Ge kunt mich wa. (=Het laat mij onverschillig wat je zegt.) (Hamonter)
  47. ge meug gerus (t) zijn (=wat je daarnet zei is juist / terecht) (Waregems)
  48. ge zij gij nie goe zeeëre! (=wat je zegt, raakt kant noch wal (protesterend) ) (Waregems)
  49. Geluiftj neet alles waat dj'r huuertj en zèktj neet alles waat dj'r dinktj! (=Geloof niet alles wat je hoort en zeg niet alles wat je denkt!) (Kinroois)
  50. gij goa mee mijn de kachel nie oanmoake (=je kan met mij niet doen wat je wil) (Gastels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen