Spreekwoorden met `voor niets`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `voor niets`

  1. voor niets gaat de zon op (=alles kost geld en/of moeite)

4 betekenissen bevatten `voor niets`

  1. er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  2. er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  3. iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
  4. iets voor de kat zijn viool doen (=iets voor niets doen)

50 dialectgezegden bevatten `voor niets`

  1. 't is een scheed in de zak (=het is een maat voor niets) (Kaprijks)
  2. 't was allemoal vur den hond zèn botten; 't is geen avangs gewist (=het was allemaal moeite voor niets) (Sint-Niklaas)
  3. a na stoa'k-ier schiuëne te schiwderen (=ik ben voor niets hierheen gekomen) (Kaprijks)
  4. bescheten komisse (=maat voor niets) (Zottegems)
  5. bin je klootn a nat aje nog gin vis (=zoveel moeite voor niets) (Zeeuws)
  6. dae doog aut zën pens nie (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. Dae doog èn ze vêl ni!; dae doog èn zen praaj nie (=Die deugt voor niets) (Bilzers)
  8. dae doog nie aut zen gloejetige praaj (=hij deugt voor niets (uit zijn hete pens) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dae doog nie autte krolle van zën hoër (=die deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. dae hét geneen goej hoër op zene kop (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. dae hèt gëneen goej hoër op zëne kop (=hij deugd voor niets !) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. dae hèt nau ës geneen goej hoër op zëne kop (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. das pier krelkëskraut (=die is zuiver onkruid (hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. de bès ë stèk stront (=je deugt voor niets !) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. die zit niet veur zwitvoet'n ien de bak (=die zit niet voor niets in de bajes) (Westerkwartiers)
  16. doa leiptem ein luus iever de lèver (=zich opwinden voor niets) (Opglabbeeks)
  17. doë stondste sjaun (te kieke) (=dat was moeite voor niets) (Bilzers)
  18. en klein scheit in en groeëte flès (=veel omhaal voor niets) (Sintrùins)
  19. Ge goat nog moetn skrbildjen goan roapen (=Je bent voor niets goed.) (Kortrijks)
  20. hae doog nie aut te loeëte van zen pens (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. Het was Voor noppes (=Het was voor niets) (Utrechts)
  22. hij mokt zich onneudeg zörg'n (=hij maakt zich zorgen voor niets) (Westerkwartiers)
  23. Hij wil veul vur niks en wèènig vur un bietje; ties nu'n èchte klaploaper (=Hij wil veel voor niets en weinig voor een beetje; het is een echte profiteur.) (Kaatsheuvels)
  24. hij zal nog met zei gat vliege vangen (=iemand die voor niets goed is) (Baasrode)
  25. ich bèn graotës noeë sjoeël gegon, mèr dich vër niks (=het verschil tussen kostenloos en voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. ik ston ie veu pietsnot (=Ik sta hier voor niets te wachten) (Bornems)
  27. kaaf kan koe wiëne, mér iëzel blif iëzel (=wie een put graaft voor een ander, heeft zich voor niets moe gemaakt) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. nog vër tërdievël nie sjau zin (=voor niets of niemand schrik hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. nou dan staode daor mee oew zweetvoete (=veel moeite voor niets) (Oudenbosch)
  30. Onköste op ut sterrefhoes (=Onkosten maken voor niets) (Zurriks)
  31. scheet en 3 knikkers (=bijna voor niets) (Bargoens)
  32. schete in een flèse (=maat voor niets) (Brakels)
  33. schuppe lul (=niet voor niets) (Antwerps)
  34. T geld groeit muh niet op de rug (=Ik krijg geen geld voor niets / ik werk hard voor mijn geld) (Utrechts)
  35. ter mét zen zweetviët ston (=moeite voor niets doen) (Bilzers)
  36. tes ' n beskeetn komissie, ' t ee veur niets ediend (=het is een maat voor niets geweest) (Waregems)
  37. tis e scheete in nen netzak (=het is een maat voor niets) (kortemarks)
  38. Tis van den ond zen kloeëte (=Het is voor niets) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  39. twelf stiele en dattein ongelëkke (=voor niets goed!) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. van ôren noch pôten deughen (=voor niets deugen) (Hulsters (NL))
  41. vër bokskloete (=gratis en voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. vër den hond zën botte (=voor niets (nutteloos)) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. vêr niks spiële kat en hond (=voor niets gaat de zon op) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. vër sinterkloës spiële (=alles gratis en voor niets weggeven -te goed zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. veu den hond zaan kloewete (=voor niets) (herenthouts)
  46. veur niks gèt wôal allèèn dë zoon op (=voor niets gaat de zon op) (Millers)
  47. voer gin hesp (=voor niets - er niets voor over hebben) (Wommersoms)
  48. vur d’nond zèn kluët’n (=gratis, voor niets) (Meers)
  49. vur nen appel en een ei (=bijna voor niets (koopje) ) (Sint-Niklaas)
  50. ze kraud versjiete vür niks (=zich voor niets moe maken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen