Eén spreekwoord bevat `voor niets`
- voor niets gaat de zon op (=alles kost geld en/of moeite)
4 betekenissen bevatten `voor niets`
- er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzitten)
- er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
- iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
- iets voor de kat zijn viool doen (=iets voor niets doen)
50 dialectgezegden bevatten `voor niets`
- 't is een scheed in de zak (=het is een maat voor niets) (Kaprijks)
- 't was allemoal vur den hond zèn botten; 't is geen avangs gewist (=het was allemaal moeite voor niets) (Sint-Niklaas)
- a na stoa'k-ier schiuëne te schiwderen (=ik ben voor niets hierheen gekomen) (Kaprijks)
- bescheten komisse (=maat voor niets) (Zottegems)
- bin je klootn a nat aje nog gin vis (=zoveel moeite voor niets) (Zeeuws)
- dae doog aut zën pens nie (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae doog èn ze vêl ni!; dae doog èn zen praaj nie (=Die deugt voor niets) (Bilzers)
- dae doog nie aut zen gloejetige praaj (=hij deugt voor niets (uit zijn hete pens) ) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae doog nie autte krolle van zën hoër (=die deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hét geneen goej hoër op zene kop (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt gëneen goej hoër op zëne kop (=hij deugd voor niets !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèt nau ës geneen goej hoër op zëne kop (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- das pier krelkëskraut (=die is zuiver onkruid (hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès ë stèk stront (=je deugt voor niets !) (Munsterbilzen - Minsters)
- die zit niet veur zwitvoet'n ien de bak (=die zit niet voor niets in de bajes) (Westerkwartiers)
- doa leiptem ein luus iever de lèver (=zich opwinden voor niets) (Opglabbeeks)
- doë stondste sjaun (te kieke) (=dat was moeite voor niets) (Bilzers)
- en klein scheit in en groeëte flès (=veel omhaal voor niets) (Sintrùins)
- Ge goat nog moetn skrbildjen goan roapen (=Je bent voor niets goed.) (Kortrijks)
- hae doog nie aut te loeëte van zen pens (=hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- Het was Voor noppes (=Het was voor niets) (Utrechts)
- hij mokt zich onneudeg zörg'n (=hij maakt zich zorgen voor niets) (Westerkwartiers)
- Hij wil veul vur niks en wèènig vur un bietje; ties nu'n èchte klaploaper (=Hij wil veel voor niets en weinig voor een beetje; het is een echte profiteur.) (Kaatsheuvels)
- hij zal nog met zei gat vliege vangen (=iemand die voor niets goed is) (Baasrode)
- ich bèn graotës noeë sjoeël gegon, mèr dich vër niks (=het verschil tussen kostenloos en voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- ik ston ie veu pietsnot (=Ik sta hier voor niets te wachten) (Bornems)
- kaaf kan koe wiëne, mér iëzel blif iëzel (=wie een put graaft voor een ander, heeft zich voor niets moe gemaakt) (Munsterbilzen - Minsters)
- nog vër tërdievël nie sjau zin (=voor niets of niemand schrik hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- nou dan staode daor mee oew zweetvoete (=veel moeite voor niets) (Oudenbosch)
- Onköste op ut sterrefhoes (=Onkosten maken voor niets) (Zurriks)
- scheet en 3 knikkers (=bijna voor niets) (Bargoens)
- schete in een flèse (=maat voor niets) (Brakels)
- schuppe lul (=niet voor niets) (Antwerps)
- T geld groeit muh niet op de rug (=Ik krijg geen geld voor niets / ik werk hard voor mijn geld) (Utrechts)
- ter mét zen zweetviët ston (=moeite voor niets doen) (Bilzers)
- tes ' n beskeetn komissie, ' t ee veur niets ediend (=het is een maat voor niets geweest) (Waregems)
- tis e scheete in nen netzak (=het is een maat voor niets) (kortemarks)
- Tis van den ond zen kloeëte (=Het is voor niets) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- twelf stiele en dattein ongelëkke (=voor niets goed!) (Munsterbilzen - Minsters)
- van ôren noch pôten deughen (=voor niets deugen) (Hulsters (NL))
- vër bokskloete (=gratis en voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër den hond zën botte (=voor niets (nutteloos)) (Munsterbilzen - Minsters)
- vêr niks spiële kat en hond (=voor niets gaat de zon op) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër sinterkloës spiële (=alles gratis en voor niets weggeven -te goed zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- veu den hond zaan kloewete (=voor niets) (herenthouts)
- veur niks gèt wôal allèèn dë zoon op (=voor niets gaat de zon op) (Millers)
- voer gin hesp (=voor niets - er niets voor over hebben) (Wommersoms)
- vur d’nond zèn kluët’n (=gratis, voor niets) (Meers)
- vur nen appel en een ei (=bijna voor niets (koopje) ) (Sint-Niklaas)
- ze kraud versjiete vür niks (=zich voor niets moe maken) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen