13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `voelen`
- de grond onder zich voelen wegzinken (=beschaamd zijn , geen oplossing meer zien)
- het aan zijn water voelen (=het instinctief aanvoelen)
- het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
- iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren)
- iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)
- iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
- je als een kat in een vreemd pakhuis voelen (=je ergens niet thuis voelen)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je geradbraakt voelen (=erg moe zijn en diverse pijnen hebben)
- je op je pik getrapt voelen (=je zwaar vernederd voelen)
- nattigheid voelen (=merken dat er iets niet klopt of iets niet goed gevonden wordt)
- om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
- wie niet horen wil, moet voelen (=wie niet luistert naar wijze raad, of wie ongehoorzaam is, zal de gevolgen wel aan den lijve ondervinden)
18 betekenissen bevatten `voelen`
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- de bui zien hangen (=een ongunstige situatie aanvoelen voordat deze zich daadwerkelijk voordoet)
- lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
- het aan zijn water voelen (=het instinctief aanvoelen)
- een antenne hebben voor iets (=iets goed aanvoelen)
- je als een kat in een vreemd pakhuis voelen (=je ergens niet thuis voelen)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- je op je pik getrapt voelen (=je zwaar vernederd voelen)
- een (goede) neus voor iets hebben (=precies aanvoelen hoe iets moet of gaat)
- een oogje op iemand hebben (=tedere, mogelijk verliefde, gevoelens voor iemand koesteren)
- getroffen zijn door (=wat je bijzondere gevoelens geeft, geraakt zijn door)
- wie de schoen past trekke hem aan (=wie schuldig is mag zich aangesproken voelen)
- in zijn wiek geschoten zijn (=zich beledigd voelen)
- een kater hebben (=zich beroerd en vervelend voelen (meestal na te veel alcohol))
- je penaten ergens vestigen (=zich vestigen (zich ergens thuis voelen))
- van zijn hart geen moordkuil maken (=zijn gevoelens niet opkroppen / vrijuit zeggen wat je niet bevalt / eerlijk zeggen over hoe er over iets gedacht wordt)
50 dialectgezegden bevatten `voelen`
- 'k zit doar oep een goei waai (=je thuis voelen) (Arendonks)
- as roj moemette dich bezeeke, geeste dat goed viele (=een rode mierenbeet ga je goed voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste nie lijsters, moessêt mér besnite (=wie niet hoort, moet maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste nie wils leistere, moesset mèr besniete (=wie niet wil luisteren, moet het maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste nie wilts heire, moeste mèr viele (=als je niet wil horen, moet je het maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat geet ëm aoën zën praaj (=dat gaat hij wel voelen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dempëg zin (=zich opgeblazen voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Den aard krègge {aarde) (=Zich thuis gaan voelen) (Geffes)
- dich gees nog ën goej sëgaar rooke (=jij gaat nog veel te horen / voelen krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Die niet bespot es, moe nie niezen. (=Als je niet schuldig bent, moet je je niet schuldig voelen) (Evergems)
- diech gepeerds keuteld veule (=je opgelaten voelen) (Mestreechs)
- diech keend aon hoes veule (=je thuis voelen) (Mestreechs)
- Dr nie goewd an zèn (=Jezelf niet goed voelen) (Liessents)
- dur meej genillest zèèn (=zich opgelaten voelen) (Tilburgs)
- Erges n goeien oard hebben (=Je ergens thuis voelen) (Heezers)
- flanelle bienen emme (=zich niet goed voelen) (tervurens)
- Gein paere waerd zeen (=Zich niet lekker voelen) (Hunsels)
- Gèn pèèr wèrd zien (=Zich niet goed, lekker voelen) (Genneps)
- Gèn pie.p tabak wérd zien (=Zich niet lekker voelen) (Genneps)
- gewoar werren (=voelen) (Giesbaargs)
- gieën sikkepit weiët zaën (=zich niet goed voelen) (Winksels)
- ging goo doeve op gen daak han. (WT) (=Zich niet zo lekker voelen) (Mechels (NL))
- good aete en gaer hie zeen (=je moet je op je gemak voelen) (Steins)
- hoe ouwer hoe gekker! (grappig bedoeld, soms cynisch ) (=Je kunt er oud uit zien, maar je nog heel jeugdig voelen en doen. / Hoe ouder, hoe gekker Ook op andere leeftijd is men tot dwaze dingen in staat) (Utrechts)
- Iej könt oe pas joonk veulen a'j oald bint en dan is ' te late (=Je kunt je pas jong voelen als je oud bent en dan is het te laat) (Twents)
- ielëk wilt gieën aat wieëne, mèr niemes wilt aat zin (=er is een verschil tussen oud zijn en zich oud voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iemand nie kuinn zien (=afkeer voelen voor iemand) (Waregems)
- in a gat gebeten zen (=zich aangesproken voelen) (Moorsel)
- its gewoere weirden (=iets voelen) (ronsisch)
- Je Voeld èm de Keunink te Rikke (=zich beter voelen dan de ander) (Kortrijks)
- kaekë vërdaste geslaogë bès (=zich vlug verongelijkt voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- kbein maor en alve panne (=zich niet goed voelen) (Gents)
- kzen ni in maan talluur (=U niet goed voelen) (tervurens)
- lang teine hëbbe (=zich rap aangesproken voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- lòt us kwikke hoe zwaor dè-t-is (=laat eens voelen hoeveel het weegt) (Tilburgs)
- lotte aonviele bau et op steet (=laten voelen wat de bedoeling is) (Munsterbilzen - Minsters)
- mottig zijn (=zich niet goed voelen) (Meers)
- ni in zènnen auk zijn (=zich niet goed voelen) (Meers)
- ni op zenne chef de fil zen (=zich niet goed in zijn vel voelen) (Aalsters)
- nie goe in zaën taloeër zaën (=zich niet goed voelen) (Winksels)
- nie op ze pas zien (=zich niet fit voelen) (Veurns)
- Niej op zenne kullo zen... Niej op zen stukker zen (=zich niet goed voelen) (Stals)
- niks te bes in order waezen (=je niet lekker voelen) (Achterhoeks)
- Oasem voelen (=Iemand uithoren) (Wichels)
- op zén éffen zijn (=zich terug goed voelen) (Meers)
- op ziene stael zeen (=zich op zijn gemak voelen) (Weerts)
- over en alf duij gescheite (=zich niet zo lekker voelen) (Rous (Sint-Genesius-Rode))
- prattë geprat zin (=zich op zijn tenen getrapt voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- schaai tellen (=te kort gedaan voelen) (Astens)
- séffëss geeste wol ë tauntjsje leiger zinge (=als je zo verder doet, zul je de gevolgen voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen