Spreekwoorden met `verdien`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `verdien`

  1. de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet (=zij die het goede werk verrichten, krijgen niet altijd de beloning)
  2. de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
  3. een stoel in de hemel verdienen (=je door een goed werk onderscheiden)
  4. het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
  5. het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
  6. je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
  7. je sporen verdienen (=respect krijgen door goed werk te verrichten)
  8. je verdiende loon krijgen (=krijgen wat hem toekomt (meestal iets slecht))
  9. niet het zout op zijn patatten verdienen (=een klein inkomen hebben)
  10. zuur verdiende centen. (=geld waarvoor hard is gewerkt.)

32 betekenissen bevatten `verdien`

  1. handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)
  2. dat zal hem geen windeieren hebben gelegd (=daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben)
  3. wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
  4. uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
  5. sijmen betaalt (=diegene die het minste verdient draagt de kosten)
  6. een handwerk heeft een gouden bodem (=een goed vakman verdient altijd zijn brood)
  7. de kunst gaat om brood (=een kunstenaar verdient moeizaam z`n brood)
  8. de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
  9. de room is er af. (=er is weinig meer aan te verdienen)
  10. geld uit iets slaan (=ergens geld aan verdienen)
  11. gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
  12. in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
  13. arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
  14. het zout in de pap verdienen (=heel weinig verdienen)
  15. parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
  16. boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
  17. het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
  18. wat doe je voor de kost? (=hoe verdien je je geld?)
  19. ere wie ere toekomt (=iemand die de eer verdient moet die ook krijgen)
  20. vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
  21. verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)
  22. de vuilste varkens willen altijd het beste stro. (=mensen die het niet verdienen willen evengoed het beste)
  23. geld ruiken (=merken dat er iets te verdienen is)
  24. onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
  25. armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dieren in de stal kun je geen geld verdienen)
  26. slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
  27. de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
  28. voor de bui binnen zijn (=voordat het slechter wordt genoeg verdiend hebben)
  29. wie niet werkt zal niet eten (=wie niet werkt verdient de kost niet)
  30. liggen de handen dan liggen de tanden (=wie niet werkt verdient niet genoeg om te eten)
  31. op eigen wieken drijven (=zich volledig kunnen redden van het geld dat iemand verdient)
  32. van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)

3 dialectgezegden bevatten `verdien`

  1. 'k verdien ier 't zaat op min petetten nog nie (=ik verdien hier heel weinig) (Sint-Niklaas)
  2. 't geld groeit nie op me rik (=ik verdien ze niet zo gemakkelijk, mijn centjes) (Veurns)
  3. ze wasse mich nie op mene rëg (=zo gemakkelijk verdien ik ze niet) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen