Spreekwoorden met `ukken`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ukken`

  1. de vruchten van iets plukken (=het voordeel van iets hebben)
  2. een oogje dichtdrukken/toeknijpen/luiken (=niet optreden tegen iets wat eigenlijk niet mag. Iets gedogen)
  3. iemand met de neus op de feiten drukken (=iemand iets zó onder de aandacht brengen, dat hij het niet langer kan negeren)
  4. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
  5. iemands voetstappen drukken (=iemands voorbeeld volgen of hetzelfde beroep gaan doen)
  6. iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
  7. je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  8. je snor drukken (=afwezig blijven / zijn werk niet doen)
  9. op geen stukken na (halen) (=met grote achterstand iets niet halen)
  10. op het hart drukken (=met de grootste nadruk zeggen)
  11. stukken maken (=een grote indruk maken , veel kapot maken)
  12. twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
  13. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  14. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)

24 betekenissen bevatten `ukken`

  1. die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
  2. daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
  3. driemaal is scheepsrecht (=de derde keer zal je wel gaan lukken)
  4. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  5. de baars vergallen (=de zaak laten mislukken)
  6. het vlees doden (=de zinnelijke behoeften onderdrukken)
  7. die vlieger gaat niet op (=die gedachte gaat niet lukken)
  8. om zeep brengen/helpen/zijn (=doden/mislukken)
  9. een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
  10. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  11. in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
  12. schipbreuk lijden (=het niet tot zijn doel geraken / mislukken)
  13. met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
  14. er op hameren (=iets voortdurend benadrukken)
  15. aan een dood paard trekken. (=je inspannen voor iets, dat tot mislukken gedoemd is)
  16. op een blind paard wedden. (=je inzetten voor iets wat gedoemd is te mislukken)
  17. op de klippen lopen (=mislukken)
  18. spaak lopen (=mislukken)
  19. verdrinken eer men water gezien heeft (=mislukken voordat het begonnen is)
  20. twee linkerhanden hebben (=onhandig zijn, werk altijd laten mislukken)
  21. wie niet omziet is haast teniet (=overhaastig werken leidt tot ongelukken)
  22. naar de kelder gaan (=verongelukken (en met een schip: zinken))
  23. in de soep lopen (=volledig mislukken (van een plan))
  24. los in de mond zijn (=zichzelf goed kunnen uitdrukken en gedachten kunnen verwoorden)

2 dialectgezegden bevatten `ukken`

  1. op zèn ukken zitt'n (=gehurkt zitten, hurken, op zijn hurk zitten) (Meers)
  2. op zèn ukken zitten (=hurken, op zijn hurk zitten) (Meers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen