25 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `uiten`
- als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)
- buiten de kerf gaan (=als iets te ver gaat)
- buiten de schreef (=niet meer acceptabel)
- buiten de waard rekenen (=niet gerekend hebben op hoe anderen er werkelijk over denken)
- buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
- buiten iets kunnen. (=iets kunnen missen)
- buiten schot blijven (=niet worden aangetast)
- buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
- buiten westen (=bewusteloos)
- buiten zijn boekje gaan (=meer doen dan toegelaten)
- buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
- buiten zijn rekening gaan. (=als het anders loopt dan verwacht)
- de bloemetjes buiten zetten (=uitbundig vieren)
- de boeken sluiten (=ermee stoppen - bankroet gaan)
- de duiten bijten hem (=hij verspilt zijn geld)
- de ogen voor iets sluiten (=oogluikend toelaten)
- de vuile was buiten hangen (=over onaangename zaken spreken met buitenstaanders)
- er naar kunnen fluiten (=het niet krijgen)
- je ogen voor iets sluiten (=doen alsof iets er niet is)
- met de benen buiten hangen (=gezegd als het erg druk is)
- ruiten tikken (=inbreken)
- tegen de borst stuiten (=ergens zwaar moeite mee hebben / met tegenzin ondervinden)
- tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
- uit de kluiten gewassen zijn (=erg stevig en groot zijn)
- wat helpt fluiten, als het paard niet pissen wil. (=een zinloze oplossing)
40 betekenissen bevatten `uiten`
- de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
- er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
- van zijn á propos (=buiten bewustzijn, groggy)
- zin noch wit hebben (=buiten jezelf zijn van woede)
- uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of doordringend zijn)
- zo lustig zijn als een vogeltje dat koe heet (=buitengewoon loom zijn)
- als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
- water bij de wijn doen (=compromissen zien te sluiten)
- iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
- je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
- over de rooie gaan (=de perken te buiten gaan)
- een ijzer in het vuur hebben (=een plan hebben dat nog onbekend is voor de buitenwereld)
- iemand op zijn vestje spuwen (=een standje geven en ongenoegen over iemand uiten)
- een luchtje scheppen (=even buiten gaan wandelen)
- een luchtje happen (=even buiten gaan wandelen)
- op je duimpje kennen (=heel goed kennen, van buiten weten)
- het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
- het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
- zo gaan er geen twaalf in een dozijn (=het is iets buitengewoons)
- je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
- de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
- wat de boer niet kent, dat vreet hij niet (=hij wenst uitsluitend gerechten te nuttigen die hij reeds kent)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- iemand het net over het hoofd halen (=iemand tegen wil en dank tot iets doen besluiten)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- in den vreemde (=in het buitenland)
- een frisse neus halen (=naar buiten gaan)
- Parijs is wel een mis waard (=om een voordeel te behalen bij tegenstanders aansluiten)
- op den boer (=op den buiten)
- in verzekerde bewaring nemen (=opsluiten (in gevangenis))
- de vuile was buiten hangen (=over onaangename zaken spreken met buitenstaanders)
- de lachende derde (=persoon die buiten een conflict staat, maar profiteert van de uitkomst)
- een ridder van het lui paard zijn (=steeds smoesjes verzinnen en de schuld buiten jezelf leggen)
- op het gijpen liggen (=stervend of totaal buiten adem zijn)
- geen vlieg kwaad doen (=uitsluitend goede bedoelingen hebben, niemand tot last zijn)
- aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
- het erg bont maken (=zich al te fel te buiten gaan)
4 dialectgezegden bevatten `uiten`
- balkeniëre (=luidkeels zijn ongenoegen uiten) (Munsterbilzen - Minsters)
- è'k ik een aute muileken misschien? (=om uw ongenoegen te uiten wanneer je geen deel krijgt bij de verdeling van iets lekkers) (Lokers)
- mor mengs toch (=om zijn bezorgdheid te uiten zegt men dikwijls:....) (Sint-Niklaas)
- witte wa da doa van oan es (weet ge wat daar van aan is) (=om zijn verontwaardiging te uiten bij een gerucht dat de ronde doet en wanneer men de waarheid kent) (Leefdaals)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen