25 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `tegen de`
- dat is mij tegen de boeg. (=dat is tegen mijn zin)
- de kont tegen de krib gooien (=weerspannig zijn)
- de verzenen tegen de prikkels slaan (=zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is)
- iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
- je gat tegen de kribbe zetten (=onwillig zijn)
- met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
- met de rug tegen de muur staan (=geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg)
- met het hoofd tegen de muur lopen (=het onmogelijke proberen)
- tegen de borst stuiten (=ergens zwaar moeite mee hebben / met tegenzin ondervinden)
- tegen de dood is geen kruid gewassen. (=doodgaan is onvermijdelijk)
- tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
- tegen de klippen op gaan (=aan een stuk doorgaan (met liegen))
- tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- tegen de maan pissen (=iets onmogelijks proberen)
- tegen de muur zetten (=doodschieten)
- tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
- tegen de schenen schoppen (=ruzie zoeken)
- tegen de stroom is het kwaad roeien / zwemmen (=tegen algemene opvattingen kan men zich moeilijk verzetten)
- tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
- tegen de verdrukking in groeien (=ondanks zware omstandigheden toch vooruit komen)
- tegen de vleug strijken (=prikkelen, boos maken)
- vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- wie een paard uit de wei wil halen, moet het beest niet eerst met het halster tegen de kop slaan. (=je bereikt meer met vriendelijkheid, dan met strengheid)
- wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
3 betekenissen bevatten `tegen de`
- in zijn kraag duiken (=de kraag hoog opzetten tegen de koude)
- goedschiks of kwaadschiks (=met of tegen de zin)
- tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
50 dialectgezegden bevatten `tegen de`
- 't es en remedie tegen de liefde (=een lelijke vrouw) (Gents)
- a kasse opfredn (=tegen de muren oplopen) (Kaprijks)
- A ne ke goe louten betingelen is goe tegent flesoën (=U eens goed laten benetelen is goed tegen de reuma) (Moorsel)
- daaj goeng op ër pëtatte niër (=dire ging zwaar tegen de grond) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat stuit me teeg' n de borst (=stuiten - dat stuit mij tegen de borst) (Westerkwartiers)
- de graute aete de kleen (=als kleine zelfstandige kan je niet op tegen de groten) (Bilzers)
- de plis zaag tieëge de fitsër : kom tër ès aof, mennêke, dat ich tich trop zèt (=de politie-agent zei tegen de fietser (in overtreding) : kom eens van je fiets af, ik ga je op de bon zetten)) (Munsterbilzen - Minsters)
- de regen kletst tege de ruiten (=de regen pletst tegen de vensters) (Sint-Niklaas)
- den (h) illige Staakestief, patrooën teegn de jukste: wordt ironisch gezegd van iemand met een erg stramme houding (=de heilige Stakestijf, patroon tegen de jeukste) (Klemskerks)
- detala (o) ge is verschote (=uitgestalde waren onvoldoende tegen de zon beschermd) (Oudenbosch)
- Die ken tante zeggen tegen de rolpaal (=Een complexe familieband) (Westlands)
- e keunebille geevn (=een stoot tegen de dijen geven) (Veurns)
- een plakkebert (=een krulbol die tegen de staak rechtop blijft staan) (Kaprijks)
- ei bokkepoeaten?dan lop je we moeilijk zeker? (=tegen de bakker) (Zeeuws)
- eine mol haet geine kieër inne haor (=je kan iemand niet tegen de haren in kan strijken) (Heitsers)
- Ha is mee zen peteuzze tege de kuist gegaan (=Hij is tegen de grond gevallen) (Olens)
- Hee was oarig krange in de huud (=Hij was behoorlijk tegen de draad in) (Epers)
- hei hait achter de beerkeir geloeipen tegen de wind in (=iemand met sproeten op zijn gezicht) (Buggenhouts)
- hei zee de champetter tigge de voerman, kom er es aaf da ich er och opzet (=hier zei de veldwachter tegen de boer, kom er eens af dat ik er U op zet) (Heusdens)
- Hij mos flink knéje tegen de wiend ien (=tegen de wind in fietsen) (Genneps)
- Hij scheut de balle tegen de paole (=Hij schoot de bal op de paal) (Hoogeveens)
- Hij sloeg pladeirems tegen de grond. (=Hij viel plotseling) (Liers)
- iemëd zë poepke werm maoke (=iemand tegen de billen kletsen) (Munsterbilzen - Minsters)
- iets pakken da stopachtig is (=iets innemen tegen de diarreé) (Sint-Niklaas)
- ik reej krèk meej mene kreugel teege de kaajbaand ene kinkenduut kaajkepòt (=ik reed zojuist met mijn kruiwagen tegen de trottoirband een kikker dood.) (Tilburgs)
- ik sloa oe subiet meepesaant mee ow bakkus tege denne kaaibaand (=Als je niet uitkijkt sla ik je tegen de stoeprand) (Tilburgs)
- in 'e wien op (=tegen de wind in) (Leewarders)
- in de vruure (=tegen de avond) (`t-Heikes)
- Je lult maar een eind weg (=Je praat tegen de muur) (Bargoens)
- knòts tòch nie zo op de kaajbaand, sebiet hèdde unne lèkke tuut. (=knal toch niet zo tegen de trottoirband, zo dadelijk heb je een lekke band.) (Tilburgs)
- koster koster aa gat es vol ploster (=tegen de koster) (tervurens)
- krèk vur dun donkere (=tegen de avond) (Luyksgestels)
- liek teeg'n de wiend ien (=pal tegen de wind in) (Westerkwartiers)
- mee d'n uitkoomn (=tegen de lente (het voorjaar) ) (Waregems)
- mee' zein bakkes tegen de mier loeipen (=tegen de lamp lopen) (Buggenhouts)
- met zënen hete kop tïëge de waeèn op lope (=een koppigaard loopt wel tegen de muren) (Munsterbilzen - Minsters)
- mooi de klos zijn (=tegen de lamp lopen) (Oudenbosch)
- nen eljen emmer petetten oan énnen buist en da fleus tegen de zitterse steweg (=een ganse emmer aardappelen aan één struik en dat straks tegen de zittaartse steenweg) (Meerhouts (Gestel))
- nen noet gebold (=krulbol staat recht tegen de staak) (Knesselaars)
- Nie tegen de kerk pissen, da droogt nooit meer (=Geen ruzie maken met de pastoor / kerkbestuur, want dat vergeten ze nooit) (Zeeuws)
- Now gao'k d'r aan, zei de pier tegen de haan. En toen had'e 'm al half opgeaete. (=het is te laat daar nog iets aan te doen.) (Barghs)
- prijz ên (=tegen de lamp lopen) (Kaprijks)
- sget tege du muur omhoog man geuk (=Zou u mogelijk tegen de muur omhoog uw behoefte willen doen) (Bredaas)
- t Wotter is op Soeskesbrugge (=Als het theewater tegen de kook aan is) (Gronings)
- teegen ut regeur in (=tegen de draad in, in de contramine, tegendraads) (Tilburgs)
- Teegn de wiend in sniesteren (=tegen de wind in plassen) (Elspeet)
- teen dat reent (=tegen de tijd dat het begint te regenen) (Kaprijks)
- teeng`n de kast pissen. (=verzet tegen de rechtelijke macht) (Twents)
- Tège de kiër i (=tegen de stroom in) (Horster)
- tege dun donkere (=tegen de avond) (Luyksgestels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen