3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `reeds`
- de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
- goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
6 betekenissen bevatten `reeds`
- wat de boer niet kent, dat vreet hij niet (=hij wenst uitsluitend gerechten te nuttigen die hij reeds kent)
- het warm water (her)uitvinden (=iets wat reeds lang bekend is, presenteren alsof het een originele innovatie is. (Niet verwarren met `het wiel opnieuw uitvinden`))
- goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.)
- meer pijlen op zijn boog hebben (=meer kunnen dan reeds laten zien)
- het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf)
- vuile boter, vuile vis (=zonder goed gereedschap bereik je geen goede resultaten)
16 dialectgezegden bevatten `reeds`
- 't groeën stoet al in d'oeër'n (=de aren van het graan zijn reeds geschoten) (Meers)
- aste moes barste van de liëgës, loepste allang mètte dérm èn zën haan (=als je zou barsten van de leugens, liep je reeds lang rond met je darmen in je armen) (Munsterbilzen - Minsters)
- da's 'n publiek geheim (=iedereen weet dat reeds) (Westerkwartiers)
- daaj hër blumpkë ès allang geplokkë (=die is reeds lang geen maagd meer) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès allang zaolëgër (=hij is reeds lang dood) (Munsterbilzen - Minsters)
- de sjampëljoeng was tèsse zën teine (=zijn voeten zijn reeds lang niet meer gewassen, er groeien al champignons tussen zijn tenentussen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Deer make ze allang knope van; hai komt temet awweer trug (zie ook opmerkingen) (=Iemand is reeds lang geleden overleden.) (Zaans)
- Ein vrouw diej wiltj aafvalle mót mètdoon aan miss-verkezinge. Den heet ze kans det ze al es ieëste aafviltj! (=Een vrouw die wil afvallen moet meedoen aan de miss-verkiezingen. Dan heeft ze kans dat ze reeds als eerste afvalt!) (Kinroois)
- es t'eten oal griet (=is het eten reeds klaargemaakt) (Lochristis)
- het graos steet allang op zene bauk (=die is reeds lang dood en begraven) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij was al vroeg ien 'e weer (=hij was reeds vroegtijdig aan het werk) (Westerkwartiers)
- iemand ien 'e koart kiek'n (=iemands plannen reeds kennen) (Westerkwartiers)
- jeet ol veele mispekkeld (=hij heeft reeds heel wat mispeuterd) (Kortemarks)
- Langksaam kalle en snel dinke, heet al veul vrintjsjap doon blinke! (=Langzaam praten en snel denken, heeft reeds veel vriendschappen bezegeld.) (Kinroois)
- waat zulle wae noe beginne, zag de vos taege de hinne, toen haaj d’r d’n haan al binne (=het voornaamste werk was reeds gedaan) (Heitsers)
- zijn mijn schoens ol gekuist (=zijnmijn schoenen reeds gepoetst) (Lochristis)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen