Spreekwoorden met `erve`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `erve`

  1. de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
  2. duizend doden sterven (=enorme angsten uitstaan)
  3. iemand doodverven met iets (=iemand bestemd voor een post achten, iemand als de dader van iets afschilderen (doodverf is grondverf)[1])
  4. je eigen dood sterven. (=vanzelf voorbij gaan)
  5. kaart, keurs en kan, bederven menig man. (=ten onder gaan aan gokken, vrouwen en drank)
  6. kleine vossen bederven de wijngaard (=kleine fouten kunnen zorgen voor grote problemen in het geheel)
  7. kwade gezelschappen bederven goede zeden. (=slechte eigenschappen overnemen van slechte vrienden)
  8. scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
  9. te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
  10. te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
  11. tussen servet en tafellaken zijn (=niet bij de kleintjes maar ook niet bij de groten horen)
  12. veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
  13. wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)

55 betekenissen bevatten `erve`

  1. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  2. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  3. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  4. in zijn achterhoofd hebben (=als reserve klaar hebben)
  5. uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
  6. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  7. het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
  8. de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
  9. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  10. tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
  11. moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
  12. moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus moeten maken)
  13. in de grond boren (=een idee op vervelende wijze sterk afkeuren)
  14. een appeltje voor de dorst (=een reserve voor moeilijke tijden die mogelijk nog gaan komen)
  15. dat is een kwal (=een uiterst vervelend persoon)
  16. het niet meer kunnen navertellen (=er aan sterven)
  17. een vaantje strijken (=flauw vallen, sterven, het opgeven)
  18. memento mori (=gedenk dat je zal sterven)
  19. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  20. ter ziele zijn / ter ziele gaan (=gestorven zijn of sterven, ook figuurlijk: iets dat niet meer bestaat of actief is)
  21. goederen in de dode hand (=goederen die niet vererven)
  22. beter blode Jan dan dode Jan (=het is beter zich laf blood te gedragen, dan te sterven, dood te zijn)
  23. je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
  24. je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
  25. je eigen graf graven/delven (=het voor zichzelf bederven)
  26. de dood kent geen lieve kinderen (=ieder moet sterven)
  27. de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
  28. die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
  29. iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
  30. de pret alleen hebben (=iemands plezier bederven)
  31. de schurft aan iets hebben (=iets erg vervelend vinden)
  32. van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
  33. de pil vergulden (=iets vervelends op zo vriendelijk mogelijke manier zeggen)
  34. in de aap gelogeerd zijn (=in een vervelende positie beland zijn)
  35. een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
  36. zo vader, zo zoon (of: Zo moeder, zo dochter) (=kinderen erven de eigenschappen van hun ouders)
  37. uitgaan als een nachtkaars (=langzaam doven, sterven)
  38. de kunst afkijken. (=leren door te observeren.)
  39. zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
  40. je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
  41. een appeltje met iemand te schillen hebben (=nog een vervelend onderwerp met iemand te bepraten hebben)
  42. heden ik morgen gij (=oud grafschrift: gedenk, lezer, dat jij ook zal sterven)
  43. het eten niet meer op kunnen. (=spoedig moeten sterven.)
  44. met het leven afrekenen (=sterven)
  45. de weg van alle vlees gaan (=sterven)
  46. de pijp uitgaan (=sterven)
  47. de ogen luiken (=sterven)
  48. je laatste adem uitblazen (=sterven, doodgaan)
  49. de pijp aan maarten geven (=sterven, ermee ophouden)
  50. op het gijpen liggen (=stervend of totaal buiten adem zijn)

Eén dialectgezegde bevat `erve`

  1. wae den hiemel wilt verwerve moet zën fëmielë loeëtë erve (=de familie gaat overal voor) (Munsterbilzen - Minsters)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen