Spreekwoorden met `schep`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schep`

  1. de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
  2. de peentjes opscheppen (=de boel opruimen)
  3. de schepen achter zich verbranden (=een beslissing nemen en niet meer terug kunnen)
  4. een luchtje scheppen (=even buiten gaan wandelen)
  5. er een schepje opdoen (=er nog wat aan toevoegen)
  6. iemand afschepen (=met een voorwendsel wegzenden)
  7. voor het opscheppen hebben (=meer dan genoeg hebben, zonder er iets voor te moeten doen)

9 betekenissen bevatten `schep`

  1. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  2. er prat op gaan (=erg trots over iets zijn en er over opscheppen)
  3. hoog van de toren blazen (=het grote woord willen hebben / opscheppen)
  4. zijn land ligt in zijn schoenen (=hij is een grote opschepper)
  5. het oog is groter dan de maag (=meer op het bord scheppen dan er opgegeten kan worden)
  6. de draad van Ariadne (=middel om klaarheid te scheppen in een ingewikkeld iets)
  7. een toontje lager zingen (=minder opscheppen, minder grote mond hebben)
  8. dik doen (=opscheppen)
  9. met spek schieten (=overdrijven of opscheppen)

4 dialectgezegden bevatten `schep`

  1. er ne schep (doffe e) bouvenoep doen (=overdrijven) (Winksels)
  2. hedde gij un schup om meej te spaaie in de mast (=heb jij een schep om te graven in het bos) (Eindhovens)
  3. je dei dre ne schep bovnup (=hij overdreef) (Kortemarks)
  4. Jooi skeppiet zo op (=schep niet zo op) (Derps)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen