8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet aan`
- dat zal je de dood niet aandoen (=iets is niet zo erg is als het lijkt)
- de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- er niet aan kunnen tippen (=er een voorbeeld aan kunnen nemen)
- er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
- je moet de kat niet aan de kaas laten komen. (=zorg voor niet te veel verleiding)
- niet aan het juiste adres zijn (=iets aan de verkeerde persoon vragen)
- niet aan zijn trekken komen (=niet krijgen wat men wil)
30 betekenissen bevatten `niet aan`
- een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
- dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
- de leer veroordelen maar de leraar sparen (=de wortel van het probleem niet aanpakken)
- zand schuurt de maag (=een beetje zand eten is niet erg (meer algemeen: stel je niet aan!))
- er een kleine jongen bij zijn (=er niet aan kunnen tippen)
- er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzitten, er niet toe verplicht zijn)
- er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
- feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
- schitteren door afwezigheid (=ergens niet aanwezig zijn, terwijl je komst wel verwacht werd)
- goede waar prijst zichzelf (=goed materiaal moet niet aangeprezen worden)
- de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
- geen graten in iets vinden (=het niet erg vinden, zich er niet aan storen)
- er lak aan hebben (=het zich helemaal niet aantrekken)
- het water is veel te diep (=hij durft het niet aan)
- iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
- een heilige koe (=iets waar je niet aan mag komen en zuinig op bent, voor sommige mensen is dat bijv. een auto)
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- je wel voor de kop kunnen slaan (=kwaad zijn op jezelf over het feit dat men ergens niet aan gedacht heeft)
- door het ijs zakken (=niet aan de verwachtingen voldoen.)
- van de hand slaan/wijzen (=niet aannemen)
- de handen thuis houden (=niet aanraken)
- op het appèl ontbreken (=niet aanwezig zijn)
- geen spek voor de bek (=ongeschikt - iets wat men niet aankan)
- je van de hals houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- geen been aan de grond krijgen (=voorstel werd niet aangenomen)
- goed begonnen is half gewonnen (=wat niet aangevangen wordt komt ook nooit af. / Wanneer het begin van iets goed is, is de kans groter dat het goed eindigt)
- je neus in andermans zaken steken (=zich bemoeien met zaken die je niet aangaan)
- onder en boven de wet zijn (=zich niet aan de regels hoeven te houden)
50 dialectgezegden bevatten `niet aan`
- 'k meuë't nie gedriuëmd-ên (=ik mag er niet aan denken) (Kaprijks)
- 'k oë malsjanse (=ik had het geluk niet aan mijn zijde) (Waregems)
- 'k veger man polleviekes oean (=ik trek het mij niet aan) (Ninoofs)
- 't bijt in zijn bille (=hij kan er niet aan weerstaan) (Kaprijks)
- 't kan me ginnen bal skillen (=ik trek het mij helemaal niet aan) (Meers)
- 't kan me ni bommen (=ik trek het me niet aan) (Meers)
- 't lijt niet aan heur dat de oorlog nog niet aofloop'm is (=het is een wel heel simpel iemand) (Westerkwartiers)
- 'tes nen kladpoater (=iets niet goed uitvoeren, niet aan kunnen) (Wetters)
- achteróm is kèrmis (=uitspraak om aan te geven dat je niet aan hoeft te bellen maar gerust achterom mag komen) (Heitsers)
- as slimmeke doeëd is meegde goa tzoan (=je komt niet aan de beurt) (Booms)
- bedoot dich get (=stel je niet aan) (Heitsers)
- braand dien vingers d'r moar niet aan (=kijk uit wat je doet) (Westerkwartiers)
- d n bloed zijn (=niet aan iets kunnen ontkomen) (Oudenbosch)
- d'r és gin doen oeën (=er is niet aan te doen) (Meers)
- da bek mich nie (=dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da hink mich te stroët aut (=dat staat me helemaal niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da kan mich nie sjaele (boeme) (=dat trek ik me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da kan mich nie sjille (boemme) (=dat belangt me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da kump bij mich nog nie ès op (=ik denk er niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- da rok men kaa kleer nie (=ik trek het me niet aan) (Bilzers)
- da stikmech men oogen aut (=ik kan er niet aan weerstaan) (Bilzers)
- da sto gullèk ne poal bove woater (=dat is zeker, daar moet men niet aan twijfelen) (Sint-Niklaas)
- da zie je van ier (=daar moet je niet aan twijfelen) (Kortemarks)
- da ziede van ier (=ik denk er niet aan) (Meers)
- da's niet aan te road'n (=dat is niet aan te bevelen) (Westerkwartiers)
- daq gojt mich heilegans nie (=dat staat me helemaal niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- das van m'n botte (=dat staat me hoegenaamd niet aan) (Herentals)
- dat bek mich nie (=dat lust ik niet -(ovd) dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat goank nie an je neuz' angn (=dat zal ik niet aan je neus knopen) (Veurns)
- dat gojt mich nie (=dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat haar 'k over de kop keek'n (=daar had ik niet aan gedacht) (Westerkwartiers)
- dat heb 'k over de kop keek'n (=daar heb ik niet aan gedacht) (Westerkwartiers)
- Dat höbs doe taege geine gek gezag (=Dat is niet aan dovemansoren gezegd) (Sittards)
- dat kan mich nie sjaele (=ik trek het mij niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat kon er niet over zien haart krieg'n (=dat durfde hij niet aan) (Westerkwartiers)
- dat lot mich kaat noch wêrm (=dat spreekt me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de achterboks antrekk'n (=zich niet aan een afspraak houden) (Twents)
- de kons mëne zak opbloëze (=daar begin ik niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes ziëker geen moeite doen (=trek het je vooral niet aan) (Bilzers)
- de weeld stik ëm (=hij kan al de weelde niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- deer: Stékt ' n tiss' n de deer (=Seksueel niet aan je trekken kunnen komen) (Lebbeeks)
- Dich kens mich get! (=Daar doe ik niet aan mee! Je kunt me wat!) (Brees)
- Doa zennek ni van gedind. (=Dat staat me niet aan) (Geels)
- doar heb ' k paart noch deel aan (=daar heb ik totaal niet aan mee gedaan) (Westerkwartiers)
- doë bén ich nie met opgezatte (=dat staat me niet aan) (Bilzers)
- doë bèn ich nie van gediend (=dat staat me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë hëb ich de sjijt aon (=dat trek ik me helemaal niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë hüb ich part noch deel aon (=daar doe ik niet aan mee) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë maok ich mën haan nie vaul aon (=daar waag ik me niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë spaaj ich op (=bah, dat staat me helemaal niet aan) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen