275 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `na`
- aan een been knagen (=langdurig vergeefs bezig zijn)
- aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
- aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
- achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- al zo oud als de weg naar Kralingen (=erg oud)
- alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kam)
- alle waar is naar zijn geld (=van iets goedkoops mag je geen topkwaliteit verwachten)
- alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
- allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
- alles malletje naar malletje doen/maken (=alles steeds weer op precies dezelfde manier doen)
- alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
- als aan de grond genageld staan (=perplex staan)
- als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
- als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
- als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
- als de nood het hoogste is, is de redding nabij (=in hoge nood komt er vaak plotseling een oplossing)
- als een nachtkaars uitgaan (=in een gestaag tempo minder worden en eindigen)
- als het kind maar een naam heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naam geven))
- als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
- als winnaar/beste uit de bus komen (=iets of iemand blijkt het beste te zijn)
- berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
- bij nacht en ontij (werken/zijn) (=wanneer anderen slapen)
- bij nacht zijn alle katjes grauw en alle mondjes even nauw (=als het erop aankomt zijn we allen gelijk)
- bij Neck om naar Den Haag (=een onnodige omweg maken)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
- daar is wel wachten maar geen vasten naar (=dat zal niet gauw gebeuren)
- dat is andere tabak dan kanaster (=dat is wat anders!)
- dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
- dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- dat ruikt naar peper (=dat is erg duur)
- dat smaakt naar meer (=meer van dat, graag!)
- de bijl naar de steel werpen (=iets geheel opgeven)
- de degen/harnas aangespen (=zich op de strijd voorbereiden)
- de dingen bij hun naam noemen (=zeggen waar het op staat)
- de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
- de Hebreeërs bouwden het, maar de Egyptenaren hebben het. (Exodus 1:11-14) (=het vuile werk door anderen opknappen en het resultaat zelf pakken)
- de huik naar de wind hangen (=meeheulen - altijd andermans standpunt volgen)
- de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
- de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
- de naald in het spek steken. (=stoppen met werken.)
- de nacht brengt raad. (=ergens een nachtje over slapen leidt tot betere beslissingen of oplossingen)
- de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
- de natuur gaat boven de leer (=men volgt eerder zijn karakter dan hetgeen men leert)
- de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
- de ooievaar nakijken (=tijd verdoen)
- de tering naar de nering zetten (=leven met de middelen die men heeft)
- de tijd kent geen genade (=de tijd gaat sneller voorbij dan je denkt)
- de tol aan de natuur betalen (=dood gaan)
- de vis aardt naar de zee (=je kunt wel zien waar hij vandaan komt)
- de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
331 betekenissen bevatten `na`
- van de nacht een dag maken (=`s nachts werken)
- aan de vruchten kent men de boom (=aan de nakomelingen kent men de ouders)
- lapsus memoriae (=aan het geheugen ontsnapt)
- aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
- het oor strelen (=aangenaam in de oren klinken)
- achter de wolken schijnt de zon (=alle nare dingen zijn tijdelijk en daarna wordt het beter)
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- tot in de puntjes regelen (=alles nauwkeurig regelen)
- vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
- mei koel en wak, veel koren in de zak. (=als het in mei nat en koud is wordt de opbrengst hoog)
- dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
- wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
- belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
- waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
- een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
- wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
- draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- kijken als Jonas in de walvis (=benauwd kijken)
- tegen de lamp lopen (=betrapt/gesnapt worden)
- om kaneelwater lopen (=beuzelwerk doen - van het kastje naar de muur gestuurd worden)
- op apegapen liggen (=bijna dood of erg benauwd zijn)
- aan de rand van het graf staan (=bijna dood zijn)
- met een been in het graf staan (=bijna dood, ernstig ziek)
- op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
- op je laatste benen lopen (=bijna niet meer kunnen van vermoeidheid)
- op je zenuwen leven (=bijna overspannen geraken)
- goede raad is duur (=bijna te moeilijk om raad te kunnen geven)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- dat is algabra voor hem. (=daar snapt hij niets van.)
- dat is een paal onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
- de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
- uit het oog, uit het hart (=de aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is)
- in diskrediet brengen (=de goede naam aantasten)
- de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
- het koren van de molen zenden (=de klanten wegjagen - zichzelf benadelen)
- homo homini lupus (=de mens benadert zijn medemens als een wolf)
- regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
- ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
- in gebreke zijn (=de taak niet naar behoren uitgevoerd hebben)
- de oude adam (=de zondige natuur (aard))
- bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
- zwijgen en denken zal niemand krenken. (=denk na voor je iets zegt wat pijn kan doen)
- het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
- moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
- op til zijn (=dingen zijn op dit moment gaande (met name veranderingen))
- haast je langzaam (=doe het zo snel mogelijk, maar niet sneller (uit het Latijn: Festina lente))
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
50 dialectgezegden bevatten `na`
-
Eine dae nao mich kumtj is altied de volgendje! (=Iemand die na mij komt is altijd de volgende!) (Kinroois)
-
veur en nao 't aete kumtj alles inne sjakosj! (=voor en na het eten komt alles in orde!) (Kinroois)
- `je gaot nog lang niet doad he jochie /messie/wijfie II: Je gaat bij lange na niet dood/hemeluh .. wat een stank. (=iemand die stinkt na poepen op het toilet/wc) (Utrechts)
- 'n proof bringe (=na de slacht werd vroeger een stuk worst of balkenbrij naar de pastoor gebracht) (Weerts)
- 's aovends nen keerl 's maorgns nen keerl (=na flink zuipen moet je 's morgens niet zeiken) (Achterhoeks)
- 't è na de kleudn (=Het is om zeep) (Deinzes)
- 't e na de wuppe (=het is om zeep, naar de knoppen) (Wevelgems)
- 't hink'nd peerd komt achteraan (=na goede dagen komen weer slechte) (Westerkwartiers)
- 't is na nie te moment (=het past nu niet) (Kaprijks)
- 't is net of de duvel d'r met speult (=het ene na het andere gaat mis) (Westerkwartiers)
- 't kump nie zoe na (=het hoeft niet perfect te zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't stik(kump) nie zoe na (='t moet niet heel juist zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't stikt zo na nie (=zo perfect moet het nu ook wel niet zijn) (Sint-Niklaas)
- 't was moar 'n drupke op de gloei'nde ploat (=de geboden hulp was bij lange na niet toereikend) (Westerkwartiers)
- 't zwieët van zij kliuëdn ljuëp lans zijn viuëriuëft omiuë (=iemand die enorm zweet na een inspanning) (Kaprijks)
- ' t regent vijf frankstukken! (=Als er na lange droogte regen valt) (Lokers)
- ' t zien goe' geeëstn die keeërn: gezegd als welkomstgroet als iemand na enige tijd terugkeert naar de plek van de spreker. (='t Zijn goede geesten die keren) (Klemskerks)
- a ligt op steirven, a ligt op staarven (=op sterven na dood) (Giesbaargs)
- a na stoa'k-ier schiuëne te schiwderen (=ik ben voor niets hierheen gekomen) (Kaprijks)
- aatër zën aur dabbe (=tijd nemen om na te denken) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaulen en draaugen (=de ene bui na de andere) (Klings)
- achter ne lèk komt er ne blèk (=na regen komt zoneschijn) (Zuid-west-vlaams)
- achter nuus zynt ol krullekoppen (=na ons...) (Veurns)
- achter oens piese ze der putses mee (=na ons dood doen de kinderen ons geld op) (Gents)
- achtr ons trekken ze de leere op (=na de dood is er niets meer) (Maldegems)
- adde me gistere g'uud was ek na a mase (=ik ben je slaaf niet) (Leefdaals)
- ae es mor d'uëgen toe te nèepen (=Op sterven na dood) (Wichels)
- alléén ne graute hond kan twei nèstë werm haage (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- allow na (=wat je nu zegt) (Overijses)
- As 't er iën'n in 't Schelde springt moe d'r nie achter springen (=Je hoeft anderen niet na te apen - niet in alles te volgen) (Wichels)
- As de s,i'j valt in sliek ,em-m wi'j mit dree daegen een arde diek (=Als het sneeuwt in de za hte grond na de dooi, gaat het gauw weer vriezen) (Giethoorns)
- as het no 5 oor drug blift hebben de ouj wiever kirmis (=als het na 5 uur ophoudt met regenen blijft het voor die dag droog) (Maasbrees)
- assët nie vërstees, moessët mér vërzitte (=denk maar eens lang en diep na) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste daud bès, wiët iedereen get van dich (=een vriend is iemand die tijdens je leven je vertelt, wat anderen na je dood van je weten te vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter ne naach triëver sloëpe, dan ne naach triëver wakker ligge (=berouw komt na de zonde) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau steed zene kop toch mèr! (=denk in het vervolg wat beter na) (Munsterbilzen - Minsters)
- bekiek het dich mèr tegoej (=denk er maar wat over na) (Munsterbilzen - Minsters)
- belangenie (=bij lange na niet) (Wichels)
- beniest: 't Es beniest, 't es de waurouijd (='t Is de waarheid (uitspraak na het niezen) ) (Lebbeeks)
- betaul'n: D'n dèdde kieë betaul'n! (=De derde keer betalen (werd gezegd als je iemand 2x kort na elkaar tegen 't lijf liep)) (Lebbeeks)
- bi lange na nie (=nog lang niet) (Terneuzens)
- bie je zekel ni dnoest (=met je sikkel na de oogst) (Zeeuws)
- bots noa de noen (=direct na de middag) (Leefdaals)
- bots noa de noen (=vlak na de middag) (Winksels)
- buukche vul, 't hetche begert de ruste (=na het eten word je slaperig) (Veurns)
- d oue kruumen hin voe de nieuwe ruumen (=en vieze luier na het drinken) (Zeeuws)
- d'es na 'tverskil van de differeensje (=Dat is nu juist het verschil.) (Ninoofs)
- d'n oetgank doon / maken (=Zegening van een vrouw die pas bevallen is. Eerste kerkgang na de bevalling.) (Steins)
- da des na echt voe a beste panch van af te kappe (=dat is echt een tegenvaller) (Brussels)
- da moe na wel zjuust wiwn lukn da ... (=het is toeval dat ...) (Kaprijks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen