14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `moeten`
- alle mensen moeten leven (=gun de anderen ook wat)
- bomen ontmoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
- een veer (moeten) laten (=met minder genoegen moeten nemen)
- er geen tekeningetje bij moeten maken (=het is overduidelijk)
- eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
- in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
- je zult ze maar de kost moeten geven (=het zijn er veel (mensen))
- moeten is dwang en huilen is kindergezang (=ik wil het wel doen, maar niet als het me verplicht wordt)
- moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus moeten maken)
- onder het Caudijnse juk moeten doorgaan (=vernederd worden)
- onder het juk moeten doorgaan (=zich aan andermans macht moeten onderwerpen)
- voor de rode deur moeten gaan (=voor het gerecht komen)
- voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)
- wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
46 betekenissen bevatten `moeten`
- het gelag betalen (=alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- daar moet de schoorsteen van roken (=dat moet de inkomsten voortbrengen. Daar moeten we van bestaan)
- voor iets moeten bloeden (=de gevolgen moeten dragen)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus moeten maken)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
- ruggespraak houden (=eerst ergens over moeten overleggen)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- kind noch kraai hebben (=geen nazaten of andere familieleden hebben, alleen rekening moeten houden met zichzelf)
- de haring braadt hier niet (=het gaat niet zoals het zou moeten)
- daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
- naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
- een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- hoe komt het kalf bij zijn maat (=hoe wonderlijk men elkaar kan ontmoeten)
- iemands voetveeg zijn (=iemands slaaf zijn (zich alles moeten laten welgevallen))
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- aan een klein vogeltje past geen grote bek. (=kinderen moeten gehoorzamen)
- in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken)
- voor het opscheppen hebben (=meer dan genoeg hebben, zonder er iets voor te moeten doen)
- wie staat ziet toe dat hij niet valle (=mensen die alles denken te weten of kunnen, moeten zelf maar oppassen voor fouten en problemen)
- een veer (moeten) laten (=met minder genoegen moeten nemen)
- harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
- een bril op de neus krijgen (=moeten gehoorzamen aan iemand)
- niet van de wind kunnen leven (=moeten werken om alles te kunnen betalen)
- hoge nood hebben (=naar de wc moeten)
- er staat een beer aan het hek te rammelen. (=naar het toilet moeten)
- aan de middelhand zitten (=niet eerst of laatst moeten spelen)
- iets voor de boeg hebben (=nog werk te doen hebben. / Nog iets mee moeten maken)
- het eten niet meer op kunnen. (=spoedig moeten sterven.)
- tussen hamer en aanbeeld (=tussen twee slechte dingen moeten kiezen)
- tussen twee vuren zitten (=uit twee slechte dingen moeten kiezen)
- naar iets mogen kijken (=van iets moeten afblijven)
- over de brug komen (=veel geld moeten betalen)
- slapende rijk worden (=veel geld verdienen zonder er iets voor te moeten doen)
- over heel veel schijven gaan (=veel hiërarchische of administratieve niveaus moeten zich ermee bemoeien)
- het zo druk hebben als een klein baasje (=veel kleine karweitjes moeten doen)
- kleur bekennen (=voor zijn standpunt uit moeten komen)
- onder het juk moeten doorgaan (=zich aan andermans macht moeten onderwerpen)
- voor de vuist weg (spreken) (=zonder voorbereiden iets moeten vertellen)
- droog brood eten (=zuinig moeten zijn, financieel slecht gaan)
50 dialectgezegden bevatten `moeten`
- 'k aa 't an mijn kluoten (=iets toch moeten doen) (Eekloos)
- 'k za nukkie graalék mutte pisn (=ik zou eens dringend moeten plassen) (Baasrode)
- 'n vleegendje krej vingtj mieër as 'n zittendje (=je zult er iets voor moeten doen) (Weerts)
- 't es meiren vrug dag (=het is morgen vroeg dag we moeten vroeg opstaan om te werken) (Meers)
- 't es van moeites (=moeten huwen omwille van zwangerschap) (Leefdaals)
- 't ès van moetës (=moeten trouwen wegens baby op komst) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't nie kunn aaln (='t onderspit moeten delven) (Veurns)
- 't was van te moeten (=snel huwelijk door zwangerschap) (Sint-Niklaas)
- 't za zè gat voeër'n (=hij zal er moeten aan wennen) (Meers)
- 't zal au [gat] voaren (=je zult moeten wennen) (Wichels)
- 't zal au / au gat voaren (=je zult er moeten aan wennen (ook: voordeel door hebben)) (Wichels)
- 't zou moeten lukken (=het zou wel toevallig zijn) (Wichels)
- 'tès ammel get, zaag Bet, en ze hoch twei jing on één T. (=het is beter op iemand dan op niemand te moeten wachten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ‘t is iuëg woadder (=dringend moeten plassen) (Kaprijks)
- ’t zal zé gat voeëren (=hij zal er moeten aan wennen) (Meers)
- a moetj op zèn kinne kloppen (=op zijn kin mogen of moeten kloppen iets niet krijgen, m.n. eten of seks) (Meers)
- a zal em moete pleiten (=zich moeten aanpassen) (Meers)
- a zal op zèn banne moete pass'n (=hij zal op zijn hoede moeten zijn) (Meers)
- aa beem mauste nimei verplante (=oude mensen leven niet meer lang als ze moeten verhuizen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aaë brol, zaagte boer, èn hae goejde ze wijf ènde vaulbak (=afval en prullen moeten in de vuilbak) (Munsterbilzen - Minsters)
- achtr uus trekkn ze de lèèr up (=we moeten profiteren van het leven) (Kortemarks)
- achtr uus zynt ol krullekoppn (=we moeten profiteren van het leven) (Kortemarks)
- al moeten et de kraeë autbringe (=ooit zal dit aan 't licht komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Alle hondsgezeik mutte pisse (=Zeer vaak moeten plassen) (Koersels)
- aol twoipe nie weten (=niets moeten van weten) (Kortrijks)
- As Geesiemeu 't ooriezer opzet moew (hen heuien) (=Als het mooi weer wordt moeten we .....) (Drents)
- As groete minse kalle, moete de kènner zwijge. (=Als grote mensen praten, moeten de kinderen zwijgen.) (Genker)
- as iederéén de iëste viaul wilt spiële, geeste naut een orkest krijge (=er moeten bazen maar ook werkers zijn) (Bilzers)
- As-t nie kan zo-as 't mut dan mu't-ma zo-as 't kan (=We moeten roeien met de riemen die we hebben) (Epers)
- Ast er iet is.....da welle gekreege hemme van ozze lieven hiejer. Dan ist toch wel `TIJD` en een lijf in ozze bloewete. Ge zoo zot mutte zen, oem da deur een aander te loate verkloewete. (=Als er iets is dat we gekregen hebben van onzen Lieven Heer, dan is het toch wel `TIJD` en een lichaam in onzen bloten. Ge zou toch gek moeten zijn, om dat door iemand anders let laten verkloten.) (Geels)
- aste gaaze watter zien, hëbbe ze dos (=als kinderen een drankje zien, moeten ze al drinken) (Munsterbilzen - Minsters)
- asteret én zene kop hét, héttert nie én zen aaterste (=we moeten dat zonder pardon uitvoeren!) (Bilzers)
- baeter ne bauk vant zaupe, as ne kroef vant kraupe (=beter met plezier door het leven dan altijd moeten werken) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter zinge dan springe (daase) (=je houdt beter het heft in eigen hand, dan naar anderen te moeten luisteren) (Munsterbilzen - Minsters)
- d n duvel leetur meej jonge (=dat zul je moeten bezuren) (Oudenbosch)
- d'r blift 'n baarg an 'e striekstok hang'n (=teveel mensen moeten geld krijgen van deze zaak) (Westerkwartiers)
- d'r is 'n barg wark an 'e winkel (=we moeten nog veel werk doen) (Westerkwartiers)
- d'r moet'n haarde neut'n kroakt word'n (=er moeten moeilijke beslissingen worden genomen) (Westerkwartiers)
- da fabriek is over de kop (=dat bedrijf heeft moeten sluiten) (Oudenbosch)
- Da momme niej emme (=Dat moeten we niet hebben) (Bredaas)
- Da mot nie magge, da mos nie magge (=Het zou verboden moeten zijn) (Rotterdams)
- da motte we nog zien uit te funtere (=dat moeten we nog proberen uit te zoeken) (Oudenbosch)
- da plocht in de stal te motte liggen (=dat zou in de stal moeten liggen) (Zunderts)
- da sal ei moeten uitzweten (=daar zal hij voor moeten boeten) (Sint-Niklaas)
- da's ze ok niet met de oost'nwiend aan komm' waai'n (=daar hebben ze stevig voor moeten ploeteren) (Westerkwartiers)
- daaj er maul stink van de lieëges (=zij die hun hart op de tong dragen, moeten toch een vieze smaak hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj zal hërre kieëtel wol nog moete èntrèkke! (=zij zal het nog wel eens met minder moeten stellen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae stal zalech és goed moete autméste (=hier zal ik eens razzia moeten houden) (Bilzers)
- dae zal däöväör mótte bloje (=hij zal het moeten ontgelden; hij zal daarvoor veel moeten betalen) (Heitsers)
- dae zal zën kieëtëlë nog moeten èntrèkkë (=hij zal voortaan met minder moeten rondkomen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen