13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `taal`
- brutaal als de beul (=zeer brutaal)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- het staal wordt in de wind gehard. (=moeilijkheden en tegenslagen kunnen je sterker maken)
- het tiend betaald hebben (=erg afgevallen zijn)
- iemand iets betaald zetten (=wraak nemen of straffen)
- ik ga horizontaal (=ik ga slapen)
- sijmen betaalt (=diegene die het minste verdient draagt de kosten)
- taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
- zo brutaal als de beul zijn (=erg brutaal zijn)
- zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
45 betekenissen bevatten `taal`
- gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- aan de grond zitten (=bankroet of totaal uitgeput zijn)
- beter van een stad dan van een dorp (=beter dat een rijke betaalt dan een arme)
- door de wol geverfd zijn (=brutaal , schaamteloos zijn)
- een grote mond hebben/opzetten (=brutaal zijn)
- man en paard noemen. (=duidelijke taal spreken)
- een aardige stuiver/duit (=een mooi kapitaal)
- zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
- het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
- zo brutaal als de beul zijn (=erg brutaal zijn)
- zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
- heg noch steg weten (=ergens de omgeving totaal niet kennen)
- iets in de doofpot stoppen (=ergens totaal niet meer over praten, verzwijgen)
- zwijgen als het graf (=helemaal niets zeggen en/of totaal niets over iets vertellen)
- er met de grove bijl in hakken (=het brutaal aanpakken)
- het laat mij Siberisch koud (=het interesseert me totaal niet)
- met iemand afrekenen (=iemand betalen; iemand iets betaald zetten)
- een sigaar uit eigen doos presenteren (=iemand iets aanbieden dat in feite door de ontvanger zelf is betaald)
- een dood kind met een lam handje (=iets dat totaal waardeloos is)
- tegen de maan blaffen (=iets doen wat totaal niet helpt / nodeloze bedreigingen uiten)
- als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
- een waarheid als een koe (=iets totaal vanzelfsprekends)
- water in de zee dragen (=iets totaal zinloos doen)
- in somma (=in het totaal)
- een veer van zijn mond kunnen blazen (=nog niet totaal uitgeput zijn)
- een jan-contant (=solide koopman / iemand die contant betaalt)
- op het gijpen liggen (=stervend of totaal buiten adem zijn)
- sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
- rozengeur en maneschijn (=totaal geluk)
- het niet meer hebben (=totaal in verwarring geraken - van de kook zijn)
- geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
- geen touw aan vast te knopen (=totaal onbegrijpelijk)
- het vijfde rad/wiel aan de wagen (=totaal overbodig, ongewenst)
- zo rot als een mispel (=totaal rot (bedorven))
- leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
- als een snoek op zolder (=totaal uit zijn element)
- man met de hamer tegenkomen (=totaal uitgeput geraken)
- uit de lijken geslagen (=totaal van zijn stuk gebracht)
- goed voor de schroothoop (=totaal verloren)
- naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
- met de grond gelijk maken (=totaal vernietigen)
- appels met peren vergelijken (=twee totaal verschillende dingen vergelijken)
- van de kaart zijn (=uitgeschakeld zijn - totaal versuft zijn)
- brutaal als de beul (=zeer brutaal)
17 dialectgezegden bevatten `taal`
- Amplojeit zou veul Franse woude ni, de Vlomse langosje es abbondant genoeg (=Gebruik zo veel Franse woorden niet, de vlaamse taal is rijk genoeg) (Brussels)
- das ë woëd van ne kilo (=dat is wel zware taal die je nu spreekt) (Munsterbilzen - Minsters)
- De zeeuwse taele is de mooiste taele van oalemaele! (=De zeeuwse taal is de mooiste taal van allemaal!) (Zeeuws)
- die sprekt kloare toal (=die man spreekt heldere taal) (Westerkwartiers)
- doar is gien woord fraans bij (=dat is duidelijke taal) (Westerkwartiers)
- Frysk blinder (=Fries is de oudste taal van nederland) (Fries)
- is dè praot die gè pròt!! pròt praot nèt as ik praot, dan pròtte pas praot. (=is dat taal die jij uitslaat! spreek net als ik, dan spreek je pas goed.) (Tilburgs)
- kal mèr gewaun (=zeg het maar in een verstaanbare taal) (Munsterbilzen - Minsters)
- platte kal (=boerse taal) (Munsterbilzen - Minsters)
- proat ie ' s in oew moodersproake (=praat jij eens plat in jouw taal) (Twents)
- stroese kal on zich hëbbe (=gespierde taal spreken) (Munsterbilzen - Minsters)
- taal mor alles toûp (=tel maar alles samen op) (Sint-Niklaas)
- taus spraek ich mën moedertaol, want ooze pa hèt taus niks te zègge (=wiens brood men eet, wiens taal men spreekt) (Munsterbilzen - Minsters)
- top of tie-eken (=taal noch teken) (Zeeuws)
- Wie wöllen Hollands eren maar ' t Grunings nooit verleren. (=Wij willen de hollandse taal leren maar ons dialect nooit vergeten..) (gronings)
- Zo sjprik me neet es me van Kaeveleer kump. (=Je moet geen ongepaste taal spreken.) (Roermonds)
- zoe daud asne piereng (=taal noch teken geven) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen