8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `met hem`
- de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- met hem is het kwaad kersen eten. (=het is beter hem te mijden.)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- met hem kan men geen spies draaien (=met hem valt niet samen te werken)
- met hem kun je gaan vissen (=een prettig persoon in de omgang)
4 betekenissen bevatten `met hem`
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- met hem kan men geen spies draaien (=met hem valt niet samen te werken)
44 dialectgezegden bevatten `met hem`
- 't is alt e jonk of un aa mie 'em (=het is altijd wat met hem) (Melseels)
- attër ët èn zën krolle kraajg, bèste nog nie goed aof (=als hij het echt in zijn hoofd haalt, kan je nog veel last met hem krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aye allers mit em uriven / ofurfd (=had jij al een keer met hem een erfenis verdeeld) (Urkers)
- d'r is met hem gien laand te bezeil'n (=men kan met hem niets beginnen) (Westerkwartiers)
- d'r was met hem gien huus te holl'n (=met hem kon je niet gelukkig samenleven) (Westerkwartiers)
- dae kump nog wol op en peidsjes teraech (=het komt nog goed met hem) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ze kaeske ès aut ! (=het is gedaan met hem (dood-doodop)) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ze lidsje ès autgezoenge (=het is gedaan met hem (dood-doodop)) (Munsterbilzen - Minsters)
- Daor hek ok nog mee gestoan! (=Ik heb met hem / haar gezoend) (Lopiks)
- dinn löt zich nie lös da hof he ok niks te veraantwoordn. (=hij doet niet schrijlings, dan kan met hem ook niet er op aanspreken) (Vechtdals)
- doar zit niks in as stront en derms (=je kan met hem niets doen) (Graauws)
- eye alers en prikkien mit em opewarmd (=heb je al eens met hem van doen gehad) (Urkers)
- ge moe poaurten of ij verlies zijne was (=je moet delen met hem want anders zal hij niet meer verder groeien) (Lokers)
- hae ès mèt hem ont vaore (=hij speelt een spelletje met hem) (Bilzers)
- hae haet zich good biejein geraaptj (=het gaat beter met hem dan voorheen) (Heitsers)
- hem z'n vader / met hem vader etc. (=zijn vader / moeder etc met zijn vader / moeder etc) (Utrechts)
- hij het zich van kleine schelm tot grode schelm bekeerd (=het wordt met hem steeds erger) (Westerkwartiers)
- hij is deur 't oog van 'e naald kroop'n (=dat ging wonder boven wonder goed met hem) (Westerkwartiers)
- hij is goed te lande komm'm (=het gaat uitstekend met hem) (Westerkwartiers)
- hij is niet ien tel (=met hem wordt geen rekening gehouden) (Westerkwartiers)
- hij rakt aal verder van huus (=het gaat met hem de verkeerde kant uit) (Westerkwartiers)
- I'j ef er zeggen van ad (=Ze hebben een onderhoud met hem gehad) (Giethoorns)
- ijis aon z n leste neintje bezig (=met hem is het afgelopen) (Oudenbosch)
- Ik kan niet mit hum akkederen (=Ik kan niet met hem opschieten) (Hoogeveens)
- ik kon met 'em ei'n en ploeg'n (=ik kon goed met hem overweg) (Westerkwartiers)
- ik wil niet ien zien vel zitt'n (=ik wil niet met hem ruilen) (Westerkwartiers)
- J' e van de moane bereen. (=Er is geen huis met hem te houden.) (Zwevegems)
- Je ken met hem/haar alle kante op behallevuh de goeie (=Er is geen land met hem te bezeilen) (Utrechts)
- je wierd dao vierkante uutgelachn (=er werd met hem de spot gedreven) (Kortemarks)
- je zit in e slicht vel (=het gaat met hem niet al te best) (Kortemarks)
- kinst met hem gien huus holl'n (=je kunt met hem niet door één deur) (Westerkwartiers)
- land: Mé em val gé land te bezouijl'n (=met hem valt er niets aan te vangen) (Lebbeeks)
- meej em is gin laand mir te bezeile (=je kan niets meer met hem) (Roosendaals)
- meejem waar wir gin goet gaore te spinne (=met hem was weer niets te beginnen) (Oudenbosch)
- meejem war wir geen laand mir te bezeile (=met hem was weer niets te beginnen) (Oudenbosch)
- met dat figuur is gien land te besielen (=met hem kun je helemaal niets bereiken) (Leewarders)
- met hem kon 'k goed overweg (=met hem kon ik goed opschieten) (Westerkwartiers)
- moest 'em niet onnerschatt'n (=je moet wel rekening met hem houden) (Westerkwartiers)
- oës: Mé em es gén oës t' agen (=met hem valt niks aan te vangen) (Lebbeeks)
- we hadd'n d'r totoal gien kiend aan (=we hadden het niet moeilijk met hem) (Westerkwartiers)
- wule bint moat'n (=Ik ben bevriend met hem / hun) (Epers)
- ze kaeske ès aut ! (=het is met hem gedaan !) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze lidsje és autgezoenge (='t is gedaan met hem) (Bilzers)
- zij het 't oareg met 'um trovv'm (=zij mag haar handen dichtknijpen met hem) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen