13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `loven`
- de ganzen geloven niet dat de kuikens hooi eten. (=zelfs bij domme mensen vinden ongerijmdheden geen geloof.)
- een lucifer in drieën kunnen kloven (=erg zuinig zijn)
- er geen spaan van geloven (=niets ervan geloven)
- eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
- gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
- hou en trouw (beloven) (=elkaar overal (zullen) helpen)
- iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
- je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
- koeien met gouden horens beloven (=het onmogelijke beloven)
- twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
- veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)
23 betekenissen bevatten `loven`
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden / beloven, maar steeds weer uitstellen)
- dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
- voor goede munt aannemen (=geloven)
- je ogen vertrouwen (=geloven wat men ziet)
- gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
- er zit muziek in (=het is veelbelovend)
- koeien met gouden horens beloven (=het onmogelijke beloven)
- iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
- iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
- iets voetstoots aannemen (=iets geloven zonder bewijs)
- iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
- je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
- iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
- je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
- er geen spaan van geloven (=niets ervan geloven)
- een ongelovige Thomas zijn (=nooit iets geloven)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- de bok slepen (=uitsloven om niks)
- veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)
- de klok luiden maar niet schaften (=wel beloven maar niet doen)
2 dialectgezegden bevatten `loven`
- etwiën e blomtche geevn (=iemand loven) (Veurns)
- iemand beboffen (=iemand prijzen, loven) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen