Spreekwoorden met `loven`

Zoek

13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `loven`

  1. de ganzen geloven niet dat de kuikens hooi eten. (=zelfs bij domme mensen vinden ongerijmdheden geen geloof.)
  2. een lucifer in drieën kunnen kloven (=erg zuinig zijn)
  3. er geen spaan van geloven (=niets ervan geloven)
  4. eraan moeten geloven (=of iemand wil of niet, het moet toch gebeuren)
  5. gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
  6. hou en trouw (beloven) (=elkaar overal (zullen) helpen)
  7. iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
  8. iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
  9. je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
  10. je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
  11. koeien met gouden horens beloven (=het onmogelijke beloven)
  12. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  13. veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)

23 betekenissen bevatten `loven`

  1. de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
  2. aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden /  beloven, maar steeds weer uitstellen)
  3. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  4. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  5. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  6. voor goede munt aannemen (=geloven)
  7. je ogen vertrouwen (=geloven wat men ziet)
  8. gouden bergen beloven (=heel veel (onmogelijks) beloven)
  9. er zit muziek in (=het is veelbelovend)
  10. koeien met gouden horens beloven (=het onmogelijke beloven)
  11. iemand geloven bij ja en neen (=iemand op zijn woord geloven)
  12. iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
  13. iets voetstoots aannemen (=iets geloven zonder bewijs)
  14. iemand koeien met gouden horens beloven (=iets moois beloven maar niet nakomen)
  15. je oren niet geloven (=iets wat gezegd wordt, niet kunnen geloven)
  16. iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
  17. je ogen niet geloven (=niet geloven wat men ziet)
  18. er geen spaan van geloven (=niets ervan geloven)
  19. een ongelovige Thomas zijn (=nooit iets geloven)
  20. iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
  21. de bok slepen (=uitsloven om niks)
  22. veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven (=veel mensen zijn al blij met een belofte en geloven alles)
  23. de klok luiden maar niet schaften (=wel beloven maar niet doen)

2 dialectgezegden bevatten `loven`

  1. etwiën e blomtche geevn (=iemand loven) (Veurns)
  2. iemand beboffen (=iemand prijzen, loven) (Sint-Niklaas)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen