10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kwijt`
- borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
- de kluts kwijt zijn (=in de war zijn)
- de tramontane kwijt zijn (=het spoor bijster zijn)
- de weg kwijt zijn (=zich onhandig opstellen, onverstandige keuzes maken)
- het hoofd kwijt (=niet meer weten wat te doen)
- het stuur kwijt zijn (=de controle verloren hebben)
- je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
- lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan (=onrustig heen en weer lopen)
7 betekenissen bevatten `kwijt`
- je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
- als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
- wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken door kleine dingen)
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- genade voor recht laten gelden (=de straf kwijtschelden)
- van zijn veren laten (=van zijn eer kwijtraken)
- zo gewonnen, zo geronnen (=wat je makkelijk hebt gewonnen, kun je ook makkelijk weer kwijt raken)
50 dialectgezegden bevatten `kwijt`
- 'k ben nuh mijnen droad kwijt (=het verband niet meer zien) (Lovendegems)
- 'k bin over Haereken (=bezopen zijn, de weg kwijt zijn.) (Flakkees)
- 'n Dudsel (=Vrouw die de weg een beetje kwijt is) (Wells)
- 't zit in doolors bende (='t is kwijt) (Veurns)
- aa kloesj kwaat zaan (=uw kluts kwijt zijn) (tervurens)
- aot je beuze nie vermag dan vermag jn ziel het (=als je je schulden niet kunt betalen scheld ik ze kwijt) (Kortemarks)
- assie nie rokt, ròktie van de wèès (=wanneer hij niet rookt, raakt hij de kluts kwijt) (Tilburgs)
- aste den droëd kwijt bés, moessem trég zikke (=als je de draad kwijt bent.... (lett / fig.) ) (Bilzers)
- aste get kwijt bès, wieëste pas woste nimei hëbs (=scheiden doet lijden) (Munsterbilzen - Minsters)
- astich daaj zene kop ter tësse stik, bèssem kwijt (=wat een boezem, zeg!) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zë laud geslaogë zin (=de kluts kwijt zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut zen bedoening zin (=de kluts kwijt zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- Da't raokkie an duh straotstenuh niet kwijt jochie/wijffie/messie (=Ik raak mijn voorraad niet kwijt (handelaar)) (Utrechts)
- daaj kanner ee nie kwijt (=ze kan niet doen wat ze wil) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj zit nog lang op me kot! (=ik geraak haar niet kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès heilegans de waeg ('t noorde) kwijt (=hij is op den dool) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae is vanne wap (=hij is de kluts kwijt) (Heitsers)
- dae ziet ze vliege (=die is even het noorden kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ziet ze vliege (=die is helemaal de kluts kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae zietët graos wasse èn Zjëruzëlem (=die is helemaal het noorden kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae zoech ze vliege (=hij was totaal het noorden kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat figuur spoort niet helemaal goeed (=hij is een beetje de weg kwijt) (Leewarders)
- dat hèt mich gepak, ich bèn der onnersteboëve van (=dat heeft me aangegrepen, ik ben er de kluts van kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- de brings mich van menen aprepoo (=ik geraak de kluts kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kluts kwijt zijn (=niet weten wat aan te vangen) (Lovendegems)
- de kluts kwijt zijn (=van slag zijn) (Mols)
- dee löp achter miech aon wie uh sjiet hönneke (=die raak ik niet meer kwijt) (Mestreechs)
- Die ge muug bent bende nog nie kwijt (=Als iemand te veel is, is hij nog niet weg) (Heezers)
- Die zijn ut bos in (=Die zijn we kwijt) (Oudenbosch)
- Doe bès te sjlum, doe mós de vètweij op (=Jij bent me te bijdehand, daarom moet ik je kwijt zien te raken) (Gelaens (Geleens))
- e bitsje opzaaj, medammeke, of ich raaj oere soetjae aut (=maak wat meer plaats, mevrouw, anders ben je wat onderdelen kwijt) (Bilzers)
- een vijze kwijt zijn (=niet helemaal helder van geest zijn) (Kaprijks)
- Hae is van de kar aaf. (=Hij is verbouwereerd, de kluts kwijt) (Assers)
- hae sloeg tilt (=de kassier was de tel kwijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae wiët nimei van wülke peroche datter és (=hij is totaal het noorden kwijt) (Bilzers)
- hae worret noorde kwijt (=de piloot week van zijn koers af) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hebbie een halleve snipperdag gehad? (=Als je iemand even kwijt bent, en weer ziet.) (Rotterdams)
- Hee is zie’n hoesbreef verget’n (=hij is de weg kwijt) (Twents)
- hiel hed deroan (=het noorden kwijt) (Leopoldsburgs)
- hij es zijne kluts kwijt (=hij is van zijn melk) (Hams)
- hij het nog wat op zien lever (=hij wil nog wat kwijt) (Westerkwartiers)
- hij wies nie wor z'n gewèr waar (=hij was zijn geweer kwijt) (Tilburgs)
- Ich bèn gans oetereine (=ik ben de kluts kwijt) (Steins)
- ich bèn ram oeterreine (=ik ben helemaal de kluts kwijt) (Steins)
- ich voel aateriëver op mene bauk (=ik was totaal mijn kluts kwijt) (Bilzers)
- ie e (s) van de planke, ie 'n weet niemre woar da 't skeeêt (=hij is het noorden kwijt) (Waregems)
- ie weet nie woarin of woaroit (=hij is het noorden kwijt) (Waregems)
- ij waar eulemaol de kluts kwijt (=hij was erg in de war) (Oudenbosch)
- ijis de kluts kwijt (=hij weet het niet meer) (Oudenbosch)
- Ik wil die niet kwiet (=Ik wil die niet kwijt) (Hoogeveens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen