Spreekwoorden met `kist`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kist`

  1. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  2. de sleutel op de doodskist leggen (=een erfenis weigeren)
  3. een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
  4. je laten kisten (=het (al te vroeg) opgeven)
  5. lege kisten, maken twisten. (=bij schaarste onstaat ruzie)
  6. liever te dik in de kist dan een feestje gemist (=plezier hebben is belangrijker dan lang leven)
  7. met mist gaat de vorst in de kist (=na mist gaat het vaak dooien)
  8. mist heeft vorst in de kist. (=na mist gaat het vaak vriezen.)

12 dialectgezegden bevatten `kist`

  1. dao kan gein kat oppe kist zeike (=Bij het minste of geringste) (Roggels)
  2. houd aan, maak laam, veer houe op de kis, umdat ut drie daag vasteloavend is (=hou vol, vertel, we slaan op de kist omdat het drie dagen carnaval is) (Sittards)
  3. kist m' n pollevies (=foert, kus m'n...) (leuvens)
  4. kist men beus, beuzze, kust men kloate (=kus mijn kloten) (Willebroeks)
  5. kist men kloejt'n (=Laat me met rust!) (Liedekerks)
  6. kist mie eem helpen? (=Kan je me even helpen?) (Gronings)
  7. kist ne ker men ol (=Kus mijn gat) (Liedekerks)
  8. kist neke men ol (=Dat doe ik niet) (Teralfens)
  9. kist wachtn (=Heb je tijd) (Gronings)
  10. Óp de kist howwe (=flink feestvieren) (Genneps)
  11. oppe kist houwe (=aandacht trekken; eens goed de waarheid zeggen) (Heitsers)
  12. tés nie erg dattet raengert, de meeste drüppels valle toch lengs tich (=optimist tot in de kist) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen