5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je handen`
- je handen dichtknijpen (=erg veel geluk hebben)
- je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
- je handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)
27 dialectgezegden bevatten `je handen`
- aagt a annen on a gedong (van a velo) (=Hou je handen op je (fiets) stuur) (Aalsters)
- augt a annen on anne gedong (=hou je handen aan je stuur) (Meers)
- Ben geen mof (=Werk uit je handen laten nemen, laten overnemen) (Rotterdams)
- bendoe knikkers aonut telle? (=doe je handen uit je zakken) (Oudenbosch)
- blèèft ur meej oew pòlle van aaf!! (=blijf er met je handen af!!) (Tilburgs)
- blie der af me aow peggen (=blijf met je handen er vanaf) (Brabants)
- Blief mèt dien fikke dao vanaaf. (=Blijf daar met je handen vanaf.) (Gelaens (Geleens))
- blief met dien poten van mien poedie of (=blijf met je handen van me vrouwtje af) (Gronings)
- Blieft d’r met de jatten / peute van af! (=Blijf er met je handen van af!) (Aaltens)
- blijf mèt zën vagge van mich aof (=blijf met je handen van me af) (Munsterbilzen - Minsters)
- daor blefde gij meej oew tengels vanaf (=daar moet jij met je handen van afblijven) (Oudenbosch)
- Du kins ging nuút krake mit dieng vot. (WT) (=Je kunt geen ijzer breken met je handen) (Mechels (NL))
- eet'n met je tien gebood'n (=met je handen eten) (Westerkwartiers)
- gëlèkkëg nauwjoêr, ne kop vol hoêr, ne mond vol taaên en ën goej pint èn zën haaên (=gelukkig nieuwjaar, een hoofd vol haar, een mond vol tanden en een goede pint in je handen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Gelukzíllig neujòòr, unne kop vol hòòr, unne mónd vol teng en un waffel i gen heng (=Gelukkig nieuwjaar, een kop vol haar, een mond vol tanden en een wafel in je handen) (nijswillers)
- Haol dich diej jatte ins oet de bòksetesse (=Doe je handen eens uit de zakken) (Roermonds)
- Hebbie gips (=Mankeer je wat aan je handen) (leids)
- mèt zën tein geboje aetë (=met je handen eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- oed eki je pekkels thus (=hou je handen af) (Poperings)
- pak dat mèr vas mèt zën tein geboje (=neem dat maar met je handen vast (geen vork nodig)) (Munsterbilzen - Minsters)
- platte ribbekes meude meej oew tien gebôoje eete (=spareribs mag je met je handen eten.) (Tilburgs)
- Puute van de koesj! (=Hou je handen thuis) (Brussels)
- vaspakke ès kope, mèr kieke kos nog altijd niks (=blijf overal met je handen vanaf, dan kunnen ze niets van je willen) (Munsterbilzen - Minsters)
- wa'j van hum kriejt köj better op de sköp hem as in de haan (=wat je van hem krijgt kun je beter op de schop hebben dan in je handen) (Twents)
- Wil jij je daar even van af houden / met je takken van afblijven (=wil jij daar met je handen van afblijven?) (Haarlems)
- zen tein geboje gebreike (=met je handen eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zën teingeboje gebreike (=je handen gebruiken, werken) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen