Spreekwoorden met `je handen`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `je handen`

  1. je handen dichtknijpen (=erg veel geluk hebben)
  2. je handen in onschuld wassen (=doen alsof men geen schuld heeft)
  3. je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
  4. je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
  5. je handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)

27 dialectgezegden bevatten `je handen`

  1. aagt a annen on a gedong (van a velo) (=Hou je handen op je (fiets) stuur) (Aalsters)
  2. augt a annen on anne gedong (=hou je handen aan je stuur) (Meers)
  3. Ben geen mof (=Werk uit je handen laten nemen, laten overnemen) (Rotterdams)
  4. bendoe knikkers aonut telle? (=doe je handen uit je zakken) (Oudenbosch)
  5. blèèft ur meej oew pòlle van aaf!! (=blijf er met je handen af!!) (Tilburgs)
  6. blie der af me aow peggen (=blijf met je handen er vanaf) (Brabants)
  7. Blief mèt dien fikke dao vanaaf. (=Blijf daar met je handen vanaf.) (Gelaens (Geleens))
  8. blief met dien poten van mien poedie of (=blijf met je handen van me vrouwtje af) (Gronings)
  9. Blieft d’r met de jatten / peute van af! (=Blijf er met je handen van af!) (Aaltens)
  10. blijf mèt zën vagge van mich aof (=blijf met je handen van me af) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. daor blefde gij meej oew tengels vanaf (=daar moet jij met je handen van afblijven) (Oudenbosch)
  12. Du kins ging nuút krake mit dieng vot. (WT) (=Je kunt geen ijzer breken met je handen) (Mechels (NL))
  13. eet'n met je tien gebood'n (=met je handen eten) (Westerkwartiers)
  14. gëlèkkëg nauwjoêr, ne kop vol hoêr, ne mond vol taaên en ën goej pint èn zën haaên (=gelukkig nieuwjaar, een hoofd vol haar, een mond vol tanden en een goede pint in je handen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. Gelukzíllig neujòòr, unne kop vol hòòr, unne mónd vol teng en un waffel i gen heng (=Gelukkig nieuwjaar, een kop vol haar, een mond vol tanden en een wafel in je handen) (nijswillers)
  16. Haol dich diej jatte ins oet de bòksetesse (=Doe je handen eens uit de zakken) (Roermonds)
  17. Hebbie gips (=Mankeer je wat aan je handen) (leids)
  18. mèt zën tein geboje aetë (=met je handen eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. oed eki je pekkels thus (=hou je handen af) (Poperings)
  20. pak dat mèr vas mèt zën tein geboje (=neem dat maar met je handen vast (geen vork nodig)) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. platte ribbekes meude meej oew tien gebôoje eete (=spareribs mag je met je handen eten.) (Tilburgs)
  22. Puute van de koesj! (=Hou je handen thuis) (Brussels)
  23. vaspakke ès kope, mèr kieke kos nog altijd niks (=blijf overal met je handen vanaf, dan kunnen ze niets van je willen) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. wa'j van hum kriejt köj better op de sköp hem as in de haan (=wat je van hem krijgt kun je beter op de schop hebben dan in je handen) (Twents)
  25. Wil jij je daar even van af houden / met je takken van afblijven (=wil jij daar met je handen van afblijven?) (Haarlems)
  26. zen tein geboje gebreike (=met je handen eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. zën teingeboje gebreike (=je handen gebruiken, werken) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen