5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is met`
- een huis met gouden balken (=een huis met hypotheek bezwaard)
- een huis met zilveren pannen. (=een huis waar een hoge hypotheek op rust)
- er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
7 betekenissen bevatten `is met`
- een huis met gouden balken (=een huis met hypotheek bezwaard)
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- de gekken krijgen de beste kaarten (=het geluk is met de dommen)
- een volle buik peinst op geen lege. (=iemand die genoeg te eten heeft is niet bezig is met de zorgen van een ander)
- loon naar werken krijgen (=loon krijgen dat in overeenstemming is met het gedane werk)
- een gouden dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
- een zilveren dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
40 dialectgezegden bevatten `is met`
- 'n kienderhaand is gauw gevuld (=een kind is met een kleinigheid al blij) (Westerkwartiers)
- 'T es mee grwutt'n doedoe (=Het is met veel omslag en ostentatie) (Harelbeeks)
- 't is met gien pen te beschriev'm (=dit is gewoon niet te begrijpen!) (Westerkwartiers)
- aste mègge daase èn de zon, zitte raenger al èn de ton (=als het gedaan is met regenen, gaan de muggen dansen) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'r is met hem gien laand te bezeil'n (=men kan met hem niets beginnen) (Westerkwartiers)
- d'r is met heur gien laand te bezeil'n (=met haar valt niets te beginnen) (Westerkwartiers)
- daaj ès kontent mèt ën doj mèsj (=die is met weinig tevreden) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae is met de peerikke aan 't kaarte (=iemand is dood en begraven) (Weerts)
- Dae leut reube good moos zeen. (=Hij is met alles tevreden / trekt zich van iets wat aan.) (Roermonds)
- dat es geire gedoan (=dat is met plezier gedaan) (winksels)
- de grotste boer heej de grotste èèrepel (=het geluk is met de dommen) (Tilburgs)
- De sjòmste boere höbbe de dikste aerpel (=Het geluk is met de dommen) (Sittards)
- De sjómste boere höbbe de dikste aerpel (=Het geluk is met de dommen.) (Gelaens (Geleens))
- De stómste boere hebbe de diekste petatte (=Het geluk is met de dommen) (Venloos)
- det wief is mèt geine reek te vore (=dat is een vervelende vrouw) (Heitsers)
- die deerne is met de biele kanthouwn (=geen mooi figuur hebben, niet knap zijn) (sallands)
- Die is met een gouwe pik gebore (=Hij is een geluksvogel) (Rotterdams)
- Die is met visbakke uit de pan gespronge (=Daar mankeert iets aan) (Monnickendams)
- diejis mee zullie aongespanne (=die is met hen bevriend) (Oudenbosch)
- ët boeëveste kneepke van dae zën humme spant te fël (=wat een dikke nek is met dat, zeg !) (Munsterbilzen - Minsters)
- geld gebreikste, mér van minse hülste (=Vriendschap is met geen geld te betalen) (Bilzers)
- Hieër kom in oos hoês, de kat is met d'n Heilige Geist aant sleîpe (=de hele boel staat op zijn kop) (Weerts)
- Hij is de breeveertien op. (=Hij is met de noorderzon vertrokken.) (Helders)
- hij is met 't verkeerde been uut berre stapt (=hij is vandaag erg prikkelbaar) (Westerkwartiers)
- Hij is met de muziek mee naar Gouda! (=Iemand die wegging en waarvan ze niet weten waar hij is) (Rotterdams)
- hij is met de neus ien 'e bodder vaal'n (=hij kwam op het juiste moment) (Westerkwartiers)
- hij is met de noorderzun vertrokk'n (=hij is er stiekem vandoor gegaan) (Westerkwartiers)
- hij is met stille trom vertrokk'n (=hij is stiekem er tussen uit geknepen) (Westerkwartiers)
- ie es van zero beguin'n (=hij is met niets gestart (handel) ) (Waregems)
- Ij is met vis bakk'n de panne uut a sprung'n (=Hij is een bijzondere man) (Hattems)
- ijis mee doute klok vertrokke (=hij is met de noorderzon verdwenen) (Oudenbosch)
- os-g'aën kop maar nekieër nie verliest (=iemand die druk in de weer is met gedachten en ideeën) (Kaprijks)
- Van geld mokste gebreik, mér van minse hülste (=vriendschap is met geen geld te betalen) (Bilzers)
- wel 't kleine niet eert, is 't grode niet weerd (=wie niet blij is met iets kleins, waardeert ook het grote niet) (Westerkwartiers)
- z'is mee juër hoar [ze is met haar haar] (=ze is naar de kapper) (Kaprijks)
- ze het 'n rieke kirrel an 'e hoak sloag'n (=zij is met een rijke man getrouwd) (Westerkwartiers)
- ze is met blindheid sloag'n (=zij snapt niet wat er in de wereld te koop is) (Westerkwartiers)
- ze is met de boêk tege 'ne paol aangeloupe (=ze is in verwachting) (Weerts)
- ze is met de kont op de loop (=meisje dat graag met jongens omgaat) (Kampers)
- ze kaeske ès aut ! (=het is met hem gedaan !) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen