32 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `is het`
- als buurmans huis brand is het tijd om uit te zien. (=leer van andermans problemen)
- als het geen broertje is dan is het een zusje. (=het is één of het ander)
- als het geld op is, is het kopen gedaan (=zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk)
- als niet komt tot iet dan is het allemans verdriet (=een `parvenu` heeft dikwijls kapsones)
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- dat is het geheim van de mis (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
- dat is het hele eieren eten (=zo zit de zaak in elkaar.)
- dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
- een goed begin is het halve werk (=een goed begin vergroot de kans op een goede afwerking)
- een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
- goed gereedschap is het halve werk (=door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
- het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
- in troebel water is het goed vissen (=in tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voordelen halen)
- je kan wel dansen al is het niet met de bruid (=je kan ook wel tevreden zijn met iets minder dan het beste)
- je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
- lachen is het beste medicijn (=lachen is goed voor je gezondheid.)
- met een dood kalf is het goed sollen (=men kan gerust wat proberen met iets dat al verloren is)
- met hem is het kwaad kersen eten. (=het is beter hem te mijden.)
- met hoge heren is het kwaad kersen eten (=van de omgang met aanzienlijke personen moet men niet altijd voordeel verwachten)
- met onbevaren volk is het slecht zeilen (=met onervaren mensen is het moeilijk werken)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
- onder een staand zeiltje is het goed roeien (=met een klein vast inkomen, verdient men al gauw genoeg voor de kost)
- proberen is het naaste recht. (=je kunt iets altijd proberen.)
- tegen de stroom is het kwaad roeien / zwemmen (=tegen algemene opvattingen kan men zich moeilijk verzetten)
- voor de wind is het goed zeilen (=onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben)
- waar het warm is, is het goed vrijen. (=mensen uit een rijke familie kunnen makkelijker een partner krijgen)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (=je moet waardering hebben voor het geringe)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
32 betekenissen bevatten `is het`
- achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
- vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
- het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
- gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
- gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim doorvertelt is het geen geheim meer)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- wat men afdingt is het eerst betaald (=als men het goedkoop krijgt, is het vlugger betaald)
- daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
- daar is vlees in de kuip (=daar is het goed)
- visnamig (=daar is het goed vissen, er zit daar veel vis)
- dat zijn de Alfa en de Omega. (=dat is het begin en het einde.)
- dat is het begin van het einde (=dat is het begin van iets dat uiteindelijk verkeerd zal aflopen)
- de eerste klap is een daalder waard (=een goed begin is het halve werk)
- het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
- hoe hoger het hart, hoe lager de ziel (uit het Fries) (=hoogmoed is het kenmerk van een dwaas)
- men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.)
- geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
- je kunt wel dansen, ook al is het niet met de bruid (=je kunt je best amuseren ook al is het niet altijd precies wat je zou willen)
- nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken)
- met onbevaren volk is het slecht zeilen (=met onervaren mensen is het moeilijk werken)
- duren is een mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
- voor de wind is het goed zeilen (=onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben)
- er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
- beter thuis rapen eten dan elders gebraad. (=thuis is het altijd nog het beste.)
- acht is meer dan duizend (=voorzichtig zijn is het belangrijkste. (woordspeling: acht=`let op` niet `8`))
- poppetje gezien kastje dicht (=we laten het even zien, maar daarna is het voorbij)
- geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
- tijd is geld (=zaken zo snel mogelijk voor elkaar krijgen is het goedkoopste)
- van de hand in de tand leven (=zo gauw iets verdiend is het meteen weer uitgeven zonder zorgen over later)
- geen nieuws is goed nieuws (=zolang het goed gaat met iemand is het lang niet zo sensationeel als dat het slecht gaat met iemand)
50 dialectgezegden bevatten `is het`
- `n zo ist e en niet aorester (=en zo is het en niet anders) (Flakkees)
- `tèsse dei twie ès 't fèl oan`; ès 't nog oan? nèèje, 't ès oaf (=`tussen die twee is het ferm aan`; `is het nog aan? Neen het is uit.) (Genker)
- 'n goeie boer let zien hond d'r met dit weer niet eens uut (=buiten is het noodweer :) (Westerkwartiers)
- 't es 't ophave wet ('t (het kind) is het ophouden waard) (=proficiat bij geboorte) (Leefdaals)
- 'T es giële dagen bytt'n en bass'n (=Ganse dagen is het gesnauw en gebeten) (Harelbeeks)
- 't es mae verdroten / verlieëd (=nu is het genoeg) (Wichels)
- 't es tjij nie (=Hij is het niet) (Hansbeeks)
- 't es ze pèkke gecheite (=hij is het evenbeeld van zijn vader) (Leuvens)
- 'T hangt ie vierkant men kloeëtn oëit (=Nu is het genoeg) (Liedekerks)
- 't is gien weer om de hond noar buut'n te joag'n (=buiten is het slecht weer) (Westerkwartiers)
- 't Is klik veur d'n bult' (=Hoe laat is het) (Bosch)
- 't sop is de booënn nie wèèrd (=het is het niet waard) (Veurns)
- 't was't zij (=zij is het geweest) (Kaprijks)
- 't zal nog gô verschoûnen!; kust noa min oûr! (=dat is het toppunt! (=afkeurend) ) (Sint-Niklaas)
- ’t és gedroeëtj en gesketen zé voeër (=hij is het evenbeeld van zijn vader) (Meers)
- (antwoord) ‘t eur es vie de zotte, de waaize weite uilen taaid (=Hoe laat is het) (Brussels)
- (of) tot het zo is ! Zo is het gewôan/het is gewôan zo... ,klaar (uit) ! (=dat het zo is !/ het is zo !) (Utrechts)
- ' t heur' n en zegg' n vergijt je hier (=wat is het hier een kabaal) (Westerkwartiers)
- ' t is ' t ende van de wèèreld nieë (=zo erg is het niet) (Veurns)
- achterna kuj un koe in de kont kiek n (=achteraf is het gemakkelijk praten, ) (Klazienaveens)
- ae es den du:p (=hij is het slachtoffer / de dupe) (Wichels)
- agge mar leut et (=als je maar pret hebt, dan is het goed) (Huijbergs)
- Ai lui bint doa kun ie niks an doon, maar ai meu bint is't oe eig'n schuld (=Als je lui bent kun je niets aan doen, maar als je moe bent is het je eigen schuld) (Twents)
- al ist dat de krô et ôtbrenge, de waarhoad komt ôt (=al is het dat de kraaien het uitbrengen, de waarheid komt uit !) (Booms)
- Al wouëst (=Langs waar is het) (Liedekerks)
- alles ès mér ne wiët (=als je alles weet, is het leven gemakkelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- alles is moar 'n wiet (=als men iets weet is het niet ingewikkeld) (Westerkwartiers)
- Alles lekker, pik? Hoe is het wijfie? (=Hoe gaat het met jou?) (Amsterdams)
- ammai men frak (=hoe is het mogelijk) (Erps)
- aot e bitje gaot kun we nie klaogn (=hoe is het met u?) (Kortemarks)
- As 't brij reegent heb iederêên een lepel nôôdig (=Als ergens veel behoefte aan is, is het vaak slecht te krijgen) (Hoeksche Waards)
- As 't kop van de rompe is eske'jn, is 't biest dood. (=Als de kop van het lichaam is geschieden, is het dier dood.) (Sallands)
- As 't schoppeke blèt, verliest het zennen beet. (=Als het schaap blaat, is het een beet kwijt.) (Mechels (BE))
- As Mie kumt mi de slappe was. (=als iemand vraagt wanneer komt dit of dat als het om geld gaat is het antwoord vaak:) (Mills)
- as os ma zit dat zoe es, dan est zoe! (=als moeder zegt dat het zo is, dan is het zo!) (Heusdens)
- assem het doe, doetem het goe (=als hij iets doet, is het goed gedaan) (Antwerps)
- assët nie geet, dan bok het mér (=als het niet gaat, dan is het maar zo !) (Munsterbilzen - Minsters)
- asset smok, èsset bedërve (=als iets smaakt, is het aan 't bederven) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ast er iet is.....da welle gekreege hemme van ozze lieven hiejer. Dan ist toch wel `TIJD` en een lijf in ozze bloewete. Ge zoo zot mutte zen, oem da deur een aander te loate verkloewete. (=Als er iets is dat we gekregen hebben van onzen Lieven Heer, dan is het toch wel `TIJD` en een lichaam in onzen bloten. Ge zou toch gek moeten zijn, om dat door iemand anders let laten verkloten.) (Geels)
- at ich mich moet versjangeniëre, bèste nog nie goed aof (=als ik kwaad word, is het je hoogste tijd) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter ën snieë mèt sjroep, dan heilegans geen snieë (=wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd) (Munsterbilzen - Minsters)
- bedde: Dad oët 't bedde klapt, es 't moeg (=Wie te vaak over zijn liefdesleven praat, is het beu) (Lebbeeks)
- beter duur as niet te koop (=gelukkig is het nog verkrijgbaar) (Westerkwartiers)
- broer, is het koud boven? (=voor iemand die kaal is :) (Amsterdams)
- da brink laeve én de brauweraaj (=al is het maar voor de lol) (Bilzers)
- da gaodier gee-f omoo-g (=wat is het hier steil) (Oudenbosch)
- Da ies Miep dur vroaijer (=Dat is het vriendje van Miep) (Ossendrechts)
- da schil ne jas mee giestere (=vandaag is het een stuk minder koud dan gisteren) (Oudenbosch)
- da spant de kroîne (=dat is het toppunt) (Kortemarks)
- da-jist nauw krek (=dat is het nou juist) (Helmonds)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen