Spreekwoorden met `in mijn`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `in mijn`

  1. dat kan ik wel in mijn holle kies stoppen (=dat is wel een heel klein beetje)
  2. precies in mijn straatje zijn (=me precies goed uitkomen op het juiste moment)

49 dialectgezegden bevatten `in mijn`

  1. 'k zijn nie in mijn naok (=Ik voel me niet goed) (Oosteekloos)
  2. 't eten is pikant (=dat eten brandt in mijn keel) (Sint-Niklaas)
  3. 't Krop mij. (='t Blijft in mijn keel steken.) (Bevers)
  4. 't lag in mijn leens (=ik had zo een vermoeden) (Waarschoots)
  5. a'k nou een schete loaut zit er e gat in mijn broeke (=het eten is pikant) (Lokers)
  6. Da hèk nie gère (=Ik wil liever niet dat ik dergelijke gebeurtenissen meemaak in mijn leven) (Bredaas)
  7. da klieët es spannes in maën lei (=dat kleed spant in mijn lende) (winksels)
  8. dat maag mij niet beur' n (=dat past niet in mijn budget) (Westerkwartiers)
  9. de kons nau gemaekelëk noë boëve kraupe (=er is een ladder in mijn kousen) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. dich kumps mich nimei ént kot (=jij komt niet meer in mijn huis) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. die heeft goe in mijn rapen gescheten (=die heeft bij mij afgedaan) (Hoogstraats)
  12. een kot in maan kaws (=Een gat in mijn kous) (Mols)
  13. Ge stuid in menne zjoer (=Je staat in mijn weg) (Aarschots)
  14. ha spjokte in menne nek (=hij spuwde in mijn nek) (Hulshouts)
  15. haatop mét te mauze én maajn prulle (=hou op met te snuffelen in mijn zaken) (Bilzers)
  16. Het dut mij zeer in de narm (=Ik heb pijn in mijn arm) (Hoogeveens)
  17. Het knoert mij in de peinze (=Het rommelt in mijn buik) (Hoogeveens)
  18. het stekt in m'n zip (=het zit in mijn vest) (Nijlens)
  19. Ich han unne greumel in de treut (=Ik heb een kruimel in mijn keel) (nijswillers)
  20. ich hëb ne kwakkër èn mën kael (=ik heb iets dat hindert in mijn keel) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. ich hën mich bezeek vannët laachte (=ik heb in mijn broek geplast van 't lachen) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. ich höb de krieëmer inne rök (=ik heb pijn in mijn rug) (Heitsers)
  23. ie zit in mijn rop'n (=hij moeit zich met mijn zaken) (Waregems)
  24. Ij eet in mijn roape gescheten (=Hij heeft me beledigd) (Brakels)
  25. ij kom nog wel in mijn straotje (=ik krijg hem nog wel) (Oudenbosch)
  26. ik bezeek mich bekans van ët laachte (=ik moet haast in mijn broek plassen van het lachen) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. Ik heb in mien boks gedretten (=Ik heb in mijn broek gepoept) (Diems)
  28. ik kroip' één mijn' nest (=ik kruip in mijn bed) (Waregems)
  29. ik zit te wèèd in mun aachterwèèrk (=ik ben te ver uitgelopen in mijn werk) (Kaatsheuvels)
  30. In m'n uppie (=in mijn eentje) (Amsterdams)
  31. In mien buze (=in mijn broekzak) (Hoogeveens)
  32. in mijn bedde kruipen (=naar bed gaan) (Lovendegems)
  33. Ja heel mooi, (voor) als ik in mijn rijke daoguh ben! (=Ik vind het mooi, maar kan het niet betalen helaas. ( als je iets zou willen hebben maar niet kunt betalen)) (Utrechts)
  34. k-mot gin pestôorshèm in munne teej (=ik wil geen velletjes in mijn thee) (Tilburgs)
  35. kem ie een saas veern (=ik heb in mijn broek gekakt) (Aalsters)
  36. Ken e sjikellette i me bekke (=Ik heb een kauwgom in mijn mond) (West-Vlaams)
  37. Kzen mieg, kroap in mnen tram (=Ik ben moe, ik krijp in mijn bed) (Hulshouts)
  38. kzyn in mn oar nie (=ik ben niet in mijn gewone doen) (Lichtervelds)
  39. lievër e koet èn mëne sjoen, dan ne sjoen èn me koet (=ik verkies een gat in mijn schoen boven een schoen in mijn gat) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. maanen tessendoek zit in maan zip (=mijn zakdoek zit in mijn vest) (Heist-op-den-Berg)
  41. me skoer doet seir (=Ik heb pijn in mijn schouder) (Volendams)
  42. Meinse dat ich de ouge in de tesj höb (=Denk je dat ik de ogen in mijn zak heb) (Gelaens (Geleens))
  43. mijn too plakt in mijn muile (=dorst hebben) (Kaprijks)
  44. noue eed ij toch in mijn roape gescheten (=Nu is hij voor mij te ver gegaan en ik zal hem dat betaald zetten) (Lokers)
  45. pain in mn pens (=pijn in mijn buik) (Westlands)
  46. Sen in mijn roap'n gescheet'n (=Ze hebben mij goed liggen gehad) (Evergems)
  47. spukt et moar in mijn klakke, 'k zaan ter wal uitroapen (=Gezegde van een stotteraar) (Lokers)
  48. zodde gij ne kir in mijn auntje willen kakken (=wanneer iemand zeer veel eet) (Lokers)
  49. zodde gij ne kir in mijn auntsje willen kakken (=jij eet heel veel!) (Lokers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen