Spreekwoorden met `iemand niet`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand niet`

  1. het op iemand niet begrepen hebben (=iemand niet vertrouwen)
  2. iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan iemand hebben)
  3. iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
  4. met iemand niet willen oversteken (=niet in iemands plaats willen zijn)

20 betekenissen bevatten `iemand niet`

  1. iemands maat niet kunnen halen (=aan iemand niet kunnen tippen)
  2. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  3. begaan zijn met (=bedroefd zijn omdat het met iemand niet goed gaat, meeleven met)
  4. geen mens is zijn eigen maker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
  5. de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
  6. iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
  7. het niet op iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
  8. iets tegen iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
  9. liever iemand zijn hielen zien dan zijn tenen (=iemand niet goed kunnen verdragen)
  10. de handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)
  11. je handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)
  12. iemands bloed wel kunnen drinken (=iemand niet mogen en daardoor alles doen om die persoon te hinderen)
  13. iemand belet geven (=iemand niet ontvangen)
  14. iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
  15. iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
  16. het op iemand niet begrepen hebben (=iemand niet vertrouwen)
  17. iemand geen vingerbreed in de weg leggen (=iemand niets in de weg leggen , absoluut niet hinderen)
  18. je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
  19. met iemand breken (=met iemand niet meer verder werken, leven)
  20. iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)

35 dialectgezegden bevatten `iemand niet`

  1. 't Is niet an 'e gevel te sien, wie't 't huus beweunt (=Je kunt iemand niet op zijn buitenkant beoordelen) (Bildts)
  2. as 'n kalf niet zoepen wilt mut ie 'm in luttenbarge op de voetbal doe (=als iemand niet drinken wilt) (Sallands)
  3. as ich hum zin hèm ich gette en gedroenke (=iemand niet kunnen luchten) (Waanroods)
  4. Dae haet stront aan d'n knikker (=Als iemand niet deugd) (Venloos)
  5. dae hètj neet Lieën (=uitsprak als iemand niet graag spullen uitleent) (Heitsers)
  6. dao esse mét kwaoj hang aan gekaome (=daar is iemand niet op een eerlijke manier aan gekomen) (Weerts)
  7. de pik hëbbe op iemës (=iemand niet kunnen luchten) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. eeder mót mét ziene koeëze hoêze (=als iemand niet met zijn vrouw kan opschieten) (Weerts)
  9. één met 'n korreltje zolt nemm'n (=iemand niet serieus nemen) (Westerkwartiers)
  10. eine mol haet geine kieër inne haor (=je kan iemand niet tegen de haren in kan strijken) (Heitsers)
  11. gae mótj 'm neet alles aan zien naas hânge (=je moet iemand niet alles vertellen) (Weerts)
  12. gae mótj gein spek in e vet vêrreke staeke (=iemand niet overdadig begunstigen) (Weerts)
  13. Hebbie het niet verstaon/bennie/benjuh doof mot je niet zo trekken :) (=Als je iemand niet verstaat , en je vraagt het nog een keer) (man)) (Utrechts)
  14. hetscheufke geve (=iemand niet binnen laten) (Antwerps)
  15. Hij heb 'n goed hart, maar ze motte het gekookt op z'n rug hange. Zo laag zodat de honde d'r bij kenne (=iemand niet aardig maar ook niet gemeen vinden) (Rotterdams)
  16. Hij heeft een goed hart, het had alleen gekookt op z'n rug motte hange. (=iemand niet aardig en niet gemeen vinden) (Rotterdams)
  17. iemand (iets) achternoarlopen (=iemand niet met rust laten, moeite doen voor iets) (Sint-Niklaas)
  18. iemand nie meugen... nie moeten ein (=iemand niet kunnen verdragen) (Sint-Niklaas)
  19. iemëd autmaoke vër al wat lëlëk ès (=iemand niet netjes aanspreken) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. iemëd nie konne laaje (=iemand niet kunnen luchten) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. iemëd nie konne lochte (=iemand niet kunnen luchten) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. iemëd nie konne tauswaajzë (=iemand niet kennen (noch naam, noch woonplaats)) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. iemes daudpitse (=iemand niet het minste gunnen) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. iemet nè kunne leie (=iemand niet kunnen uitstaan) (Hamonter)
  25. iems nie konne laaje (=iemand niet kunnen uitstaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. iemud nè kunne leie (=iemand niet kunnen uitstaan) (Budels)
  27. In iemand zaan raupe schaate (=iemand niet correct behandelen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  28. Je laat mij overal achteraon sjokken ! (=Uitspraak als je iemand niet kunt bijbenen.) (Utrechts)
  29. Juh zuster met die dikke duim (=Als je iemand niet gelooft) (Leids)
  30. k'sin liever zein hielen as zein tippen (=iemand niet graag ontmoeten) (Buggenhouts)
  31. Leknaas (=iemand niet veel lust) (Nederweerts)
  32. mét iemed nie onder de viet aut kinne (=iemand niet kunnen luchten) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. onder zen duive schiete (=iemand niet steunen) (Schunnebroecks)
  34. Tes gen soot va kat'n (=Iets of iemand niet vertrouwen) (Liedekerks)
  35. Wat dun boôr nit kent vritte nit (=wat iemand niet kent waardeert hij niet) (Sevenums)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen