2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand die`
- geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
77 betekenissen bevatten `iemand die`
- in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
- wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
- beter blooie Piet dan dooie Piet (=beter een aarzelend iemand dan iemand die ondoordacht handelt)
- een wolf in de schaapskooi. (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een nagel aan iemands doodkist (=een groot verdriet of iemand die een groot verdriet veroorzaakt)
- een baas boven baas zijn (=er is altijd wel iemand die het beter kan of het beter denkt te kunnen)
- het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
- je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
- zo glad als een aal (=geslepen, uitgekookt, iemand die zich overal uitpraat)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
- het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitdrinkt)
- de maan komt al door de bomen/wolken (=gezegd van iemand die kaal begint te worden)
- een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
- een tong als een scheermes (=gezegd van iemand die venijnig uithaalt met woorden)
- hij zeit wat (=honend gezegd van iemand die iets stoms zegt)
- iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
- het gelijk van de vismarkt hebben (=iemand die (altijd) probeert men een grote mond zijn gelijk te krijgen)
- een schurftig paard vreest de roskam (=iemand die aan iets schuldig is, heeft liever niet dat datgeen onderzocht wordt)
- iemand de genadeslag geven (=iemand die al in grote moeilijkheden zit nog een probleem erbij geven zodat diegene het niet meer aan kan)
- een paard, dat voor de tweede keer de sprong niet neemt, neemt hem ook voor de derde keer niet. (=iemand die al twee keer geen beslissing durft te nemen, komt nooit tot een besluit)
- zo oud als Methusalem zijn (=iemand die bijzonder oud is)
- een Pietje precies (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen)
- ere wie ere toekomt (=iemand die de eer verdient moet die ook krijgen)
- het zwarte schaap van de familie (=iemand die een beetje buiten de familie staat qua gedrag)
- een stille in den lande zijn (=iemand die erg stil en ingetogen is of iemand die zich bijna nooit ergens mee bemoeit)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- het is goed sollen met een dood paard. (=iemand die geen verzet biedt, is een makkelijk slachtoffer)
- zo stom als een vis (=iemand die geen woord zegt)
- een volle buik peinst op geen lege. (=iemand die genoeg te eten heeft is niet bezig is met de zorgen van een ander)
- wie aan de weg timmert heeft veel bekijks (=iemand die grote beslissingen moet nemen, krijgt vaak ook veel kritiek)
- wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
- een echte huismus (=iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype)
- iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
- zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)
- aan het verkeerde kantoor zijn (=iemand die je niet kan helpen)
- een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
- als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
- een hele Piet (=iemand die meetelt)
- in een slechte reuk staan (=iemand die niet goed bekend staat)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- gekke Henkie (=iemand die niets in de gaten heeft (bv. `Je denkt toch niet dat ik gekke Henkie ben ?`))
- Jantje Contrarie (=iemand die nooit akkoord is)
- als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
- iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
- een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
- de duvelstoejager (=iemand die overal goed in is)
50 dialectgezegden bevatten `iemand die`
-
Eine dae nao mich kumtj is altied de volgendje! (=iemand die na mij komt is altijd de volgende!) (Kinroois)
- (h) ij kan nog ginne puit beregten (=iemand die niets meer kan, krachteloos) (Lokers)
- `je gaot nog lang niet doad he jochie /messie/wijfie II: Je gaat bij lange na niet dood/hemeluh .. wat een stank. (=iemand die stinkt na poepen op het toilet/wc) (Utrechts)
- 'n echte pinegel (=iemand die altijd tegendraads is) (Hoogstraats)
- 'n gezicht zette wi-j 'n schaermoês (=iemand die bang is) (Weerts)
- 'n koew en 'n zog hebbe noit genog (=over iemand die nooit genoeg heeft) (Astens)
- 'n loopn'de hond vangt altied wel 'n bot (=iemand die onderweeg is krijgt altijd wel iets) (Westerkwartiers)
- 'n vaalze Judas (=iemand die de boel verraadt) (Westerkwartiers)
- 'n vleegende krauw vunk mië dan ein zittende (=iemand die op veel plaatsen komt, krijgt meestal ook vanalles) (Steins)
- 'n vliégende krei viendt lichtig wat (=iemand die geregeld op pad is vindt nog wel eens een voordeeltje.) (Wells)
- 'n zweeloeër (=iemand die net doet of ie niet gehoord heeft wat er is gezegd) (Weerts)
- 'ne naakse mins kujje neet in zien tes veule (=van iemand die niks heeft, hoef je niks te verwachten) (Weerts)
- 'ne Naate paol es gauw beraengeltj (=iemand die zwak is, wordt vlug ziek) (Weerts)
- 'nen alweter (=iemand die altijd alles beter weet) (Sint-Niklaas)
- 'nen broebeljeir (=iemand die onverstaanbaar, binnensmonds praat) (Sint-Niklaas)
- 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
- 't es nen karaudzigen (=iemand die veel moed heeft) (Zottegems)
- 't Gelök luiptj 'm nao (=iemand die het altijd mee zit) (Weerts)
- 't is 'nen broekschijter, nen labbekakker (=iemand die schrik heeft) (Sint-Niklaas)
- 't is iets in zijn kele geschodn (=iemand die zich verslikt) (Kaprijks)
- 't is ne keirkuil, ne piljeirenbijter (=iemand die veel naar de kerk gaat) (Sint-Niklaas)
- 't is ne sjoefeljeir (=iemand die niets anders doet dan iets kopen en het terug verkopen) (Sint-Niklaas)
- 't is ne zeverjeir (=iemand die flauwe praat vertelt) (Sint-Niklaas)
- 't kom nie door z'un melkgebitje (=Een oud iemand die is overleden) (Westlands)
- 't lacht en tsie nie (=iemand die om het minste lacht) (Sint-Niklaas)
- 't zal nen blijvere zijn (=van iemand die een vast lief heeft) (Zottegems)
- 't zwieët van zij kliuëdn ljuëp lans zijn viuëriuëft omiuë (=iemand die enorm zweet na een inspanning) (Kaprijks)
- ‘k zie ‘t kleur van a onderbroek (=tegen iemand die geeuwt) (Kaprijks)
- ‘n äöze peter (=iemand die zwoegt) (Achterhoeks)
- ‘tsa wa zwoaën os ge tuis komt (=voor iemand die te laat naar huis gaat) (Kaprijks)
- ’t és e vies oeër (=iemand die snel boos is, hij is vlug op zijn tenen getrapt) (Meers)
- ' n leugenoar moet ' n best geheug' n hemm' n (=iemand die veel liegt moet goed kunnen onthouden) (Westerkwartiers)
- ' t Ergste waat dich kan euverkómme is te haoje van emes dae van einen angere hiltj! (=Het ergste wat je kan overkomen is te houden van iemand die van een andere houdt.) (Kinroois)
- a ee een goat in zijn and (=iemand die zijn geld verspilt) (Gents)
- a eighet werm water uitgevonne (=iemand die niet erg snugger is) (Bornems)
- a es plasje zot (=iemand die volledig gek is) (Meers)
- a es zjang van Brissel (=iemand die meeval heeft) (Ninoofs)
- a ge bouven zij bellen he (=tegen iemand die in zijn neus aan t' peuteren is) (Ransts)
- A'j de kont uutleent, mo'j deur de ribbe driete (=gezegd tegen iemand die iets uitgeleend heeft zonder het teruggekregen te hebben) (Barghs)
- aa iet et werm woeter oeitgevonne of aa paast dattem et werm woeter oeitgevonne iet (=voor iemand die stom is of hem zelf voor slim pakt) (tervurens)
- aaën hoempësjoemp (=verwijt voor iemand die trekkebeent) (Munsterbilzen - Minsters)
- Afsmoorder (=iemand die altijd sigaretten van een ander aanneemt maar nooit geen terug geeft) (Amsterdams)
- aïs oep sai pünt, ... sikuur (zeker <1930) (=over iemand die alles piekfijn in orde wil hebben) (Kalforts)
- altied 'n boas boov'm boas (=er is altijd wel weer iemand die het nóg beter kan) (Westerkwartiers)
- amaai gaai kunt nogal ee zoag spanne, zenne (=tegen iemand die blijft zeuren) (Antwerps)
- amai, dad is door bouven ok gryerekees (=iemand die vergeetachtig is) (Ransts)
- anne van de koesj of trauën (=handen van de koets of trouwen gezegd tegen iemand die een gehuwde vrouw niet ongemoeid wil laten) (Meers)
- As 'n oer oud wordt, pist ze wijwoatre! (=Over iemand die veranderde van levenswijze) (Lokers)
- as eure kop op 'n vêrreke stông, lözje neemus geinen huidkieës mieër (=wordt gezegd tegen iemand die erg lelijk is) (Weerts)
- as gê van den duvel sprikt ziede zènne stjeirt (=iemand die het huis binnenkomt als men over hem aan het praten is) (Sint-Niklaas)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen