Spreekwoorden met `hou`

Zoek


113 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hou`

  1. `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
  2. aan de draai houden (=bezig houden)
  3. aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
  4. aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden /  beloven, maar steeds weer uitstellen)
  5. aan zijn eindje vasthouden (=zijn standpunt handhaven)
  6. alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
  7. beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
  8. bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
  9. bijl en blok zijn behouden. (=vrouw en kind hebben de bevalling overleefd.)
  10. brede schouders hebben (=veel kunnen verdragen)
  11. dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik door kan blijven gaan; daardoor houd ik het vol)
  12. dat snijdt geen hout (=dat heeft er niets mee te maken; het bewijst niets)
  13. de aanhouder wint (=wie volhoudt, zal uiteindelijk succes hebben.)
  14. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
  15. de boot afhouden (=niet meedoen - afwachten)
  16. de derde streng houdt de kabel. (=alle goede dingen bestaan in drieën)
  17. de gulden middenweg (houden/bewandelen/verkiezen) (=een tussenstandpunt of tussenoplossing verkiezen)
  18. de hand op de knip houden (=zuinig zijn)
  19. de handen thuis houden (=niet aanraken)
  20. de hond de jas voorhouden (=iemand valse hoop geven op iets dat hij graag wil hebben)
  21. de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
  22. de schouders eronder zetten (=zich voor iets inspannen)
  23. de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
  24. de teugels in handen hebben/houden (=de leiding hebben/houden)
  25. de vinger aan de pols houden (=in de gaten houden of alles goed gaat)
  26. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  27. dun snijden is het behoud van de worst. (=goed kunnen rondkomen door zuinig te zijn)
  28. een aap op de schouder hebben (=een probleem hebben waar je niet vanaf komt.)
  29. een achterdeurtje openhouden (=een redmiddel in nood houden)
  30. een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag. (=wordt gezegd door mensen die graag een borreltje lusten)
  31. een houten/stijve Klaas zijn (=nooit iets leuks willen)
  32. een laag profiel houden (=zich niet laten opmerken)
  33. een oog in het zeil houden (=in de gaten houden)
  34. een oogje in het zeil houden (=alert zijn)
  35. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  36. een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
  37. een slag om de arm houden (=niet direct alles vertellen of voorzichtig zijn om toekomstige problemen voor te zijn)
  38. een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
  39. een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
  40. er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
  41. er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
  42. er geen houvast aan hebben (=er weinig mee kunnen doen)
  43. er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
  44. er klopt geen hout van (=het is geheel onjuist)
  45. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  46. geen grond houden (=geen steek houden - niet correct zijn)
  47. geen hout snijden (=niets bewijzen , niet van toepassing zijn)
  48. geen maat weten te houden (=onbeheerst doorgaan waarmee men begonnen is)
  49. het been stijf houden (=niet toegeven)
  50. het hoofd boven water houden (=financieel rondkomen, juist genoeg geld hebben om te kunnen leven)

128 betekenissen bevatten `hou`

  1. aan het lijntje hebben/houden (=aan de praat houden /  beloven, maar steeds weer uitstellen)
  2. op tui houden (=aan het lijntje houden)
  3. op het sleeptouw houden (=aan het lijntje houden)
  4. de barricades opgaan (=actie voeren om iets voor elkaar te krijgen of juist tegen te houden)
  5. `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
  6. ogen van achteren en van voren hebben (=alles goed in de gaten houden)
  7. ad acta leggen (=als afgedaan beschouwen)
  8. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  9. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  10. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  11. een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
  12. salva ratificatione (=behoudens bekrachtiging)
  13. aan de draai houden (=bezig houden)
  14. aan het (sleep)touw houden (=bezig houden / aan het lijntje houden)
  15. bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
  16. in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
  17. je kop erbij houden (=blijven opletten, aandacht vasthouden)
  18. voeling houden met (=contact houden met)
  19. dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
  20. dat groeit uit het raam (=dat kan men niet geheim houden)
  21. dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik door kan blijven gaan; daardoor houd ik het vol)
  22. het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
  23. de teugels in handen hebben/houden (=de leiding hebben/houden)
  24. de beste stuurlui staan aan wal (=de toeschouwers kunnen het altijd beter dan de uitvoerders)
  25. op het eind van de fuik vangt men de vis. (=de volhouder wint)
  26. genadebrood eten (=door anderen onderhouden worden)
  27. de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt)
  28. door het lint gaan (=door woede je emoties niet (meer) onder controle kunnen houden)
  29. iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
  30. de kat uit de boom kijken (=een afwachtende houding aannemen)
  31. het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
  32. een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
  33. een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
  34. een krop opzetten (=een hoge borst opzetten - een fiere houding aannemen)
  35. droge stokvis (=een houterig iemand)
  36. aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
  37. iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
  38. de vierschaar spannen. (=een rechtzitting houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  39. een achterdeurtje openhouden (=een redmiddel in nood houden)
  40. huishouden van Kea (=een rommelig huishouden)
  41. elkaar bij de neus nemen (=elkaar voor de gek houden)
  42. akte van iets nemen (=er nota van nemen - onthouden)
  43. voor ogen houden/staan (=er steeds rekening mee blijven houden)
  44. de broek lappen en het garen toegeven (=er veel verlies aan overhouden)
  45. liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
  46. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  47. er de brui aan geven (=ergens mee ophouden)
  48. er de kat insteken (=ermee ophouden)
  49. aan de latten hangen (=ermee ophouden - bijna bankroet zijn)
  50. de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))

50 dialectgezegden bevatten `hou`

  1. ik hol van die (=ik hou van jou) (Gronings)
  2. 'odd 'oan toot, odd'oann' tuuet, 'aagt oan'n tetter (=hou je mond) (Wichels)
  3. "n zitnt gat vedeent neet wat (=hou de pauze kort) (Rijssens)
  4. (ach) Schei uit ! (=hou op !, stop ermee ! hou erover op ! , meen je dat , ach kom nou) (Utrechts)
  5. (dat) gelul, hou er asjebelief/asteblief over op (=(die) onzin ( hou erover op)) (Utrechts)
  6. aad ô struis (=hou je goed) (Sint-Niklaas)
  7. aadaaven bebbel (=hou je mond) (Booms)
  8. Aafdu mo e bèkke keut (=hou u maar in) (Leuvens)
  9. Aaft a toot (=hou je mond) (Liedekerks)
  10. aaft aven bebber (=hou u mond) (Overijses)
  11. aaft aven doemp mo in (=hou het rustig) (Overijses)
  12. aagd au toot (muil, bek...) (=hou je bek) (Wichels)
  13. aagt a annen on a gedong (van a velo) (=hou je handen op je (fiets) stuur) (Aalsters)
  14. aagt da moar (=hou dat maar) (Wichels)
  15. adave smikkel (=hou je mond) (Booms)
  16. adjeu en de wènd van aatër (=hou je goed) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. aj'd aën toadere (=hou je bek) (Kaprijks)
  18. alee dan, waaj et gezaad (gezaach) (=hou je goed!) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. allee jong! (=hou daar mee op!) (Hulsters (NL))
  20. Angdui moar ljee' (=hou je maar op je gemak.) (Deinzes)
  21. Aogd ao kloddn! (=hou jouw rommel!) (bambrugs)
  22. As je nu niet ophoudt , maak ik van je bril een racefietsch (=hou op aub. (tegen iemand die vervelend doet en een bril draagt)) (Utrechts)
  23. as je rekene op roze, draait 't in de regel uit op peerdebloeme (=hou rekening met eventuele tegenvallers..) (Westfries)
  24. asse de naam hes te laat te kômen, kumse noeit miêr op tiêd (=als je bekend staat om een bepaalde eigenschap hou je dat) (Sevenums)
  25. aste zelf biëls hoesset zenen hond nie te kommendiëre (=hou je bevelen voor je zelf) (Bilzers)
  26. au je snuut, waffel (=hou je mond) (Urkers)
  27. aug a vast on de takker'n van de buëm'n (=hou je vast aan de takken van de bomen) (Meers)
  28. augt a annen on anne gedong (=hou je handen aan je stuur) (Meers)
  29. augt a bakkes (=hou je mond) (Meers)
  30. augt a goed (=hou je goed) (Meers)
  31. augt a kloek, 'k alle kik de kiskes wel augen (=hou je goed (hou je kloek, ik hou de kuikentjes)) (Meers)
  32. augt a kloek, ik aug de kiskes (=hou je goed) (Meers)
  33. augt a toot (=hou je mond) (Meers)
  34. awd oew gemak (=hou je rustig) (Essens)
  35. bakkes houwe (=hou je mond is) (Tilburgs)
  36. bakkes: Aagd aa bakkes! (=hou je mond!) (Lebbeeks)
  37. bèbbel: Aagd aan bèbbel! (=hou je mond!) (Lebbeeks)
  38. bëkiek ët tich mér (=ik hou er voor bekeken, los jij het maar op) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. bezeik dien eige sjoon (=hou je zelf voor de gek) (Berg en Terblijts)
  40. biël zelf, dan moeste zene hond nie kommendiëre (=hou je bevelen voor jezelf) (Bilzers)
  41. bijt nog effe op zen taan (=hou nog even vol) (Bilzers)
  42. binst daj dat doet peel je gin eiers (=hou je maar bezig) (Veurns)
  43. blaost meunne zak oep! (=hou op met zeuren!) (Antwerps)
  44. blijf doë mèt zen tengels vanaof (=hou je daar maar niet mee bezig) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. breek me de bek niet open! (=hou daar maar over op.) (Rotterdams)
  46. da gon ich dich nie on zen naos hange (=dat hou ik voor mezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. de bès nie alléén opte werd! (=hou ook eens rekening met mij!) (Bilzers)
  48. De gees mich nie temét rammele (=hou me niet voor de gek) (Bilzers)
  49. deer ben 'k niks op stoven. Hier behoort nog bij, daarzo. Wij zeggen in het Westfries, deerzô. (=daar hou ik helemaal niet van) (Westfries)
  50. Doe marres gek mar hauwet fèèn (=Ga maar eens uit je dak maar hou het netjes) (Kaatsheuvels)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen