2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het meest`
- die de minste tanden hebben, kauwen het meest (=de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord)
- wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
14 betekenissen bevatten `het meest`
- wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
- gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
- wat het huis verliest, brengt het weer terug (=als men iets in huis zoek maakt, komt het meestal vanzelf weer tevoorschijn)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- tel uit je winst (=kijken en doen waar je het meeste voordeel bij hebt, `zie je wel!`)
- het puntje van een scherpe pen is `t felste wapen dat ik ken (=met een kritisch woord kan het meest worden bereikt)
- geen beter gemak dan eigen dak. (=thuis voel je je het meest op je gemak)
- ervaring is de beste leermeester (=van datgene dat je zelf hebt meegemaakt leer je het meeste)
- de oudste moet de wijste zijn (=van het oudste kind wordt het meeste verwacht)
- met passen en met meten wordt de meeste tijd versleten (=voorbereidingen zijn dikwijls het meest tijdrovend onderdeel van een taak)
- je ogen in je zak hebben (=zelfs het meest opzichtige niet zien)
- het water loopt altijd naar de zee (=zij die al het meest hebben, krijgen ook het meeste)
8 dialectgezegden bevatten `het meest`
- daor zitte we niejom te sprienge (=dat hebben we niet het meest nodig) (Oudenbosch)
- de dûvel drit altied op de grootste hoop (=De rijken worden het meest bevoordeeld) (Epers)
- de meeste strontvliege vèndste trèg op de maogërste beiste (=de armste mensen worden het meest uitgebuit) (Munsterbilzen - Minsters)
- de vaulste vérke willen et sjünste strauw (=het zijn niet altijd de besten die het meest verdienen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Der duvel sjiet ömmer óp ter groeëtste hoop (=De rijken krijgen altijd het meest) (Eys)
- ijis ut beste peert van stal (=hij doet het meest zijn best) (Oudenbosch)
- van fèène rèège èn fèèn mêense wòr de ut miste nat. (=door fijne regen en fijne mensen word je het meest bedonderd) (Tilburgs)
- Wie deelt het t veulst (=Wie deelt heeft het meest) (Nieuw lekkerlands)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen