Spreekwoorden met `heb je`

Zoek

8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `heb je`

  1. aap wat heb je mooie jongen (=sarcastische opmerking over iemand die wat al te trots is op iets)
  2. aap wat heb je mooie jongen spelen (=overdreven vriendelijk zijn)
  3. daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
  4. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  5. kip, ik heb je (=ziezo, dat is gelukt / ik heb je te pakken!)
  6. nee heb je, ja kun je krijgen (=je kunt het altijd proberen)
  7. nu heb je het schaap aan het schijten (=nu komen er problemen van)
  8. wat heb je aan een mooi bord als het leeg is? (=lichamelijke behoeften gaan voor zintuiglijke)

9 betekenissen bevatten `heb je`

  1. as is verbrande turf (=aan een belofte (as = als) heb je niets)
  2. van een mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
  3. vragen kost geen geld (=al heb je weinig kans, je kan het in elk geval maar vragen)
  4. moet je heen hooien? (=heb je geen tijd?)
  5. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  6. magere luizen bijten scherp (=met de armsten heb je de meeste last)
  7. Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
  8. wat het oog niet ziet, wat het hart niet deert (=wat je niet ziet en niet weet heb je ook geen last)
  9. kip, ik heb je (=ziezo, dat is gelukt / ik heb je te pakken!)

50 dialectgezegden bevatten `heb je`

  1. 'k em a vandoen (=Ik heb je nodig) (Bambrugs)
  2. 't è nie moollek (=Dat heb je meteen in de gaten / Dat is makkelijk) (Gents)
  3. 't is gien opmoakersbende (=nu heb je wel genoeg) (Westerkwartiers)
  4. ' t Rare aan gelök is: es te gelök höbs den höbs te geldj g' hadj! (=Het rare aan geluk is: als je geluk hebt, heb je geld gehad!) (Kinroois)
  5. a-ge oewèège nie kietelt, hè de nôot niks (=wanneer je jezelf niet verwent, heb je nooit iets) (Tilburgs)
  6. A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
  7. a' j ' n kearl nödig hebt is heej d' r ook nooit (=heb je hem een keer nodig, is hij er weer niet) (Twents)
  8. ad ye, aye - ew ye, eye (aye is dus vt van eye), wat adje dan nog? ew je ok nog? wat aye? wat eye nau wir edoon! (=had jij, had je - heb jij, heb je) (Urkers)
  9. aet mér vêr den hoenger wo kump (=heb je geen honger, eet toch maar wat) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. Aj niks zeit hej ok niks te verantwoord'n. (=Wanneer je niets zegt, heb je ook niets te verwantwoorden.) (Twents)
  11. amai minne frak; kust nô min kloûten (=wat heb je me daar? wat gebeurt daar zeg?) (Sint-Niklaas)
  12. as de as brèktj vèltj de ker (=aan een ‘als redenering’ achteraf heb je niks) (Heitsers)
  13. as dit neet good is lègks se d’r de kop mer bie neer (=als je dit niet lust dan heb je pech) (Heitsers)
  14. As is verbraande törf (=Aan `als` heb je niks) (Drents)
  15. as se hei haads gevraete, haads se baesems kinne sjiete (=aan een ‘als-redenering’ achteraf heb je niks) (Heitsers)
  16. assët aoën dich ès, höbsët zitte (=als je het aan de hand hebt, heb je het zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. Asto de 1e hazze hast, hast de twadde hazze hast... (=als je de 1e haas hebt, heb je de 2e bijna....) (Fries)
  18. bau deed het paajn, (=wat heb je nu weer aangevangen) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. bau ën hin dab, moet ze ook aeitë (=als je ergens werkt, heb je daar oook recht op eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. bau hübste dae kaa opgerop (=waar heb je die verkoudheid opgedaan?) (Bilzers)
  21. bau hübste de heil daog toch mèr autgehange (=waar heb je zolang gezeten?) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. bendal wiesse (n) appe? (=heb je je al een gebit laten aanmeten?) (Oudenbosch)
  23. bendal wiesse strooje? (=heb je het communicantje al gefeliciteerd?) (Oudenbosch)
  24. bende vantjaor al dikkopkus wiesse vange? (=heb je dit jaar al kikkervisjes gevangen?) (Oudenbosch)
  25. bende vorzien van pòte en òre? (=heb je alles wat je nodig hebt?) (Nieuw-vossemeers)
  26. béste onder de vekantse noë sjoël gewés (=waar heb je dat geleerd?) (Bilzers)
  27. Da haj soms. Da hej mangs (=Dat heb je soms) (Twents)
  28. Da hedde gij goe begaojd (=Dat heb je goed verprutst) (Bredaas)
  29. Da hedde gij goed gedoan! (=Dat heb je goed gedaan!) (Eindhovens)
  30. Da hedde mèj (=Dat heb je soms) (Groesbeeks)
  31. da heddu (=dat heb je) (Brakels (gld))
  32. da hübsemgoed gelap (=dat heb je mooi afgehandeld) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. da ziet ne blinne mèt zen ooge tau (=dat heb je vlug verstaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. da zijn a zoakes niet (=daar heb je n!ets mee te maken) (Kaprijks)
  35. da zijn ou zouken nie (=daar heb je niets mee te maken) (Moes)
  36. da's 'n lanteernpoal zunner licht (=aan die persoon heb je helemaal niets) (Westerkwartiers)
  37. Daar heb je oud 99 weer of gewoon: oud99 (=daar heb je die Bemoeizuchtige v / m weer.) (Utrechts)
  38. Daar hij-je/hejje ze / Daar heppie ze/ daar zijn zu / o nee he? (laatste bij ongewenst bezoek) / Zandzakkuh voor de deur ! (=Daar heb je ze / hen ! (positief of negatief)) (Utrechts)
  39. Dadeddenibajolle (=Dat heb je niet bij jullie) (Antwerps)
  40. Dan he' j ' t schaop an ' t drieten (=Dan heb je een probleem) (Achterhoeks)
  41. Dan he' j de schaop' n ant driet' n an (=Dan heb je de poppen aan het dansen) (Achterhoeks)
  42. dan hej 't schoap an 't driet'n (=dan heb je de poppen aan het dansen) (Bathmens)
  43. dan kan je lappen kakken (=heb je goed gegeten?) (Amsterdams)
  44. dan zijde deurt oog van de naold gekrope (=dan heb je veel geluk gehad) (Oudenbosch)
  45. Dao höbs te pakkes aan (=Daaraan heb je houvast) (Gelaens (Geleens))
  46. Dao is de bend los (=Daar heb je de poppen aan het dansen) (Gelaens (Geleens))
  47. dao is gein soondusse bóks aan verrdeendj (=daar heb je niks aan) (Weerts)
  48. Daor he'je 't gesmiet in de glaoze! (=Daar heb je het gegooi in de glazen) (Terschuurs)
  49. Daor hedde gin errug in (=Dat heb je niet in de gaten) (Ewijk (Euiwwiks))
  50. daor zijde veul beter meejaf (=daar heb je veel meer aan) (Oudenbosch)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen