14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `had`
- als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
- bang zijn voor zijn eigen schaduw (=overdreven bang zijn)
- door schade en schande wordt men wijs (=een mens leert het beste van z`n fouten)
- een blind paard zou er geen schade doen (=een armoedig interieur)
- er de hand in gehad hebben (=eraan meegewerkt hebben, met raad of daad)
- geen licht zonder schaduw (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)
- had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
- in de schaduw stellen (=het beter doen dan een ander, iemand overtreffen)
- in iemands schaduw staan (=niet opvallen omdat iemand anders meer opvalt)
- je schaduw vooruit werpen (=zich onheilspellend aankondigen)
- niet in iemands schaduw kunnen staan (=aan iemand absoluut niet kunnen tippen)
- ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
- van de dertig penningen niet gehad hebben (=niet al te slim zijn)
- weten waar Petrus de sleutel had (=op de hoogte zijn van wat niet iedereen weet)
31 betekenissen bevatten `had`
- het op de klompen aanvoelen (=achterafgepraat - Dat had men kunnen weten)
- het middel is erger dan de kwaal (=de oplossing veroorzaakt nog meer schade)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
- het kind van de rekening (=degene die schade lijdt, terwijl anderen niets hebben)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- voorzichtigheid is de moeder der wijsheid (=doe het voorzichtig, dan komt er geen schade)
- zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
- een klein lek doet een groot schip zinken (=een geringe onachtzaamheid kan tot grote schade leiden)
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- er een lelijke pijp aan roken (=er veel schade van ondervinden)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- de boon van de koek gekregen hebben (=geluk gehad hebben)
- op één been kan je niet lopen. (=gezegd als je één drankje gehad hebt en meer wilt)
- dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
- als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
- je laatste troef uitspelen (=het laatste wat iemand achter de hand had naar buiten brengen)
- iemand de ogen openen (=iemand inzicht geven in iets wat diegene nog niet doorhad)
- geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
- geen man over boord zijn (=iets is niet zo erg, het had veel erger gekund)
- in iemands kraam te pas komen (=iets wat iemand nodig had)
- de balans opmaken (=kijken hoe iets verlopen is; nagaan of je ergens voordeel of nadeel van hebt gehad)
- wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
- aan de pan gelikt hebben (=slecht terechtkomen of veel schade hebben)
- een tere snaar aanroeren (=spreken over iets waar men beter niet over had gesproken)
- te veel vuur in een stoof doet ze branden (=te veel is schadelijk)
- overdaad schaadt (=te veel van iets is schadelijk)
- veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
- kan uit Nazareth iets goeds komen? (=wanneer iemand een bepaalde opvoeding heeft gehad kan daar niks goeds van verwacht worden)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
50 dialectgezegden bevatten `had`
- (jammer) weet je wat a zonde is:beuter an je had en drohen broe-ad eten (=spijtig) (Zeeuws)
- `Aarg geschrouw, mer weinig wol, ` zei de boer en hie had 't vaarke onder 't mes (=Veel geschreeuw, maar weinig wol) (Barnevelds)
- `ha ich gistere hee gefrèète, dan zo ich heië besseme sjijte` (=had ik dit, dan zou ik...(gezegde)) (Genker)
- ' n dotrois had (=een vergeefse reis gemaakt) (Westfries)
- 'k 'emmet gepaest (=dat had ik voorzien) (Wichels)
- 'k emmet gepeist (=ik had het wel gedacht / dat dacht ik al) (Wetters)
- 'k haar 'n bestn dag ehad. (=ik had een goede dag) (Vechtdals)
- 'k haar em nog woarschouwd (=ik had hem nog gewaarschuwd) (Westerkwartiers)
- 'k oë malsjanse (=ik had het geluk niet aan mijn zijde) (Waregems)
- 'kod wej gepejsd (=ik had het wel gedacht) (Brakels)
- 'n kolnacht had (=zeer slecht geslapen hebben) (Westfries)
- 'n tik met 'n möllewieke had hem'm (=niet goed wijs zijn) (Vechtdals)
- 'ne aafgelèkdje boterham (=een meisje dat al veel vriendjes had) (Weerts)
- 't ging 'm flink langs die zwaas (=Hij had veel te verduren) (Steins)
- 't lag in mijn leens (=ik had zo een vermoeden) (Waarschoots)
- 't tocht mie lik (=dat had ik ook al gedacht) (Wevelgems)
- 't tocht mie lik (=ik had al zo'n vermoeden) (Wevelgems)
- ‘K was abuis (=Ik had het verkeerd) (Bergs)
- ' k haar d' r al lucht van kreeg' n (=ik had er al iets van gehoord) (Westerkwartiers)
- ' k hoai koai kaarte (=ik had slechte kaarten) (Turnhouts)
- ' t es tegen zan keire (=het komt niet uit zoals hij verwacht had) (Ninoofs)
- a kon zoane nees oant ges afveige (=hij had niets meer) (Booms)
- a oo em ba zanne skabbernak (=Hij had hem te pakken) (Ninoofs)
- a't een (h) oend gewist, je beeët: gezegd als iemand iets niet opmerkt of niet vinden kan wat vlak in zijn nabijheid staat of ligt (=had het een hond geweest, hij beet) (Klemskerks)
- aa Kalləfûət ni geschétə dèn aa Puus giən étə (=had Kalfort niet gescheten dan had Puurs geen eten) (Kalforts)
- Aater Haarieke van de Knaajnkes on de bêm èn Eek hoch de Sjutteraaj van Eek hunne boom ston, tësse de kiëzebeem (=Achter 'Huis Gregoor' had de schutterij van Eik haar schietstand, tussen de kersenbomen.) (Munsterbilzen - Minsters)
- ad ye, aye - ew ye, eye (aye is dus vt van eye), wat adje dan nog? ew je ok nog? wat aye? wat eye nau wir edoon! (=had jij, had je - heb jij, heb je) (Urkers)
- aje touwe aje toto (=had je het gehouden als je het gehad had) (Zeeuws)
- Ak jou nie aar (=Als ik jou niet had) (Brabants )
- ak naa mar wies wèk wô..........., dan hak òk wè, war paa.......!!! (=als ik nu maar eens wist, wat ik wilde............dan had ik ook wat, of niet vader..........!!!) (Tilburgs)
- Ak niet edacht (=had ik niet gedacht) (Hoogeveens)
- Ak wel edacht (=had ik wel gedacht) (Hoogeveens)
- akket ha gekanne dan hakket gedoan (=Als ik het had gekunnen dan had ik het gedaan) (Kaatsheuvels)
- Als me zus klootjes had gehad, was ze nu me broer. (=Als) (Rotterdams)
- As lig achter Bure en as Bure afbraan ist allemoal as (=Een reactie op de opmerking als ik dat had geweten dan had ik.....) (betuws)
- As men tentjen kloeiten had was ' t men nonkel. (=Je moet niet zeuren over wat niet is. 2) (Teralfens)
- As, as. As mijn tante klueten g'ad ad tèn waust mijne nonkel (=Als, als. Als mijn tante kloten had gehad dan was zij mijn oom) (Lokers)
- As, as….as de as brekt vilt de kèr (=had ik dat maar gedaan of als ik dit of dat had gedaan…) (Zurriks)
- asofter én zen broek ho (ch) gezeek (=alsof hij in zijn broek had geplast) (Bilzers)
- aste iëk hëbs moeste krabbe (=de krab had duidelijk veel jeuk) (Munsterbilzen - Minsters)
- aye allers mit em uriven / ofurfd (=had jij al een keer met hem een erfenis verdeeld) (Urkers)
- beuter an je had strieken en drohen broe-ad eten (=wat is zonde) (Zeeuws)
- beuter an je had strieken en droog broead eten (=weet je wat zonde is) (Zeeuws)
- Da h'et gèt had ètj (=Je hebt het al gekregen) (Bambrugs)
- da jak aadde gij gere genog aangat gat (=die jurk had je best willen dragen) (Oudenbosch)
- Da was tegen ou nilles hé (=Dat had je niet gedacht hé) (Bevers)
- daaj ho nogal krievel on hër K (=zij had geen zittend gat!) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hoch al viël wotterkes dërzwoemme (=zij had al heelwat meegemaakt) (Bilzers)
- daaj hoch ën graute sjier (=die had een grote mond... een klappei) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj hoch hër kries wir (=zij had haar crisis weer was onhandelbaar) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen