13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gras`
- buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
- daar groeit het gras in de straten (=daar is het erg saai)
- de koe van de pastoor eet iedere dag mals gras (=wie trouw is aan machtige mensen, heeft een heerlijk leven)
- er geen gras over laten groeien (=onmiddellijk profiteren, uitvoeren)
- er schuilt een addertje onder het gras (=er is een verborgen risico in het spel)
- gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt (=sommige dingen hebben tijd nodig)
- het gras in de knieën hebben (=lijden aan voorjaarsmoeheid)
- het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
- het gras kunnen horen groeien (=erg verwaand zijn - ook gezegd als het ergens muisstil is)
- het gras voor de voeten wegmaaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- luisteren naar groeien van het gras (=erg lui zijn)
- te hooi en te gras (=zonder enige regelmaat of plan)
Eén betekenis bevat `gras`
- een groentje zijn (=(ook: Groen als gras zijn. ) Ergens nog geen ervaring mee hebben)
40 dialectgezegden bevatten `gras`
- 'n zoei gas (=een zode gras) (Overmeers)
- 't gès is grien (=het gras is groen) (Booms)
- 't graas aafdoon (=het gras maaien) (Steins)
- 't gras afrijn (afdoen) (=het gras maaien) (Sint-Niklaas)
- ain n swien ien t ies joagen (=iemand het gras voor de voeten wegmaaien) (Gronings)
- as den hond en de verkes groes vrate, daan haan ze wurm (=als de hond en de varkens gras aten dan hadden zij wormen) (Heusdens)
- As je réjkene moet je weer réjkene (=Let op de addertjes onder het gras) (Volendams)
- Aste onder de pinnekesdroëd dürkrups, moeste oplette vür de stroom en de pinnekes (=het gras aan de overkant is altijd groener) (Bilzers)
- bie un ander is t hos aaltied hroener (=gras) (Zeeuws)
- bloutekonten in ut gras (=snijbonen met witte bonen) (Liessents)
- bocht is bocht, en waor bocht gruuit, gruuit gin gras (=onkruid is onkruid, en waar onkruid groeit, groeit geen gras) (Maas en waals)
- D'r staot mer een dun zwaoidje gres op 't laand (=Het gras staat niet hoog) (Zwartebroeks)
- d'r zat 'n addertje onner 't gras (=het leek heel mooi, maar ....) (Westerkwartiers)
- Dat staat er op as haor op een hond (=At staat heel dicht, b.v. gras) (Giethoorns)
- de groes mêin (=het gras maaien) (Koersels)
- der groei gras op zènnen buik (=hij is begraven) (Sint-Niklaas)
- dêr groeit gras op zaainen boajk (=hij is begraven) (Antwerps)
- doar zit 'n addertje onner 't gras (=daar is wat bij) (Westerkwartiers)
- dur groeit gras op zunne buik (=op het kerkhof begraven liggen) (Oudenbosch)
- elver graus (=Bundel gras) (Walshoutems)
- goeje roeëd ès good wieëd (=gras gaat niet sneller groeien door eraan te trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae loet zich zene keis van tèsse zen snieë pikke (=de tuinier liet het gras van onder zijn voeten maaien) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij let d'r gien gras over groei'n (=hij begint meteen aan de klus) (Westerkwartiers)
- hij loapt doarmee n' slekkentrekre in 't ges (=hij prikt het papier van 't gras) (Evergems)
- ien 't gras biet'n (=sneuvelen in de strijd) (Westerkwartiers)
- Ig gon het gras afrije. (=Ik ga het gras maaien.) (Beverloos )
- ik vroag oe tog ok nig of ne koo gras lus? (=ik vraag je toch ook niet of een koe gras lust (iets onbenulligs vragen) (Twents)
- je lat der gin gras over groein (=je wacht er niet mee) (West-Vlaams)
- ne naote mee, gif botter énde wee (=als het nat is in mei, staat het gras hoog in de wei) (Bilzers)
- nen dots gas (=een hand gras) (Overmeers)
- nie alle gras is ooigras (=niet alles is zo mooi als het lijkt) (Oudenbosch)
- Schaop erop! (=Dat gras mag wel eens gemaaid worden) (Eersels)
- tgroës és griener on den iëverkant, mér daaj moeten der ook viël vür doen (=aan de overkant is het gras wel groener, maar...) (Bilzers)
- ut gas is goen (=het gras is groen) (Haags)
- ut gos afdoen, afraijen (=het gras maaien) (Hulsters (NL))
- Ut neije maeimachien slit ut graes tot gruzelementen (=Het nieuwe maaimachine slaat het gras kort) (Ewijk (Euiwwiks))
- weert 't niet op 't hooi, dan weert 't wel op 't gras (=elk weertype is wel ergens goed voor) (Westerkwartiers)
- ze laote d r gin gras over de patjes groeie (=dat is niet aan dovemansoren gezegd) (Oudenbosch)
- zij let d' r gien gras over groei' n (=zij pakt het meteen aan) (Westerkwartiers)
- Zoh gruun aes graes (=Zo groen als gras) (Ewijk (Euiwwiks))
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen