Spreekwoorden met `donker`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `donker`

  1. de kat in het donker knijpen (=kwaad doen waar niemand het ziet)
  2. donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
  3. door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
  4. een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
  5. iets verdonkeremanen (=stelen)
  6. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)

34 dialectgezegden bevatten `donker`

  1. 't blijf laaë donker (=de zon komt laat op) (Kaprijks)
  2. 't is ier zo donker as een aal (=het is hier pikdonker) (Sint-Niklaas)
  3. da motte uittut ligt ouwe (=dat moet in het donker bewaard worden) (Oudenbosch)
  4. daaj hun lêmpke geet stiloën aut (=de toekomst van de electrzaken is donker) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. de groeëte keeas is oait (=het wordt donker) (Antwerps)
  6. de loch ziet paekzwat (=de lucht ziet er heel donker uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. den knep de katte in 't donker (=die is schijnheilig) (Vechtdals)
  8. doet ëns get lich aoën, ich zien nie wat ich zèg ! (=wat is het hier toch donker !) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. donker'n: Boëten blijven mé d'n donker'n (=Buiten blijven als 't donker is) (Lebbeeks)
  10. ich zien nie wot ich zèg (='t is hier wat donker) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. ieëen van alverdrau donker (=iemand van licht allooi) (Meers)
  12. ieënen van alverdrou donker (=onbetrouwbaar persoon) (Meers)
  13. iejene van half vier doenker (=een simpel geest / ene van half vier donker) (Geels)
  14. ien d'n duustere (=in het donker) (Wells)
  15. iet van 't alverdrau donker (=het is niet veel waard) (Ninoofs)
  16. Ik rein nie geire metten doenkere (=Ik rijd niet graag (met de auto) als het donker is) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  17. Ik zien ie gieëne steek (=Ik zie hier niets, het is hier donker) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  18. in 't noajoar beginnen de doagen te kurten (=vanaf de herfst wordt het elke dag iets vroeger donker) (Sint-Niklaas)
  19. in d' n dònkele, in d' n duustere (=in het donker) (Steins)
  20. In het dònkers (=In t donker) (Volendams)
  21. knibbe-poeze (=de katjes in het donker knijpen) (Kaprijks)
  22. knippe-de-poeze (=de katjes in het donker knijpen) (Gents)
  23. Luster, het wordt duuster (=Het begint donker te worden.) (Hoogeveens)
  24. Miekes, wa bende toch zwert! (=mevrouw, wat heeft u toch een donker haar!) (Brabants)
  25. Oeppassen veur d'achturenmuier. (=voor het donker thuis zijn.) (Beerses)
  26. t'es hie zoe zwet as tgat van ne neiger (=donker (heel) ) (Brussels)
  27. t'is ieene van 't aulf zeven donker (=het is een dwaas iemand) (Lokers)
  28. tés pikkedoenkel (=het is heel donker) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. van lieverlee wordt ' t duuster (=langzaam maar zeker wordt het donker) (Westerkwartiers)
  30. van t'alverdrou donker (=van slechte kwaliteit) (Ninoofs)
  31. Voor donkers tois. (=Thuiskomen voordat het donker wordt.) (Zaans)
  32. vór dun donkeren tuis (=voor het donker thuis) (Hulsters (NL))
  33. ze spelen nog in den donkeren (=de kinderen spelen nog als het al donker is) (Sint-Niklaas)
  34. zo donker as in d'el (=helledonker) (Vels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen