Spreekwoorden met `goed bij`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `goed bij`

  1. goed bij de tijd zijn (=snugger)
  2. niet goed bij zijn hoofd zijn (=niet goed wijs zijn, gekke dingen doen)
  3. niet goed bij zijn positieven zijn (=niet op zijn gemak zijn, een beetje ziek zijn)

10 betekenissen bevatten `goed bij`

  1. de nacht is een goede raadsman. (=een nachtje slapen is goed bij het nemen van beslissingen)
  2. uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
  3. bij elkaar passen als twee trommelstokken (=goed bij elkaar passen)
  4. ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)
  5. er mankeert iets in zijn bovenkamer (=hij is niet goed bij zijn verstand)
  6. met molentjes lopen (=in de war zijn, niet goed bij het verstand zijn)
  7. een klap van de molen (beet) hebben (=niet goed bij het verstand zijn)
  8. van lotje getikt zijn (=niet goed bij het verstand zijn)
  9. ze zien vliegen (=niet goed bij het verstand zijn)
  10. ze niet alle vijf hebben (=vreemd gedragen of niet goed bij het verstand zijn)

50 dialectgezegden bevatten `goed bij`

  1. 'j é ne slag van de meuln gad (=niet goed bij zijn verstand) (Knesselaars)
  2. 'n pan aaf höbbe (=Niet goed bij zijn verstand zijn) (Berg en Terblijts)
  3. 't goad-êm goe af (=dat past goed bij hem) (Kaprijks)
  4. 't is 'n haalve goare (=zij is niet goed bij d'r verstand) (Westerkwartiers)
  5. a eet een vèis los (=hij is niet goed bij zijn verstand) (Meers)
  6. a zitj 'r dik in (=hij zit goed bij kas) (Meers)
  7. Aa is nog goe baa de zaane (=Hij is nog goed bij zijn verstand) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  8. aatërlëk zin (=niet goed bij de les zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. bist ja nait goud snik (=hij is niet goed bij zijn hoofd) (Hogelandsters)
  10. bist ja nait goud snik (=niet goed bij je hoofd) (Gronings)
  11. Bu’j wa good snik, Bu'j gek? He’j ‘t goed wies kapot? (=ben je wel goed bij je hoofd) (Achterhoeks)
  12. da goa goe t' huupe (=dat past goed bij elkaar) (Lovendegems)
  13. da goa goe thuupe (=dat past goed bij elkaar) (Gents)
  14. da goa goe tiuëbe (=dat past goed bij mekaar) (Kaprijks)
  15. dae ès èn goej doens (=hij is goed bij kas) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. dae ès nie heil goed bij de zijne (=hij is niet goed bij zijn verstand) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. dae haet ein pan aaf (=hij is niet goed bij z’n hoofd) (Heitsers)
  18. Dae is door de ratte besjnuffelt (=Die is niet goed bij zijn hoofd) (Tegels)
  19. dae is zoeë gek wie ‘n raad, raadgek (=hij is niet goed bij z’n hoofd) (Heitsers)
  20. dae tiktj neet richtig (=hij is niet goed bij z’n hoofd) (Heitsers)
  21. dat is 'ne haove gare (=Hij is niet goed bij) (Mechels (NL))
  22. Dat verdreg zich wal. (=Dat past goed bij elkaar, dat bijt elkaar niet.) (Aaltens)
  23. de bés nie heil tau (van snik) (=je ben niet goed bij je verstand) (Bilzers)
  24. den diene hee ze nie alle vijve (=niet goed bij zijn verstand) (Lovendegems)
  25. det akkerdeertj toch neet zoeë good mèt ein (=dat past niet goed bij elkaar) (Heitsers)
  26. Die 't breeëd èt, lat et breeëd ang'n (=Wie goed bij kas zit, leeft royaal.) (Veurns)
  27. die benn'n goed met 'n anner op streek (=die passen goed bij elkaar) (Westerkwartiers)
  28. Die et de wabber (=Die is niet helemaal goed bij zijn hoofd) (Volendams)
  29. Die heiter een paer op't gors laopen. (=Die persoon is niet helemaal goed bij zijn hoofd.) (Flakkees)
  30. die het een tik van de meulen gehad (=niet helemaal goed bij zijn hoofd zijn) (Alblasserdams)
  31. Die het zeker nun klap van de molen gehad, ofwa (=Hij is niet goed bij zijn hoofd.) (Brabants)
  32. die is bij de pink'n (=die is goed bij de tijd) (Westerkwartiers)
  33. die vent die spoort nie (=die kerel is niet goed bij z'n verstand) (Brabants)
  34. diejis nie mee de leste rege gevalle (=die is heel goed bij) (Oudenbosch)
  35. Doar is der ene van em an 't blad häärken (=Hij is niet helemaal goed bij zijn verstand) (Epers)
  36. doe tiks neet richtig (=jij bent niet goed bij je hoofd) (Nunûms)
  37. este ut laank höbs, lieste ut laank haange (=wanneer je goed bij kas zit) (Mestreechs)
  38. ge zij van de ratten besnuffeld zeker (=je bent niet goed bij je verstand) (Graauws)
  39. geij ziet gaor nie wies (=niet goed bij zijn hoofd zijn) (Boksmeers)
  40. goe tiuëbe goan (=goed bij mekaar passen) (Kaprijks)
  41. haach tich (haattich) mér goed bij ! (=laat je niets ontgaan !) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. haag tich mér goed bij (=hebben is hebben, maar krijgen is de kunst) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. hai is wel om Leerm' s komm (=Hij is goed bij z'n verstand) (Gronings)
  44. he-j ze all'maole wel op 'n reechie (=ben je wel goed bij je hoofd) (Sallands)
  45. he'j 't allmoale op 'n ri-jgie (=ben je wel goed bij je hoofd) (Vechtdals)
  46. he'j 't, of krie'j 't (=ben je wel goed bij je hoofd) (Vechtdals)
  47. He'j ze allemoale wel op de rie:ge (=ben je wel goed bij je hoofd) (Sallands)
  48. Hèdde gij ne klap van de meule gekrèège? (=Ben je wel goed bij je hoofd?) (Kaatsheuvels)
  49. Hi-j het nie alle panne op ‘t dak (=Hij is niet goed bij zijn hoofd, hij is een beetje gek) (Achterhoeks)
  50. hij het 'n klap van de meuln'wiek had (=hij is niet goed bij zijn verstand) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen