16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gegeten`
- bot gegeten hebben (=dom geboren zijn en zo blijven)
- de meeste aardappelen al gegeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
- de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
- een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
- een zak zout met iemand gegeten hebben (=iemand al lang kennen)
- er geen kaas van hebben gegeten (=er geen verstand van hebben)
- er geen pap van gegeten hebben (=er weinig over weten)
- gegeven brokken zijn gauw gegeten. (=weldadigheid gaat meestal niet ver.)
- hazenvlees gegeten hebben (=een bangerik zijn)
- heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- het zo zout nog niet gegeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben)
- ongegund brood wordt veel gegeten. (=vaak kan men het niet verdragen dat het een ander beter gaat.)
- paardenvlees gegeten hebben (=van nature onrustig zijn)
- wie gaat slapen zonder te hebben gegeten, staat op zonder te hebben geslapen. (=voor de gezondheid zijn eten en slapen van belang.)
5 betekenissen bevatten `gegeten`
- het oog is groter dan de maag (=meer op het bord scheppen dan er opgegeten kan worden)
- achter de kiezen hebben (=opgegeten hebben)
- achter de knopen hebben (=opgegeten hebben)
- flink wat achter de knopen hebben (=veel gegeten en gedronken hebben)
- geen kip meer kunnen zeggen (=zoveel hebben gegeten dat je niets meer kan eten. Volkomen verzadigd)
50 dialectgezegden bevatten `gegeten`
- 'k zidde dikke (=ik heb voldoende gegeten) (Kaprijks)
- as de moeze zat is, is 't meel bitter. (=wanneer men vol gegeten is, gaat het eten tegenstaan) (Vechtdals)
- As me moeder me buk zou voele dan zou ze zegge: me kind ' êt kliertjes. (=uitspraak van iemand die uitgebreid en goed gegeten heeft en aan het uitbuiken is:) (Schevenings)
- as nen moes zat is, wördt 't mel bitter (=wanneer men vol gegeten is, gaat het eten tegenstaan) (Twents)
- ben zat (=ik heb genoeg gegeten) (Hogelandsters)
- Ben zat (=Ik heb genoeg gegeten) (Gronings)
- daaj ès wol hoël vanbènne (=zij heeft nooit genoeg gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae haaj zien pens flink gewasse (=hij heeft goed gegeten) (Heitsers)
- dat ging d'r ien as gesneed'n stuut (=dat werd met smaak gegeten) (Westerkwartiers)
- de boek op de lieste zetten (=Te veel te hebben gegeten) (Giethoorns)
- de broek knapt mij zowat (=ik heb veel te veel gegeten) (Westerkwartiers)
- de kat zal noe wel niet meer mit je lege maag gaon sleupe (=je hebt nu wel genoeg gegeten) (Nijkerks)
- de konehinne kan lekker ehetn en me nie lekkerder as ik (=lekker gegeten) (Zeeuws)
- den buuk strak hebbe (=veel gegeten hebben) (Genneps)
- Doâ rĕnk hé kaas và hétn (=Daar heb ik geen kaas van gegeten) (Terneuzens)
- doë kin ich geen jota van (=daar heb ik geen kaas van gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- en e num verboeft geten (=hij heeft te veel gegeten) (Veurns)
- gette hemme (=gegeten hebben) (Waanroods)
- Gezèt zijne gelijk ne puit op nen (h) èrten wegel (=Lekker overvloedig gegeten hebben) (Lokers)
- hae haet zich good begaajdj (=hij heeft veel gegeten, eigenlijk te veel gegeten) (Heitsers)
- hae mok e gezich waajne kattestront (=hij trekt een vies gezicht, alsof hij kattestront heeft gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- hè hò zunèège ongaans gegeete (=hij had zoveel gegeten dat hij misselijk werd) (Tilburgs)
- Heb je goed gegeten dan ken je lappies poepen (=Heb je lekker gegeten) (Leids)
- Hebdege goe geté (=Heb je goed gegeten) (Schels)
- hedde gij een brooike kès gevreten (=heb jij een broodje kaas gegeten) (Bredaas)
- hij zit zo vol as 'n potje met peer'n (=hij heeft te veel gegeten) (Westerkwartiers)
- Ich bin dempig gête. (=Veel (overdadig) gegeten hebben) (Walshoutems)
- Ich hèb gèète wei 'nen hier: vaerkesèèrappel op telier. (=Ik heb gegeten als een heer, varkensaardappel op teljoor.) (Genker)
- ich heb mien kloeëte good vôl gedoedj (=ik heb veel gegeten) (Weerts)
- ich hëb nog nie ês éé briëmëlke braut gäete (=ik heb nog helemaal niets gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich höb men kloete goed volgespieëld (=ik heb lekker veel gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich kan nimei (=ik heb méér dan genoeg gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich ùb men kloeëte goet vòlgespèlt (S*) (=ik heb goed gegeten) (Sintrùins)
- Ich zen dempig gêête (=Ik heb teveel gegeten) (Walshoutems)
- ich zen verboeft, ich zen dempig gefrèt. (=ik heb van dit te veel gegeten) (Diesters)
- ie zit zo dikke lijk 'n nippen (=hij heeft overdadig gegeten) (Waregems)
- ij gao gin zaand mir af (=hij heeft zijn buikje lekker vol gegeten) (Oudenbosch)
- Ik zit zo vol as mud 1 mud kolen was 40 kilo 1 mud aardappelen 70 kilo zo vol als mud zitten betekent dus boordevol zitten , zodat er niets meer bijkan. Ook de term `riem op de vreethaak` hoorde je vaak in utrecht. Met andere woorden, je riem een gaatje verder zetten omdat je enorm veel gegeten had. (=vol zitten (van het eten): uitspraak: Ik zit *stamp, tjok etc* vol !,) (Utrechts)
- Je liekt wel een geite met een bek vol freten vraege naar marege (=Hij vraagt met een mond vol wat er morgen gegeten wordt) (Flakkees)
- k Bin dik zat (=Ik heb lekker gegeten) (Gronings)
- ke kun'ik gin pap mi zeggn (=genoeg gegeten hebben) (Iepers)
- kent beduumn (=ik heb genoeg gegeten) (Gronings)
- Kzit dik (=Ik heb (te) veel gegeten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- lottet mèr get bekiele, tgeet vanzelf wol iëver (=de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend) (Munsterbilzen - Minsters)
- men kas geet autter voege (=ik heb wat veel gegeten) (Munsterbilzen - Minsters)
- Nee dank je, ik ben pas ziek geweest / Nee ik heb thuis goed gegeten (=Nee dank je. (als iemand je iets (te eten) aanbiedt en je hebt geen trek) (Utrechts)
- Noe kan ik 't earste uur wa teg'n 'n hong'rigen boer vast'n (=Ik heb genoeg gegeten) (Twents)
- overgeten, overboeft (=teveel gegeten) (denderleeuws)
- verboeft zaën (=teveel gegeten hebben) (Winksels)
- vrijdags ete we spek mee spijle (=vrijdag wordt er vis gegeten) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen