Spreekwoorden met `gevallen`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gevallen`

  1. de snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen (=ik ben op goede plaatsen beland)
  2. het kwartje is gevallen (=hij heeft het begrepen)
  3. niet op je achterhoofd gevallen zijn (=hij is behoorlijk slim; hij heeft iets wel in de gaten)
  4. niet op zijn mondje gevallen zijn (=precies duidelijk maken hoe iemand over iets denkt)
  5. op het veld van eer gevallen (=eervol gesneuveld)
  6. van je paard gevallen zijn (=een positie verliezen)
  7. waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)

5 betekenissen bevatten `gevallen`

  1. heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
  2. het tiend betaald hebben (=erg afgevallen zijn)
  3. een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
  4. iemands voetveeg zijn (=iemands slaaf zijn (zich alles moeten laten welgevallen))
  5. je iets laten aanleunen (=je iets laten welgevallen)

50 dialectgezegden bevatten `gevallen`

  1. 'k zèn ne geubbe gegoan (=ik ben gevallen) (Hogts)
  2. ’t er és nen donderstieën gevallen op Jef zén skuur (=de bliksem is ingeslagen op de schuur van Jef) (Meers)
  3. ' t es van de keir gevallen (=gestolen goed) (Ninoofs)
  4. a es nie op zan blad gevallen (=hij is een vlotte prater) (Ninoofs)
  5. A is oep zoan pattatte gegoan, a is op zen klos gevalle (=Hij is gevallen) (Mechels (BE))
  6. Aa is van zaane stok gedroëd (=Hij is flauw gevallen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  7. Aa leiter (=Hij is gevallen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  8. ais wer ouit zijne knossel geschote (=Hij is weer uit zijn kram geschoten, uit zijne rol gevallen) (Antwerps)
  9. Ben je van de commode gevallen (=Er zit een steekje bij je los) (IJmuidens)
  10. brokke verskeën (=in stukken uiteen gevallen) (Waregems)
  11. dae és blijve tèkke! (=hij is op zijn kop gevallen en nog niet weinig) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. dae és blijve tekke!!! (=die is zeker goed op zijn hoofd gevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. dae ès op zëne kop gevallen en blijve toekkë (=die is helemaal gek) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. dassem lengs zen naos dërgegon (=dat is hem niet te beurt gevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. De eaker is in de tras gevalle of de eaker is in de welle gevallen (=De aker is in de put gevallen) (Flakkees)
  16. de kuugel is duur de kürrik (=de beslissing is gevallen) (Opglabbeeks)
  17. de twieë kieërn (=in beide gevallen) (Kaprijks)
  18. den dieje is op zenne smikkel gegoan (=hij is gevallen) (Geels)
  19. Die ef er de loeken veur-edaon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
  20. Die ef er de loeken,(luiken) veur edaonon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
  21. dieje is oonder zich oawet, diej hee balle oan zen lijf (=hij is niet op zijn mondje gevallen) (Geels)
  22. dun tras is in de welle valle (=De emmer is in de put gevallen) (Flakkees)
  23. è is op zen kezze gevallen (=hij is op zijn neus gevallen) (Denderleeuws)
  24. ei é ne peirlaere gezet (=hij is gevallen) (Waarschoots)
  25. ei eette boter geten (=hij is in ongenade gevallen / hij is de schuldige) (Sint-Niklaas)
  26. Ei es op zijn klueten gesteuken (=Hij is gevallen) (Hams)
  27. fla: Ei es fla gevall'n (=Hij is in zwijm gevallen) (Lebbeeks)
  28. gank: Ei es mij dau ne gank gegaun (=Hij is daar lelijk gevallen) (Lebbeeks)
  29. Ha is mee zen peteuzze tege de kuist gegaan (=Hij is tegen de grond gevallen) (Olens)
  30. hae wos rap aut zen rol getomeld (=voor deze acteur is het doek al vlug gevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. hi'j ef er de loeken veur edaon. (=hij is in slaap gevallen) (Giethoorns)
  32. hij es me zij gat in de boter gevallen (=hij is goed terecht gekomen) (Londerzeels)
  33. ich ben mich n petat op men kloete daol gegon (=ik ben gevallen) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. ich bin op mien kloeëte gevalle (=ik ben gevallen) (Weerts)
  35. ie is van n duvel en zn ouwe moer noh nie benauwd (=niet bang uit gevallen) (Zeeuws)
  36. ij lig mee zijn pikkels omjiuë (=hij is op zijn rug gevallen) (Kaprijks)
  37. ijis op zunne snuffert gegaon (=hij is op zijn gezicht gevallen) (Oudenbosch)
  38. in stikken vanieën (=in duigen gevallen) (Wichels)
  39. j' é ne peireloare gezet mee zijne velo (=hij is gevallen met de fiets) (Knesselaars)
  40. j' is mè zun koente in de beuter gevallen (=met iemand getrouwd zijn met veel geld) (Brugs)
  41. j'es op zijn kluutn gestuikt (=hij is gevallen) (Knesselaars)
  42. J'es van zyne centre gevoal'n (=Hij is flauw gevallen) (Harelbeeks)
  43. jé ne casco gezet (=hij is gevallen) (Knesselaars)
  44. jez up zin kloatn gestukt (=hij is gevallen) (Brugs)
  45. jis vertrokkn, jist gaon zeggn (=hij is in slaap gevallen) (Kortemarks)
  46. Krijg de pes! (Reactie v/d ander) in je nes(t)! Vaak gekscherend in beide gevallen bedoeld! (=Krijg de pest (Reactie v / d ander) na jou!) (Utrechts)
  47. neie zoë stappekik altaaid af (=Antwoord op :Ben je gevallen met je fiets?) (Antwerps)
  48. nie op ne kaaë steen gevalle (=niet in dovemansoren gevallen) (Bilzers)
  49. nie op zijn mondsjen gevallen (=niet verlegen zijn) (Graauws)
  50. Oep ze bakkes (ze gezicht; zenne smikkel ) gegoan, oep ze gat (zen achterste ) gevalle; eutgeschove; van den trap dondere (=gevallen) (Diesters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen