2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `fruit`
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
6 dialectgezegden bevatten `fruit`
- den boer ging nor uis en de stroatjongens kwammun boogoarden (bunderen) (=de boer ging naar huis en de straatjongens kwamen fruit stelen) (Sint-Niklaas)
- ei zith ont fruit (=fruit stelen) (Erps)
- freet ès gezond, zaag te boer, en hae goef zën vroo een goej paer (=fruit is gezond, zei de boer, en hij gaf zijn vrouw een peer) (Munsterbilzen - Minsters)
- iërappel raech autte grond, zinnen lekkernaaj èn de mond (=vers fruit en verse groenten geven de beste smaak) (Munsterbilzen - Minsters)
- Sjuddele. (WT) (=fruit uit de bomen krijgen) (Mechels (NL))
- wai ete allein nog wa froit (=ik eet alleen nog wat fruit) (helmonds)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen