11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `erven`
- de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
- duizend doden sterven (=enorme angsten uitstaan)
- iemand doodverven met iets (=iemand bestemd voor een post achten, iemand als de dader van iets afschilderen (doodverf is grondverf)[1])
- je eigen dood sterven. (=vanzelf voorbij gaan)
- kaart, keurs en kan, bederven menig man. (=ten onder gaan aan gokken, vrouwen en drank)
- kleine vossen bederven de wijngaard (=kleine fouten kunnen zorgen voor grote problemen in het geheel)
- kwade gezelschappen bederven goede zeden. (=slechte eigenschappen overnemen van slechte vrienden)
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- te weinig om te leven en te veel om te sterven (=een te kleine aalmoes)
- veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
28 betekenissen bevatten `erven`
- roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
- het niet meer kunnen navertellen (=er aan sterven)
- een vaantje strijken (=flauw vallen, sterven, het opgeven)
- memento mori (=gedenk dat je zal sterven)
- ter ziele zijn / ter ziele gaan (=gestorven zijn of sterven, ook figuurlijk: iets dat niet meer bestaat of actief is)
- goederen in de dode hand (=goederen die niet vererven)
- beter blode Jan dan dode Jan (=het is beter zich laf blood te gedragen, dan te sterven, dood te zijn)
- je eigen graf graven/delven (=het voor zichzelf bederven)
- je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
- de dood kent geen lieve kinderen (=ieder moet sterven)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- de pret alleen hebben (=iemands plezier bederven)
- van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
- zo vader, zo zoon (of: Zo moeder, zo dochter) (=kinderen erven de eigenschappen van hun ouders)
- uitgaan als een nachtkaars (=langzaam doven, sterven)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
- je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
- heden ik morgen gij (=oud grafschrift: gedenk, lezer, dat jij ook zal sterven)
- het eten niet meer op kunnen. (=spoedig moeten sterven.)
- met het leven afrekenen (=sterven)
- de weg van alle vlees gaan (=sterven)
- de pijp uitgaan (=sterven)
- de ogen luiken (=sterven)
- je laatste adem uitblazen (=sterven, doodgaan)
- de pijp aan maarten geven (=sterven, ermee ophouden)
- op het gijpen liggen (=stervend of totaal buiten adem zijn)
- in de wacht slepen (=winnen - verwerven)
- het hachje erbij inschieten (=zelf sterven aan de gevolgen van een actie)
4 dialectgezegden bevatten `erven`
- Dae zillig wilt sjterve, lit zie good de rechte erve. (=Die zalig wil sterven, laat zijn vermogen de rechthebbende erven) (Mechels (NL))
- hebben és hebbe, krijge de kuns (=erven is mooi, verdienen mooier) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne suikernonkel, een suikertante (=een kinderloze oom of tante waar men van kan erven) (Sint-Niklaas)
- van maajn sente zulle ze geen dikke kieëtele sjijte (=van mij zullen ze niet veel erven) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen