Spreekwoorden met `eens`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `eens`

  1. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  2. aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
  3. de zaak nog eens aankijken (=nog even afwachten)
  4. een blind varken vindt ook nog wel eens een eikel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
  5. een blinde kip vindt ook nog wel eens een graankorrel. (=zelfs iemand die niet erg intelligent is heeft soms geluk en doet iets goed)
  6. een blinde schiet soms wel eens een kraai. (=zelfs iemand die niet erg bedreven is heeft soms geluk en doet iets goed)
  7. een goed zeeman wordt ook wel eens nat (=ieder kent zijn tegenslagen)
  8. een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
  9. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  10. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  11. heb het hart eens (=heb de moed om dat te doen. (Eigenlijk: als je dat doet, zal ik je ongenadig straffen))
  12. het beste paard struikelt ook wel eens. (=iedereen maakt wel eens een fout)
  13. het met zich zelf niet eens zijn (=niet kunnen beslissen)
  14. we zullen ze eens een poepie laten ruiken (=we zullen iets doen dat hen zal verbluffen (vooral toegepast in situaties waar sprake is van competitie))
  15. zelfs de beste breister laat wel eens een steekje vallen (=ook al kan iemand iets heel goed, hij of zij zal ook wel eens een fout maken; dat is vergeeflijk)

31 betekenissen bevatten `eens`

  1. wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen)
  2. geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
  3. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  4. een paard dat eens op hol is geslagen, kan dat snel weer doen. (=een eens gemaakte fout, begaat men makkelijk weer)
  5. een goede haan kraait nog wel eens weer. (=een goede leider waarschuwt meer dan eens)
  6. advocaat van de duivel spelen (=een mening geven waar je het zelf niet mee eens bent, maar die je geeft om reacties uit te lokken)
  7. altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
  8. verandering van spijs doet eten (=eens iets anders te doen doet de mens goed)
  9. aan een touw trekken (=eensgezind optreden)
  10. de beer is los (=er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek)
  11. er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
  12. twee hoofden onder een kaproen zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
  13. twee handen op één buik zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
  14. tegen de draad ingaan (=het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan)
  15. huilen met de wolven in het bos (=het er niet mee eens zijn maar wel de baas gelijk geven en bevestigen)
  16. op dezelfde golflengte zitten (=het grotendeels eens zijn)
  17. het leven gaat niet altijd over rozen (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  18. het leven is geen zoete krentenbol (=het is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers)
  19. het beste paard struikelt ook wel eens. (=iedereen maakt wel eens een fout)
  20. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  21. geen groter venijn, dan vriend tonen en vijand zijn. (=iemands vertrouwen schaden is het gemeenste wat je kunt doen)
  22. aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
  23. aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
  24. van een mooie / knappe tafel kun je niet eten. / Van een mooi bord kun je niet eten. (=knap van uiterlijk heeft ook wel eens nadelen.)
  25. loon naar werken krijgen (=loon krijgen dat in overeenstemming is met het gedane werk)
  26. zelfs de beste breister laat wel eens een steekje vallen (=ook al kan iemand iets heel goed, hij of zij zal ook wel eens een fout maken; dat is vergeeflijk)
  27. als door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
  28. je moet een paard niet doodknuppelen, voordat je thuis bent. (=te veel haast kan wel eens vertraging opleveren)
  29. wel een kwastje mogen hebben (=wel eens geverfd mogen worden)
  30. wie luistert aan de wand verneemt zijn eigen schand (=wie anderen afluistert, kan wel eens iets negatiefs over zichzelf horen)
  31. klagers hebben geen nood en pochers hebben geen brood (=zowel klagers als pochers kunnen de zaken nogal eens overdrijven)

50 dialectgezegden bevatten `eens`

  1. (afwijzend antwoord) nee, ik sing gien 2 liedsjes foor 1 sent (=wilt u dat nog eens zeggen?) (Leewarders)
  2. 'k Goa mij een buiksken zetn (=Ik ga eens flink eten) (Zelzaats)
  3. 'k goa ui bij uien schabbernak pakken (=ik zal je eens bij je nekvel vastnemen) (oudenaards)
  4. 'k gom ekki bin spriengn (=ik kom eens langs) (Veurns)
  5. 'k heb niet immels vernomm'n das't vot gingst (=ik heb niet eens gemerkt dat jij wegging) (Westerkwartiers)
  6. 'k loate voar'n ... (=ik heb het dan nog niet eens over ...) (Wevelgems)
  7. 'k za êm ne kiër ne poader schiwdren (=ik ga hem eens een loer draaien) (Kaprijks)
  8. 'k za nukkie graalék mutte pisn (=ik zou eens dringend moeten plassen) (Baasrode)
  9. 'k zal 'em de oor'n es wass'n (=ik ga hem eens stevig aanpakken) (Westerkwartiers)
  10. 'k zal dij 'es 'n oplawiebes verkoop'm (=ik zal jou eens een beste klap geven) (Westerkwartiers)
  11. 'k zal m'n gat maar weer onger min erreme neme (=ik zal maar weer eens aan het werk gaan) (Wierings)
  12. 'k zal ô boeksken ies open doen (=ik zal het eens verder vertellen over jou) (Sint-Niklaas)
  13. 'k zen es voejts (=Ik ben er eens vandoor) (Schunnebroecks)
  14. 'k zin ne ke benied (=Ik ben eens benieuwd) (Deinzes)
  15. 'n goeie boer let zien hond d'r met dit weer niet eens uut (=buiten is het noodweer :) (Westerkwartiers)
  16. 'n vliégende krei viendt lichtig wat (=Iemand die geregeld op pad is vindt nog wel eens een voordeeltje.) (Wells)
  17. 'T aachterste been antrekken (=Schiet eens wat op) (Giethoorns)
  18. 't beste peerd strukelt ok wel es (=ook de beste mensen laten wel eens een steek vallen) (Westerkwartiers)
  19. 't es stillekes woar dant nooit nie waeit (=Er kan al eens ruzie zijn) (Wetters)
  20. 't es stillekes wur dat nuët ni woeëtj (=er valt overal wel eens een woordje) (Meers)
  21. 't Is bai jou nèt weduwnaarspain. (=Jij knapt altijd snel weer op wanneer je eens ziek bent.) (Zaans)
  22. 't is niet altied rozegeur en moaneschien (=er zijn ook wel eens dagen dat het wat minder gaat) (Westerkwartiers)
  23. 't is stille waar dat nie woit (=er wordt overal wel eens ruzie gemaakt) (Kaprijks)
  24. 't moe nekiër zijn kiër èn (=dit moet eens een beurt krijgen) (Kaprijks)
  25. 't zal mij es nij doen (=het zal mij eens benieuwen) (Westerkwartiers)
  26. 't zien meeër mensjchn die missn of enn die pisn (=iedereen vergist zich wel eens) (Veurns)
  27. 't zwin deur de bjêten joagn (=eens goed uit de bol gaan) (West-Vlaams)
  28. 'Tsà nog wès in jen oahen druupe (=Het zal nog wel eens in je ogen druipen) (Zeeuws)
  29. ‘je moeder et taartjes’ (=als een kind in de weg loopt, ‘ga eens hier vandaan’) (Volendams)
  30. ‘k zal a nekieër wa poepsuikre geevn (=ik zal eens op je gat slaan) (Kaprijks)
  31. ‘t soe’t er êm dik inzidn… (=het zou wel eens kunnen…) (Kaprijks)
  32. (g)rad ne kieër (=raad eens) (Wichels)
  33. ' k gô mè ies goe schrobberen (=ik ga mij eens heel goed wassen) (Sint-Niklaas)
  34. ' k Zèn voesj (=Ik vertrek maar eens) (Antwerps)
  35. ' t oog wil ok wat (=het moet er ook nog eens goed uit zien) (Westerkwartiers)
  36. ' t zoe ne keeër gebeurn (=het kan wel eens voorvallen) (Waregems)
  37. a ge da us wit dan gut da perke wel an (=als je dat eens wist dan gaat het lampje wel branden) (Wijchens)
  38. A ne ke goe louten betingelen is goe tegent flesoën (=U eens goed laten benetelen is goed tegen de reuma) (Moorsel)
  39. Aa' d ou muil / Aa' d ou bekkes nou ies (=zwijg eens even) (Hams)
  40. aaffeturentau ne keir se (=durf eens se) (Wetters)
  41. aet nog e bufke (=bijt nog eens in je boterham) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. ai ne keer aon slabbedoirus (=houd eens je mond) (Oosteekloos)
  43. ak mar es wies wès keej dervan zeej. (=als ik maar eens wist wat mijn vrouw ervan zou zeggen.) (Tilburgs)
  44. ak naa mar wies wèk wô..........., dan hak òk wè, war paa.......!!! (=als ik nu maar eens wist, wat ik wilde............dan had ik ook wat, of niet vader..........!!!) (Tilburgs)
  45. alle boom'm vang'n wiend (=wie je ook bent, elk krijgt wel eens tegenslag) (Westerkwartiers)
  46. Allee, mettez vite vos chandailles, springt oep oven ijzere peerd, en moakt nog nen tour du jardin! (=Trek vlug jullie pulletjes aan, neem jullie fiets en maak nog eens de ronde van de tuin.) (Antwerps)
  47. alleens nie, allis nie (=nog niet eens) (Wichels)
  48. alleesj gi woeer (=niet eens waar) (Meers)
  49. als je het lef het, het ut lef eunsch (=heb het lef eens) (Utrechts)
  50. als ut klokske van rome sloaj he.. (=stop eens met raar kijken) (helmonds)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen