Spreekwoorden met `dronk`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `dronk`

  1. als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
  2. een dronkemansgebed doen (=het geld natellen (als het zo goed als op is))
  3. een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
  4. een kwade dronk hebben (=dronken zijn en slecht geluimd)
  5. kinderen en dronkaards spreken de waarheid (=ze zeggen wat ze vinden, ze zijn ongeremd)
  6. uit de hengstebron gedronken hebben (=erg veel gedichten schrijven)
  7. zo dronken als een kartouw (=stomdronken)
  8. zo dronken als een reiger (=stomdronken)
  9. zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)

33 betekenissen bevatten `dronk`

  1. die is vis (=die is dronken)
  2. boven zijn theewater (=dronken)
  3. de lading binnen hebben (=dronken)
  4. volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
  5. voor Pampus liggen (=dronken of bewusteloos zijn)
  6. met een nat zeil thuiskomen (=dronken thuiskomen)
  7. een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
  8. een stuk in zijn kraag hebben (=dronken zijn)
  9. lazarus zijn (=dronken zijn)
  10. in de olie zijn (=dronken zijn)
  11. een snee in het oor hebben (=dronken zijn)
  12. een snee in de neus hebben (=dronken zijn)
  13. een laars aanhebben (=dronken zijn)
  14. de koning gezien hebben (=dronken zijn)
  15. de Paus van dichtbij zien. (=dronken zijn)
  16. de prins spreken (=dronken zijn)
  17. een peer op hebben (=dronken zijn)
  18. een kwade dronk hebben (=dronken zijn en slecht geluimd)
  19. een bom inhebben. (=dronken zijn.)
  20. de keel kost veel (=herhaalde dronkenschap leidt tot armoede)
  21. zijn hoed staat op halfzeven (=hij is dronken)
  22. zijn kop is zwaarder dan zijn benen (=hij is dronken (of erg moe))
  23. een snor aan hebben (=lichtjes dronken zijn)
  24. na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
  25. halfjes en motregen dringen door. (=ook van kleine beetjes wordt je dronken)
  26. zo dronken als een reiger (=stomdronken)
  27. zo dronken als een kartouw (=stomdronken)
  28. te diep in het glaasje kijken (=te veel alcohol drinken en daardoor erg dronken zijn)
  29. een tik aanhebben (=te veel gedronken hebben)
  30. je netten drogen (=uitrusten na dronkenschap)
  31. als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
  32. flink wat achter de knopen hebben (=veel gegeten en gedronken hebben)
  33. wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)

2 dialectgezegden bevatten `dronk`

  1. 'k drink nie uit da glas worda torjuust iemand ö gezabberd eet (=ik drink niet uit dat glas waar net iemand anders van dronk) (Sint-Niklaas)
  2. én minder dan ne zûg zoeëpter zich lazerus (=hij dronk zich zat in minder dan geen tijd) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen